Catalaanse verkiezingen: nederlaag voor de rechtse regering van de PP

Foto: Mario

De schorsing van de Catalaanse autonomie met artikel 155 van de Spaanse Grondwet, het gevangenzetten en de ballingschap van Catalaanse ministers, de repressie, het opdrijven van Spaans nationalisme en een angstcampagne (vooral met de verhuis van sociale zetels van meer dan 3.000 bedrijven uit Catalonië), volstonden niet voor een overwinning van de partijen van het blok van artikel 155 (de conservatieve PP, het liberale Ciudadanos en de sociaaldemocratische PSOE) in de verkiezingen van 21 december.

Artikel door Boris (Brussel) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

JxCat (Samen voor Catalonië, de lijst van Carles Puigdemont), ERC (Linkse Republikeinen in Catalonië) en de CUP (Kandidatuur van Volkseenheid) behielden hun meerderheid in het parlement. Honderdduizenden mensen die niet van de rechtse Catalaanse PdeCAT van Puigdemont moeten weten, hebben toch voor zijn lijst JxCat met tal van personaliteiten uit de Catalaanse beweging gestemd. Ze zagen daarin een signaal tegen de Spaanse staat.

De media, het koningshuis, de gevestigde partijen in de Spaanse staat, de Spaanse en de Catalaanse burgerij deden er alles aan om hun nederlaag te verbergen achter de overwinning van Ciudadanos. Die rechts-populistische partij werd de grootste in Catalonië. De conservatieve PP van premier Rajoy,  gezien als de uitdrukking van nationale onderdrukking en de erfgenaam van het Franquisme, maar ook als uithangbord van besparingen en corruptie, werd van de kaart geveegd. De PP verloor meer dan de helft van zijn kiezers en houdt onvoldoende zetels over om een fractie te vormen in het Catalaans parlement.

Ciudadanos staat voor een beleid in dienst van de grote bedrijven. De partij voerde een campagne waarbij het de gehechtheid aan Spanje koppelde aan de vrees voor kapitaalvlucht, delokalisatie van jobs en economische chaos door onafhankelijkheid. Het falen van de linkerzijde om in de nationale bevrijdingsbeweging in Catalonië tussen te komen met een klassenprogramma liet ruimte aan Ciudadanos om niet alleen onder reactionair rechts stemmen te halen, maar ook in arbeiderswijken in de rode gordel rond Barcelona en Tarragona, waar bij de laatste nationale verkiezingen nog massaal voor het linkse En Comú Podem (de eenheidslijst rond Ada Colau en Podemos) werd gestemd.

Het repressieve karakter van de Spaanse staat heeft miljoenen mensen doen breken met het gevestigde regime in Madrid. Het heeft de strijd voor een Catalaanse republiek versterkt, een strijd die door velen gezien wordt als een middel om de levensvoorwaarden te verbeteren en om tot echte sociale verandering te komen. De leiding van Podemos heeft zich buiten de massabeweging gezet door het referendum van 1 oktober als niet legitiem af te doen. De CUP speelde een belangrijke rol in de verdediging van het referendum, maar betaalde een prijs voor de weigering om met Catalaans rechts te breken. De linkse partij weigert dit omdat het de nationale kwestie laat voorgaan op de sociale kwestie.

Energieke acties van de massa’s, zoals tijdens het referendum van 1 oktober en de algemene staking van 3 oktober, kunnen leiden tot het vrijlaten van de politieke gevangenen en het stopzetten van artikel 155. Het kan de verdere strijd voor een republiek mogelijk maken. Linkse partijen en sociale bewegingen die het recht op zelfbeschikking verdedigen, moeten terug overgaan tot straatmobilisatie waarbij ze zich met een socialistisch programma richten op de arbeidersbeweging.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie