[Dossier] Internationale vrouwendag is terug van weggeweest

Foto: Libres y Combativas

Voor het tweede jaar op rij kwamen miljoenen vrouwen uit de werkende klasse wereldwijd op straat. Ze zijn deel van een beweging die aansluit bij een traditie die in de periode van het post-feminisme aan kracht verloor en bijna van de aardbol verdween. Onder druk van de kapitalistische crisis en nieuwe ontwikkelende strijd wint die traditie terug aan betekenis.

dossier door Els Deschoemacker uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

100 jaar geleden staken vrouwelijke textielarbeidsters in de VS het vuur aan de lont. Ze kwamen op straat voor de 8-urendag, betere arbeidsvoorwaarden en stemrecht. De socialistische beweging riep op om er een internationale actiedag van te maken. Vandaag krijgt 8 maart opnieuw betekenis als internationale strijddag voor werkende vrouwen.

Vorig jaar kwamen miljoenen vrouwen in de VS op straat tegen Trump en zijn seksistische, racistische, pro-rijken en kapitalistische agenda. Voor Trump aan de macht kwam, waren er al massale vrouwenacties (onder meer in India tegen verkrachtingen, in Latijns-Amerika tegen geweld op vrouwen, in Turkije tegen de ondermijning van vrouwenrechten onder Erdogan, in Ierland, Polen en Spanje voor het recht op abortus, …). Maar het aan de macht komen van Trump heeft dit groeiende bewustzijn geïnternationaliseerd en tot een hoger niveau getild in alle delen van de wereld. Dit maakte de weg vrij voor de getuigenissen die massaal naar buiten gebracht werden onder de noemer #metoo. Daarmee werd het idee dat seksisme slechts een marginaal verschijnsel is verbrijzeld.

De voorwaarden voor een nieuwe actieve vrouwenbeweging, van vrouwen die niet tevreden zijn met wat het kapitalistische systeem hen te bieden heeft, zijn aanwezig. Het feit dat jongeren terug aanknopen – de acties op 8 maart dit jaar waren opmerkelijk jong – bij de traditie van 8 maart en er mee terug een wereldwijde actiedag voor vrouwenrechten en socialisme van maken, is een belangrijke ontwikkeling en een grote stap vooruit.

Miljoenen staken in Spanje, “nu de strijd verderzetten”

Vooral in Spanje nam de vrouwendag fenomenale proporties aan. De feministische staking bracht niet minder dan 6 miljoen vrouwen en mannen op de been. Nooit eerder in de geschiedenis van de klassenstrijd in de Spaanse staat vond zo’n diepgaande en massale mobilisatie plaats tegen de onderdrukking van vrouwen uit de werkende klasse, tegen ongelijkheid en geweld op vrouwen. De studentenstaking, waarvoor de studentenvakbond en Libres y Combativas (de evenknie van ROSA in Spanje) hadden opgeroepen, zette de toon voor een maandenlange voorbereiding in scholen en universiteiten en kreeg de steun van niet minder dan 90% van de scholieren en 80% van de studenten. In elke stad of dorp trokken betogingen door de straten. In Madrid waren er meer dan 1 miljoen betogers.

Deze sterke beweging wordt aangedreven door het groeiende en opborrelende verzet tegen het Spaanse kapitalisme, en tegen het asociale en autoritaire regime van de rechtse regering-Rajoy. Na een periode van grote werkloosheid, dalende uitkeringen en lonen, afbouw van cruciale publieke diensten, … is er een enorm potentieel voor een feminisme dat de strijd aangaat tegen het verarmingsbeleid. Dat beleid treft de hele arbeidersklasse, maar het betekent vooral voor vrouwen een grote opdoffer. De acties vandaag zijn een voorbereiding op een grotere en bredere beweging van de hele arbeidersklasse tegen het kapitalisme, een systeem dat niet alleen vrouwen geen toekomst te bieden heeft maar voor de hele werkende bevolking achteruitgang betekent.

Iers referendum op 24 mei – historische verandering op de agenda

Onder druk van vijf jaar agitatie en massamobilisatie sinds de dood van Savita Halappanavar bij complicaties na= een geweigerde abortus in 2012 is het zover. Het referendum over de afschaffing van het grondwettelijk verbod op abortus kan op 24 mei tot historische verandering leiden.

Dit referendum kwam er pas na lange strijd. Vorig jaar kwam Dublin op 8 maart tot stilstand met een studenten- en scholierenstaking gevolgd door een avondbetoging met 20.000 aanwezigen. Die betoging trok naar het parlement met de boodschap dat niet langer gewacht kan worden.

De minderheidsregering onder leiding van Fine Gael probeerde de beweging te paaien. Er werd geprobeerd om de beweging van straat te halen door in aparte commissies het opheffen van het grondwettelijk verbod op abortus en de mogelijkheid van abortus op vraag tot 12 weken in de zwangerschap te onderzoeken. Zo hoopte de regering tot een voorstel te komen met zo weinig mogelijk inhoud. Maar dit mislukte. Beide commissies weerspiegelden de groeiende vraag naar verandering en de brede maatschappelijke steun voor het recht van vrouwen om zelf te beslissen.

Deze steun werd door elke peiling bevestigd. Volgens de laatste in januari 2018 is 56% voorstander van het toekennen van het recht op abortus tot 12 weken, 29% is tegen en 15% weet het nog niet. Vooral onder jongeren is de steun ijzersterk. Zo zijn 75% van 18 tot 24-jarigen heel duidelijk pro-keuze.

De strijd is echter nog niet gewonnen. Het zou gevaarlijk zijn om het referendum gewoon af te wachten en op de regering te vertrouwen om ons een echte pro-keuze optie te geven. ROSA Ierland speelde een beslissende rol in de campagnes voor abortusrechten, onder meer met spraakmakende acties met een abortuspiltrein en -bus. Deze acties en de campagne hebben de publieke opinie gekeerd. Nu roept ROSA Ierland op tot een massale en actieve YES-campagne zodat het referendum ook effectief een pro-keuze optie afdwingt.

Zweden: #Metoo doet het systeem daveren

Commentatoren omschreven #metoo niet voor niets als de belangrijkste politieke gebeurtenis van 2018. Er waren niet minder dan 65 verschillende petities en er waren meer dan 60.000 getuigenissen van personeel uit de gezondheidszorg, onderwijs, media, ingenieurs, advocaten, horeca, bouw, … Er ontstond tevens een Facebook-groep met 57.000 leden. De omvang van het fenomeen maakte dat de tegenstand tegen dergelijke petities overbrugd werd.

Net als bij ons probeert het Zweedse establishment de beweging in haar voordeel te keren. Dat gebeurt onder meer door de aandacht af te leiden naar de ‘echte problemen’, zoals migratie, en door een grote nadruk op strengere wetten en straffen in plaats van meer publieke investeringen in huisvesting en onderwijs en in plaats van het probleem van seksisme op de werkvloer ernstig te nemen. Er waren oproepen aan de vakbonden om leiding te geven aan de strijd.

Het fenomeen #metoo staat nu op een kruispunt. Zal de campagne wegdeemsteren of zal ze zich organiseren rond duidelijke eisen voor verandering? Ook het tegenkamp begint zich beter te organiseren. We moeten daarop antwoorden en de druk van onderuit hoog houden.

De betogingen van 8 maart in Göteborg en Stockholm waren erg belangrijk. De linkse socialisten benadrukten er eisen rond de herverdeling van de maatschappelijke rijkdommen met hogere lonen, meer jobzekerheid, … zodat de economische en sociale positie van vrouwen versterkt wordt en zodat onderliggende oorzaken van onderdrukking en discriminatie ondermijnd worden. Op 25 maart werd een nieuwe campagne gelanceerd onder de naam ‘Socialistische Feministen.’ Die campagne komt op voor maatschappijverandering: socialisme kan de welvaart van de meerderheid van de werkende bevolking fundamenteel verbeteren en echte verandering teweegbrengen.

Hong Kong: migrantenvrouwen tegen slavernij

De strijd van migrantenarbeiders en hun organisaties is een indrukwekkend voorbeeld van de stemming om terug te vechten. Zowat 300.000 migrantenvrouwen werken in Hong Kong onder omstandigheden die aan slavernij doen denken: zes dagen per week tot 16 uur per dag werken voor een zeer laag loon.

Het is belangrijk dat deze werkenden zich organiseren en aansluiting vinden bij de rest van de arbeidersklasse. Door samen te strijden, is het mogelijk om een einde te maken aan deze arbeidsomstandigheden. Naar aanleiding van internationale vrouwendag kwamen migrantenvrouwen op straat in Hong Kong.


Crisis van het kapitalisme motor achter de nieuwe vrouwenstrijd

Foto: Jean-Marie Versyp

De crisis van 2008 heeft overal de verwachtingen van jongeren en vrouwen gedrukt. Het is niet toevallig dat zij als eersten op straat komen. In elke grote beweging en revolutie stonden vrouwen en jongeren vooraan. Dat was het geval in de Russische Revolutie en in aanloop naar de Duitse Revolutie van 1918-1923. Vrouwelijke arbeiders waren de eersten om het einde van de oorlog te eisen en om te protesteren tegen de oplopende inflatie die basisgoederen en voedsel voor de meerderheid van de bevolking zeer schaars en duur maakte. Ook in het revolutionaire jaar 1968 was de eis voor vrouwenrechten deel van de klassenstrijd. Het samenvallen van de vrouwen- en arbeidersstrijd was essentieel om belangrijke verworvenheden af te dwingen. Dit is vandaag niet anders.

De titel van de ROSA-conferentie op 31 maart was “Van #metoo tot #wijvechtenterug.” Hoe kunnen we deze stemming, waarbij een groot deel van de bevolking laat weten dat het genoeg is geweest, omzetten in actie? Daarbij is het belangrijk de lessen te trekken van de vrouwenstrijd uit het verleden. ROSA wil een actieve rol in deze discussie spelen.

Voor een socialistisch feminisme – 8 maart in België

De campagne ROSA onderscheidt zich van andere organisaties die voor vrouwenrechten opkomen. We verbinden de strijd tegen seksisme met die tegen het asociaal beleid. Onderdrukking kan immers niet aangepakt worden zonder in te gaan tegen de voorwaarden waaronder het plaatsvindt. Daarnaast richten we ons met actieve campagnes op bredere lagen en niet enkel op de klassieke activisten.

Op 8 maart kwam ROSA op straat voor eisen die zich niet beperken tot het recht om te dragen wat we willen, tegen geweld op vrouwen en voor de vrijheid om op straat rond te lopen zonder lastig gevallen te worden. We verdedigden ook eisen rond veilig en toegankelijk openbaar vervoer, voor een minimumpensioen van 1500 euro zodat vrouwen niet gestraft worden voor het vervullen van een dubbele dagtaak die hen door de samenleving opgedrongen wordt, voor een massaal investeringsbeleid in de openbare diensten om de dubbele dagtaak aan te pakken, voor een drastische inkorting van de werkweek met behoud van loon en bijkomende aanwervingen zodat de werkdruk vermindert en de combinatie van werk en gezin haalbaar wordt. Om deze eisen af te dwingen, is strijd van de hele arbeidersbeweging nodig.

Op de betogingen van 8 maart waren er veel jongeren, maar ook niet weinig vakbondsmilitanten. Er is een groeiende vraag naar de vakbonden – die in België sterk staan en een meerderheid van de werkenden organiseren – om offensiever op te komen voor de rechten van werkende vrouwen. Dit gaat niet ten koste van mannelijke werkenden, het is integendeel een essentiële aanvulling.

Burgerlijke feministen benadrukken eerder dat vrouwenstrijd een aparte strijd is die niets te maken heeft met klassenstrijd. Het socialistisch feminisme is het daar niet mee eens. Werkende vrouwen kunnen slechts fundamentele eisen en rechten afdwingen in samenwerking met de hele werkende klasse. Ze moeten en zullen vechten binnen en buiten de vakbond voor meer offensieve eisen die de levensstandaard van de hele werkende klasse optillen.

Aansluiting en bondgenoten vinden bij andere onderdrukte delen van de werkende bevolking is een andere taak die ernstig genomen moet worden. Zo roept ACOD LRB in Brussel op tot een strijdbare 1 mei optocht, voor eenheid en solidariteit in onze strijd met elke aanval op onze pensioenen, tegen herstructureringen, de aanvallen op onze uitkeringen, maar ook met de acties van vluchtelingen en sans papiers tegen het asielbeleid en de verdeel- en-heersstrategie van deze regering, tegen homofobie, …

Op 8 maart was er in de gevestigde media vooral aandacht voor het feit dat de ondernemer van het jaar in Vlaanderen een vrouw is. Er was ook protest van de vrouwelijke CEO van Proximus tegen het feit dat de Brusselse rapper Damso een lied voor het komende WK zou opnemen. Dat is echter niet beslissend voor de verdere uitbouw van een beweging die tot verandering kan leiden. Nieuw en veel belangrijker was het feit dat er dit jaar in zeven steden marsen tegen seksisme waren op 8 maart.

In Gent van 600 naar 1200 betogers

In Gent was ROSA vorig jaar de eerste om op te roepen voor een mars tegen seksisme. Het werd een daverend succes: de oproep kreeg steun van mensen uit universiteits-, vakbonds- en culturele kringen. Op de mars waren er 600 manifestanten. Dit jaar verdubbelde de mars in aantal: er kwamen 1.200 hoofdzakelijke jonge betogers op straat. Eerder op de dag was er aan de universiteit een geslaagde vrouwenstaking tegen loonongelijkheid.

Daarmee was de mars tegen seksisme een van de grootste betogingen sinds jaren in Gent. Het was het resultaat van een intensieve campagne op meer dan 10 secundaire scholen, aan de campussen van de universiteit en de hogescholen, in de wijken en op de werkplaatsen. De campagne maakte van de mars een gespreksonderwerp in de weken en dagen voor de eigenlijke betoging. Scholieren eisten op hun scholen betere seksuele opvoeding die meer is dan een biologielesje, debatten over seksisme en vrouwenrechten, maar ook gratis maandverbanden en tampons in de toiletten zodat die voor iedereen toegankelijk zijn. Op één school kwam het tot een sit-inactie met zo’n 60 scholieren, die steun kregen van enkele leerkrachten. Enkele eisen werden effectief ingewilligd (zie het artikel hierover in onze vorige editie) waarop dit nieuws in een open brief verspreid werd aan 12 andere scholen. Het is de bedoeling om ROSA verder uit te bouwen en ook elders initiatieven te nemen.

In Brussel met 500: geen kapitalisme zonder seksisme!

ROSA Brussel werkte nauw samen met verschillende organisaties, waaronder Wereldvrouwenmars en de lokale vrouwenwerking van de vakbond ACOD Amio. Er was een zekere aarzeling toen ROSA voorstelde om allemaal samen een grote betoging te organiseren. Het werd een compromis: aan het Centraal Station was er een feministisch dorp met infostands en van aan de ULB vertrok een betoging waarvoor ROSA met verschillende partners opriep.

De campagne op de campus van de ULB zette de toon en mobiliseerde honderden jongeren. Koerdische en Iraanse vrouwenorganisaties sloten zich hierbij aan en gaven de mars een zeer internationalistisch karakter. Een mooie delegatie van personeelsleden en studenten van de VUB sloot aan. De betoging richtte zich tegen seksisme en het besparingsbeleid met nadruk op eisen als een studentenloon en meer middelen voor onderwijs als antwoord op de campagne van ‘Rich meet beautiful’ (waarmee studenten in de prostitutie gelokt worden om hun studies te betalen). De klacht van de Brusselse staatssecretaris voor Gelijke Kansen Bianca Debaets tegen dit soort “sugardating” is natuurlijk meegenomen, maar slechts een druppel in de zee als de studiekosten zo hoog oplopen dat deze niet voor iedereen toegankelijk zijn.

Verder waren er in Luik, Antwerpen, Leuven, Louvain-la-Neuve en Namen lokale marsen met telkens enkele tientallen tot 200 aanwezigen. Deze acties kunnen de basis leggen voor de uitbouw van ROSA-comités in heel het land. Waar dit jaar nog getwijfeld werd of het mogelijk was om strijdbare betogingen te houden, is het duidelijk dat de successen van dit jaar de basis gelegd hebben voor marsen in elke grote stad van het land op 8 maart 2019.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie