Armeense premier afgetreden na massaal protest, maar crisis houdt aan

Protest in Jerevan. Foto: Wikimedia Commons

Na enkele dagen van massaal protest moest de Armeense premier Serzh Sargsyan op 23 april ontslag nemen. Zijn ontslag werd gevolgd door een harde strijd tussen de parlementaire blokken in de verkiezing van een nieuwe premier. We spraken met Eddie Abrahamian, een Britse socialist van Armeense afkomst. Eddie spreekt en leest Armeens en volgt de situatie in het land en de Kaukasus op de voet.

Interview vanop socialistworld.net

Na tien dagen van massaprotest nam premier Sargsyan ontslag. Wat is de achtergrond van deze ontwikkelingen?

“Sargsyan werd in 2008 verkozen als president. Hij is leider van de dominante en meest corrupte fractie van de Armeense heersende klasse. In 2018 had hij het maximum van twee ambtstermijnen achter de rug. Er was een lang voorbereid en cynisch uitgevoerd manoeuvre van zijn Republikeinse Partij om de grondwet te veranderen waardoor de rol van de president minder belangrijk zou worden en die van de premier sterk zou toenemen. In april van dit jaar verkoos de parlementaire meerderheid van de Republikeinse Partij Sargsyan tot premier. Het was een poging die deed denken aan de wijze waarop Poetin zijn machtspositie verlengt. Het manoeuvre toonde een groot misprijzen voor de bevolking. Eerder had Sargsyan het land meermaals verzekerd dat het niet zijn intentie was om premier te worden.

“De machtsgreep door Sargsyan leidde bijna meteen tot een revolte onder de bevolking. Dit werd versterkt door de onverschilligheid van de heersende klasse tegenover de bevolking. In afwezigheid van een beweging van de georganiseerde arbeidersklasse en in afwezigheid van oprecht socialistische krachten, kon Nigol Pashinyan van de Yelk partij zich opwerpen als de charismatische en dominante populistische leider die nu probeert om Sargsyan te vervangen als premier.”

Van waar komt dat nooit geziene massale protest tegen de Republikeinse Partij en zijn leider Sargsyan?

“Sinds de ineenstorting van de Sovjet-Unie en van de Armeense Sovjet-Republiek heeft een kleine kapitalistische heersende klasse in Armenië een enorme rijkdom opgebouwd. Alle nationale en publieke rijkdom werd geprivatiseerd: de grondstoffen, wat overblijft van de industrie, de banken en financiële sector en de import en exportsector. De kleine kliek van miljardairs en miljonairs stelt zijn posities veilig en blijft rijkdom accumuleren door een uitgebreid netwerk van corruptie en door brute repressie waar het beroep op kan doen via de controle op het staatsapparaat.

“Ondertussen blijft het leven en de sociaal-economische positie van de werkenden verslechteren. Dit gebeurt erg snel en drastisch. Sinds 2008 is het aandeel van de 2,6 miljoen Armeniërs dat officieel in armoede leeft ongeveer verdubbeld: van 17% tot 32,4%. Zoals steeds met officiële statistieken is dit een onderschatting van de omvang van de armoede. De werkloosheidsgraad bedraagt bijna 20%, de jongerenwerkloosheid loopt op tot 35%. Dat waren althans de cijfers in 2014. De helft van de bevolking leeft in woonblokken waar de gas-, water- en rioolvoorzieningen vreselijk zijn. De kwaliteit ervan neemt jaar na jaar af. Een constante toegang tot water blijft nog steeds een luxe waar enkel de erg rijken en de kleine middenklasse van kunnen genieten.

“Deze laatste poging van de fracties van de heersende klasse om de controle te behouden, heeft ertoe geleid dat de emmer van woede, ongenoegen en afkeer tegen de oligarchie is overgelopen. Deze woede was al langer onder de oppervlakte aanwezigen komt nu naar boven. In 2015 waren er ook al massale straatprotesten tegen de stijgende elektriciteitsprijzen.

“Deze nieuwe beweging en de vorige acties zijn uitdrukkingen van een massaal ongenoegen tegenover de sociale orde die gebouwd werd op de brokstukken van de ineengestorte Armeense Sovjet-Republiek. De mensen zijn er niet op vooruit gegaan. Honderdduizenden zijn in armoede terechtgekomen. Hun leven is verwoest en de hoop voor hun families en gemeenschappen is weg. Het heeft geleid tot een exodus met honderdduizenden mensen die vertrokken naar de VS, Europa, Rusland en Turkije. Vroeger zorgden buitenlandse imperialistische heersers, zoals het Ottomaanse of het tsaristische bewind, ervoor dat mensen zich genoodzaakt zagen om te vluchten. Nu zorgen de ‘moderne’ en ‘vrije’ Armeense heersende klassen ervoor dat mensen uit hun thuisland wegtrekken.”

De omvang van het protest, met ook heel wat werkenden, lijkt aan te geven dat de pro Europese oppositiefiguur Nikol Pashinian de beweging niet volledig controleert. Klopt dat?

“Er zijn veel werkenden betrokken bij het protest. In de beginfase van het protest kwamen vooral delen van de stedelijke middenklasse, studenten en intellectuelen op straat. Maar heel snel kwamen delen van de gewone bevolking, de werkenden en de armen, mee in actie. Dat is niet enkel zo in de hoofdstad Jerevan, maar ook in de rest van het land. Dat maakte het verschil in de krachtsverhoudingen tussen de betogers en de premier. Tegen maandag 23 april namen ongewapende soldaten en leden van de geprivilegieerde clerus deel aan de betogingen.

“Maar ondanks de centrale rol van de arbeidersklasse in het afzetten van Sargsyan, heeft deze geen onafhankelijke georganiseerde stem. Nigol Pashinyan is geen vertegenwoordiger van de bevolking. Zijn partij haalde 7,7% in de parlementsverkiezingen en vertegenwoordigt een kleine pro-Europese en pro-Amerikaanse vleugel van de Armeense heersende klasse. Hij gebruikt zijn populistische anti-corruptie en anti-Sargsyan retoriek om steun te verwerven. Als hij erin slaagt om een meerderheid in het parlement te bekomen, is het niet uitgesloten dat hij effectief een aantal maatregelen tegen corruptie neemt. Maar deze zullen geen antwoord bieden op de fundamentele redenen die tot de woede geleid hebben.

“Er is een reëel gevaar dat Pashinyan en zijn bondgenoten de woede onder de bevolking enkel zullen gebruiken om de belangen van hun specifieke fractie van de heersende klasse te versterken. In geen enkele verklaring van Pashinyan was er tot hiertoe een indicatie van reële radicale of democratische maatregelen waarmee de heersende klassen aan banden gelegd worden en het leven van de gewone bevolking kan verbeterd worden. Pashinyan is geen sociaaldemocratische politicus in de beste betekenis van die term. Hij is zeker charismatisch, hij kan de woede tegen het machtsmisbruik door het regime uitspelen. Maar hij heeft geen programma dat de Augiasstal van de Armeense heersende klasse zal uitmesten.

“Zijn campagne om de parlementaire stemming van 1 mei te winnen en de nieuwe premier te worden, genoot de steun van heel wat parlementsleden die de heersende klasse vertegenwoordigen. Onder hen de politieke fractie van Tsarukyan, een berucht lid van de Armeense ‘oligarchie.’ Pashinyan haalde op 1 mei onvoldoende stemmen om premier te worden, waarop hij opriep tot een algemene staking. Hij riep niet op tot een staking voor een progressief programma van sociale, economische en politieke hervormingen, maar enkel om de post van premier binnen te halen. Met de garantie dat hij op 8 mei wel een meerderheid in het parlement zal halen (met de steun van heel wat verkozenen van de Republikeinse partij), riep Pashinyan op om het straatprotest te stoppen. De beweging heeft dus nog veel werk!”

Wat kan de oppositie aanbieden in afwezigheid van een massale partij die de belangen van de werkende klasse vertegenwoordigt?

“De politieke linkerzijde staat erg zwak in Armenië. Een zelfbewuste politieke beweging van de arbeidersklasse moet van bijna niets terug heropgebouwd worden. De onafhankelijke zelforganisatie van arbeidersgemeenschappen waar werkenden wonen en leven zou natuurlijk een startpunt zijn. Bewuste politieke elementen moeten daarbij ook beginnen met een politiek programma uit te werken en om de eerste stappen te zetten in de richting van een politieke partij die de belangen van de werkenden kan vertegenwoordigen in het parlement, op de werkvloer, in de wijken, in de scholen, aan de universiteiten en op straat.

“De Armeense arbeidersklasse betaalt net als de internationale werkende klasse een hoge politieke prijs voor de ramp van het stalinisme in de Sovjet-Unie en de imperialistische sociaaldemocratie in het westen. Voor de Armeense bevolking en die van de hele Kaukasus kan je zeggen dat het grootste gevaar nu komt van het nationalistische chauvinisme. Dit fenomeen treft niet alleen Armenië maar de hele Kaukasus. Het vindt een uitdrukking in het Armeens-Azeri conflict rond de door Armeniërs bevolkte regio van Nagorny Karabagh.

“Nationaal chauvinisme is een belangrijk obstakel voor de klassenstrijd in Armenië en de regio. Het is een hindernis voor eengemaakte strijd tegen de heersende klassen in de regio. In Armenië worden werkenden in naam van de strijd tegen de ‘buitenlandse Azeri en Turkse vijand’ aangemoedigd om de eenheid met de heersende klassen te bewaren.”

Armenië zit geografisch geklemd tussen Oost-Europa en het door oorlog getroffen Midden-Oosten. Wat betekent de huidige crisis voor de ontwikkelingen in de regio?

“Elke regionale impact van de huidige politieke onrust in Armenië zal afhankelijk zijn van het resultaat van de strijd tussen de fracties van de Armeense heersende klasse. Er is al speculatie dat Pashinyan, als hij premier wordt, meer inspanningen zal doen om tot onderhandelde akkoorden te komen met zowel Turkije als Azerbeidzjan. Tot hiertoe had de beweging weinig regionale impact. Maar dat kan veranderen. De regering van Azerbeidzjan kan bijvoorbeeld de kans aangrijpen om verder te gaan met de intentie om Nagorny Karabach militair te veroveren.

“Eén zaak is duidelijk: de burgerlijke en nationalistische politieke krachten in de hele regio hebben geen positieve, democratische oplossing voor de langdurige en vaak gewelddadige nationale conflicten die de Armeens-Turkse en Armeens-Azeri verhoudingen al meer dan een eeuw kenmerken.”

De nationale kwestie en de nationalistische krachten lijken de regio vandaag nochtans te domineren. Hoe komt dit?

“Er was nooit een scherpe scheidingslijn tussen Turks, Koerdisch, Armeens en Azeri grondgebied. In termen van de huidige nationale staten Armenië en Azerbeidzjan zijn de Armeense en Azeri bevolking over beide landen verspreid. In Jerevan, de hoofdstad van Armenië, was er altijd een grote Azeri bevolking. In Bakoe, de hoofdstad van Azerbeidzjan woonden altijd veel Armeniërs. Onder het stalinisme hebben de regimes van beide republieken een beleid gevoerd dat enkel kan omschreven worden als etnische zuivering. Er is hierdoor kunstmatig een zekere nationale homogeniteit gevestigd in beide republieken, maar ten koste van bittere haat.

“De ineenstorting van de Sovjet-Unie heeft de woekerende en onopgeloste nationale vijandigheden opnieuw naar boven gebracht. Er was een golf van extreem chauvinistisch nationalisme doorheen Armenië, Azerbeidzjan en de rest van de regio. Het virulente nationalisme wordt uitgespeeld door fracties van alle heersende klassen. Deze fracties strijden om hun belangen en behouden de reactionaire controle die ze over de arbeidersklasse hebben, terwijl de natuurlijke belangen van de werkenden nochtans uit internationale solidariteit en organisatie bestaan.

“De nationalistische tegenstellingen waar de heersende klassen gebruik van maken, dreigen eens te meer te leiden tot bloedvergieten en doden. Dit zal niet gestopt worden zonder een compleet nieuwe politieke benadering die voorbij individuele natiestaten kijkt en opkomt voor een internationale federatie van volkeren. Enkel een socialistische beweging kan ideeën en antwoorden beginnen aan te bieden.

“Enkel een socialistische benadering die de gemeenschappelijke belangen benadrukt van de Armeense, Koerdische, Turkse en Azeri werkenden en kleine boeren, kan de nationalistische conflicten die de regio teisteren overstijgen. Maar die taak is bijzonder moeilijk. De golf van chauvinistisch antidemocratisch nationalisme is erg sterk en bijzonder gevaarlijk in de regio. De steun voor socialisme is nog beperkt. Het is moeilijk en lijkt bijna onmogelijk, maar de opbouw van een gezamenlijk socialistisch front van alle volkeren in de regio is de enige weg vooruit – een uitweg die een einde maakt aan bloedige oorlogen en de gemeenschappelijke noden van de gewone mensen in de regio, los van hun nationaliteit, centraal stelt.”

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie