Leerkrachten in opstand in Trump-land

Leerkrachten in Arizona voeren actie

Militante stakingen en massabetogingen met tienduizenden leerkrachten, studenten en aanhangers uit de gemeenschap. Dit fenomeen verspreidt zich sinds eind februari als een lopend vuurtje door West Virginia, Kentucky, Arizona en Oklahoma. Er waren ook lerarenacties en betogingen in New Jersey en Puerto Rico. Recent was er in de staat Colorado eveneens de dreiging van collectieve actie.

Artikel door Alan Jones, Socialist Alternative

De beweging begon met een staking gedurende negen dagen van 20.000 leerkrachten in West Virginia. Het resultaat was dat de leerkrachten en alle 75.000 werkenden uit de publieke sector 5% opslag kregen. Toen het deelstaatparlement dit probeerde te verlagen tot 4% volgde een bezetting van het regeringsgebouw door de leerkrachten die ermee dreigden daar te blijven tot hun eisen ingewilligd werden.

De overwinning in West Virginia vormde een inspiratie voor 30.000 leerkrachten in Oklahoma die begin april in staking gingen. Gedurende negen dagen was er zo goed als een belegering van de gebouwen van het parlement en de regering. Hieraan namen 20.000 tot 30.000 leerkrachten en sympathisanten deel.

Net zoals in West Virginia konden de leerkrachten op een brede steun in de samenleving rekenen. Er werd gratis voedsel verdeeld door lokale handelszaken. Nationaal werden honderdduizenden dollars opgehaald om de leerkrachten te steunen. Bouwvakkers weigerden in het parlementsgebouw te werken zolang de leerkrachten protesteerden. Samen met de leerkrachten begonnen meer dan 100.000 werkenden uit de publieke sector van Oklahoma actie te voeren voor loonsverhogingen.

Een peiling op het einde van de staking gaf aan dat 72% van de inwoners van Oklahoma de acties van de leerkrachten steunde en bereid was om dit te blijven doen “tot de eisen ingewilligd zijn.” Dit is een enorm hoog aantal, zeker in een staat die algemeen gezien wordt als een bastion van de rechterzijde. De reactionaire Republikeinse deelstaatregering moest toegevingen doen: de leerkrachten krijgen er 6.000 dollar bij op jaarbasis.

Er waren ook grote acties, ziekmeldingen en stakingen door leerkrachten in Kentucky. Daar probeerde de Republikeinse regering te besparen op de pensioenfondsen en het onderwijs. Een betoging met 10.000 aanwezigen voor het regeringsgebouw dwong de gouverneur en de regering ertoe om de plannen in te trekken.

Massaal protest

In Arizona werd gouverneur Ducey op 12 april, na een maand van massaal protest, gedwongen om in te stemmen met de eis van 20% opslag voor de leerkrachten tegen 2020. De leerkrachten stemden voor een staking vanaf 26 april indien de republikeinse regering weigert om de geplande 1 miljard dollar besparingen op onderwijs in te trekken.

Een groot deel van de Amerikaanse linkerzijde stelde dat de werkende klasse in staten als West Virginia, waar 68,7% voor Trump stemde, een grote reactionaire massa was. Socialist Alternative wees op de tegenstrijdige realiteit en de noodzaak om met de arbeidersbeweging te bouwen aan een beweging die uitgaat van de gemeenschappelijke belangen van alle werkenden waarbij tegelijk ingegaan wordt tegen racisme, seksisme en alle vormen van verdeeldheid.

De leerkrachten van West Virgina hebben misschien minder op Trump gestemd dan de kiezers in die staat in het algemeen. Ze waren bovendien beïnvloed door de opkomende vrouwenbeweging. De beweging in het onderwijs toont de klassentegenstellingen die ook in ‘Trumpland’ bestaan. De leerkrachten kregen de steun van brede lagen van de werkende bevolking in West Virginia in hun strijd tegen een reactionair door Republikeinen gedomineerd parlement.

Trump en de Republikeinen in het nationaal parlement voerden massale belastingcadeaus voor de superrijken door, terwijl ze tegelijk inhakken op de gezondheidszorg, zeker die van de arme Amerikanen. Republikeinse deelstaatregeringen doen hetzelfde.

Veel leerkrachten die in actie kwamen, zijn verplicht om twee of zelfs drie jobs uit te oefenen. Ze kunnen hun studieleningen niet betalen en moeten steeds meer betalen voor gezondheidszorg en huisvesting. Deze ervaringen worden gedeeld door een groot deel van de Amerikaanse werkende klasse, ook in deze periode van zogenaamd economisch herstel.

De roep naar verandering en de frustratie tegenover de huidige gang van zaken kwamen al tot uiting in de schitterende resultaten van Bernie Sanders in de voorverkiezingen bij de Democraten in 2016. Bernie Sanders haalde het toen van Hillary Clinton in alle delen van West Virginia. Hij riep op tot een ‘politieke revolutie’ tegen de miljardairs, voor hogere belastingen voor de rijken en grote bedrijven, gratis onderwijs en een nationale gezondheidszorg.

Antivakbondswetten

De antivakbondswetten hebben de staking niet kunnen stoppen. Zoals een leraar uit West Virginia opmerkte: “Als een staking illegaal is, dan betekent dit enkel dat we het niet zullen spelen volgens de regels die ze ons opleggen.”

De strategie van de bestaande vakbondsleiders en de lokale Democratische politici was om geen stakingen of militante acties voor te bereiden, maar alles in te zetten op onderhandelingen rond een akkoord. Deze strategie werd verworpen door de basis.

In de verkiezingen deze herfst zullen de Democraten wellicht het meeste voordeel halen uit de lerarenstrijd in deze staten, aangezien veel mensen de bestaande regeringen weg willen.  Een onafhankelijke politieke uitdrukking van de werkende klasse zal mogelijk nog niet aan de orde zijn in november. Maar de leerkrachten weten op basis van hun eigen ervaringen al dat ze geen vertrouwen kunnen stellen in gevestigde politici. Ze zullen de beweging moeten doorzetten om hun eisen af te dwingen.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie