Op 9 oktober betoogden 500 voornamelijk jonge anti-fascisten door Linz, een industriestad met zo’n 200.000 inwoners. De betoging was het hoogtepunt van de campagne “samen tegen extreem-rechts geweld – stop de BJF”.
Sonja Grusch, Wenen
|
Van waar komt de BFJ? De BFJ komt voort uit de jongerenorganisatie verbonden aan de AFP. In 1963 werd de Arbeitsgemeinschaft für demokratische Politik opgericht, een sterk neo-nazistisch geïnspireerde groepering. In 1975 werd de AFP verboden, waarop de AFP werd opgericht… De "nieuwe" AFP stond daarbij voor "Arbeitsgemeinschaft für Politik". Ieder jaar organiseert de AFP een ‘academische’ zitting en daarbij zijn er telkens sprekers met enige bekendheid in de extreem-rechtse milieus van Oostenrijk maar ook erbuiten. FPÖ-kopstukken als Andreas Mölzer of Kriemhild Trattnig spraken geregeld op bijeenkomsten van de AFP. Maar ook iets radicalere standpunten vormen geen probleem voor de AFP. Toen in 1992 een huiszoeking werd verricht door de politie, vond deze in het AFP-lokaal een grote hoeveelheid wapens en nazi-vlaggen (zie foto hieronder).
In 1988 waren er op de ‘academische’ zitting van de AFP twee Vlaamse sprekers. Eén ervan, Robert Verbelen, was een uitgeweken SS-kopstuk die in België veroordeeld was wegens collaboratie en daarop naar Oostenrijk vluchtte. De andere Vlaamse spreker was huidig Vlaams Blok parlementslid Francis Van den Eynde die er sprak over "De Europese gedachte en de Vlaamse Beweging." In haar strijd tegen linkse organisaties, richt de AFP zich geregeld tegen onze organisatie. In een brochure van de AFP werd in 1994 geschreven over een internationaal zomerkamp van Youth Against Racism in Europe (YRE, de Europese overkoepeling van Blokbuster) in termen van een "trainingskamp" waar "gevechtstechnieken" werden aangeleerd. Dit bericht werd in 1996 overgenomen in het Vlaams Blok blad ‘Doorzicht’ (het tijdschrift van Kosmos, de toenmalige inlichtingendienst van het Blok). (GC) |
Deze campagne is gericht tegen de activiteiten van de extreem-rechtse “Vereniging van vrije jongeren” (BFJ), een groepering die aanvankelijk de jongerenvleugel was van een organisatie die in 1975 werd verboden wegens haar sympathie voor Hitler en het Derde Rijk.
De campagne werd opgezet door de SWI (de Oostenrijkse afdeling van Internationaal Verzet) en de SLP (Socialistische Linkse Partij). De BFJ probeert een kaderorganisatie op te bouwen en organiseerde eerder dit jaar een bijeenkomst met zo’n 100 aanwezigen. De groepering brengt ook een groot-Duits nationalistisch blad uit met een agressief racistische inhoud. Er worden pamfletten gemaakt tegen homoseksualiteit, vreemdelingen en “links geweld”. De groepering heeft nauwe contacten met de Duitse NPD, een neo-nazipartij die recent 9,2% haalde bij verkiezingen in Saksen. Tegelijk was er een toename van fascistisch geweld. Er zijn banden tussen de BFJ en de openlijk gewelddadige fascisten, maar ze vermijden om al te openlijk samen te werken.
Met onze campagne organiseerden we jongeren in Linz en de omgeving rond de stad. Heel wat nieuwe mensen werden actief en er werden in totaal 20.000 pamfletten verspreid. Gedurende maanden waren er wekelijkse stands en meetings in de straten waarbij er een groeiende aanwezigheid was om te discussiëren over de strijd tegen extreem-rechts, de redenen van de toename van racisme, het gevaar van fascistische groeperingen, de strijd tegen fascisme,… Scholieren uit meer dan 10 scholen werden actief in de campagne en ook een aantal jonge arbeiders sloten zich bij de campagne aan.
Op de betoging liep vooraan een groep activisten van de campagne met een spandoek en een levendige delegatie waarbij de kwestie van sociale afbraak, de crisis van het kapitalisme en de groei van extreem-rechtse organisaties met elkaar verbonden werden. Op onze rode plastic vestjes droegen we slogans als “samen tegen extreem-rechts geweld” en “voor huisvesting, werk en onderwijs.”
De BFJ probeerde anti-fascisten te intimideren door geruchten te verspreiden dat Combat 18 en Blood and Honour tegenacties zouden organiseren en daartoe vanuit Duitsland en Engeland zouden mobiliseren naar Linz. Een aantal extreem-rechtse enkelingen probeerden de betoging aan te vallen, maar onze ordedienst kon hen stoppen. Nadien kwam ook de politie tussen.
Het initiatief van SWI en de SLP leidde ertoe dat er een gezamenlijk comité van linkse organisaties kwam voor de betoging. Onze standpunten werden daarbij bevestigd en het scepticisme dat leefde bij andere organisaties, bleek totaal verkeerd te zijn. Wij mobiliseerden tal van jongeren in de regio, maar ook delegaties uit Salzburg, Wenen en andere delen van Oostenrijk.
We recruteerden nieuwe leden voor de SLP op de betoging en tijdens de campagne. Velen zijn geïnteresseerd in onze ideeën en activiteiten. We verkochten op de betoging zo’n 100 exemplaren van ons blad en verdeelden honderden pamfletten over de strijd tegen extreem-rechts, de noodzaak van lokale comités in de scholen en de wijken en een uitnodiging voor een publieke discussie hieromtrent.
Dit toont aan dat in een regio waar de socialistische krachten nog erg beperkt zijn, het toch mogelijk is om met een consequente campagne en een duidelijk programma een succesvolle betoging te organiseren en tevens jongeren te overtuigen van socialistische opvattingen. De volgende stap is het versterken van het politiek begrip onder een bredere laag van activisten om gedurende langere tijd campagne te voeren, niet enkel tegen extreem-rechts, maar ook voor de opbouw van een echt alternatief voor arbeiders en jongeren.
