Verjaardagen in 2018… 90 jaar na de splitsing tussen stalinisten en trotskisten in België

Vandaag en de komende dagen publiceren we artikels uit onze archieven. Het gaat om artikels die nuttig zijn om nu al mee te zijn met enkele historische verjaardagen in 2018. Dit jaar is het 90 jaar geleden dat er in de Communistische Partij van België (KPB) een grote scheuring was tussen een stalinistische meerderheid en een trotskistische minderheid. 

 

Trotski (links) en Stalin (rechts)

In maart 1920 wordt de eerste communistische groep opgericht rond War Van Overstraeten vanuit de Socialistische Jonge Wacht (SJW, jongerenorganisatie van de Belgische Werkliedenpartij, de voorganger van SPA/PS). Joseph Jacquemotte, verantwoordelijke van de bediendenbond in Brussel, leidt een groep rond zijn blad “L’Exploité”. In mei 1921 verlaten ze in de BWP om de Belgische Communistische Partij op te richten. Op aandringen van de communistische internationale fusioneren de beide partijen.

Een moeilijk begin

De partij telt slechts 500 leden en kan in de parlementsverkiezing slechts 2 lijsten indienen (Brussel en Verviers). In `22 moeten een 15-tal leiders van de KPB voor het Assisenhof verschijnen op verdenking van “samenzwering”. In hetzelfde jaar neemt de BWP de motie “Mertens” aan: de vakbondsposities van de communistische militanten worden geëlimineerd. De grootste problemen komen echter voort uit het gebrek aan politieke samenhang in de KP zelf. Zo zijn er meningsverschillen over hoe de organisatie moet uitgebouwd worden, wie lid kan zijn van de partij,…

Linkse Oppositie in de Sovjetunie

Na de dood van Lenin in Rusland, werd de strijd tussen de bureaucratie en de revolutionairen openlijker gevoerd. De periode van oorlog (er vielen tientallen buitenlandse legers het land binnen) gecombineerd met de isolatie van de Sovjetunie (ondermeer door het mislukken van de Duitse revolutie in 1918) zorgden ervoor dat een bureaucratische laag meer macht naar zich kon toetrekken en in conflict kwam met een deel van de oude bolsjewistische leiding. Dit conflict wordt soms voorgesteld als een strijd tussen twee personen, Stalin en Trotski, maar uiteraard was er een materiële basis voor het conflict die veel dieper was dan een conflict tussen twee personen.

Vanuit de Communistische Internationale werd alles eraan gedaan om de invloed van Trotski en de Linkse Oppositie te beperken. De meeste afdelingen volgden de stalinistische leiding in Moskou.

In België waren de standpunten verdeeld. In de partijbladen van de KP (‘Drapeau Rouge’ en ‘Rode Vaan’) werden zowel de standpunten van Trotski als die van de ‘Troika’ (de groep rond Stalin, Zinoviev en Kamenew) uitgebreid toegelicht. Op het Centraal Comité van de Belgische KP van 1 maart 1925 werd een motie gestemd dat de houding van de Russische KP verwierp omdat ze op een kunstmatige wijze beschuldigingen naar voor brachten tegen Trotski en het “trotskisme”. Een resolutie van Jacquemotte dat een volledige steun uitsprak aan de houding van de Russische KP-leiding kreeg slechts 3 stemmen, tegenover 19 voor de eerste resolutie.

Tussen 1925 en 1927 waren er intense discussies in de partij over de ‘Russische kwestie’. In de ‘Rode Vaan’ van 16 september 1926 werd zelfs uitdrukkelijk geschreven dat de partij geen standpunt innam om de situatie eerst grondiger te kunnen bestuderen.

Op 7 november 1927 werd Trotsky uitgesloten uit de Russische KP. Dit leidde tot enorm veel reacties in de Belgische KP. Zo was er minstens één Brusselse afdeling die de volgende dag een brief stuurde naar de partijleiding waarin het haar vertrouwen opzegde in de leiding van de Kommunistische Internationale en aankondigde alle publieke activiteit (waaronder de zittingen in de gemeenteraad) voor de partij stop te zetten tot er een degelijke uitleg zou verschaft worden aan de leden. Op het CC (Centraal Comité) van eind november werden ook protestresoluties voorgelegd van afdelingen uit Schaarbeek, Molenbeek en van de federatie Charleroi. Op hetzelfde CC werd Georges Vereeken, als verantwoordelijke van de Brusselse afdeling die een ultimatum gesteld had, al zijn functies ontnomen.

In de nationale leiding van de Belgische KP waren de meningen verdeeld. Een resolutie van Van Overstraten en Adhemar Hennaut op het Uitvoerend Bureau (UB) waarin de schorsing van de uitsluitingen van Trotski en de leden van de Linkse Oppositie werd geëist, kreeg maar de helft van de stemmen op het UB, maar op het CC behaalden ze een meerderheid (15 tegen 3).

Moskou in het verweer tegen oppositie

De Stalinistische leiding in Moskou begon erg verveeld te zijn met de standpunten van de Belgische KP. Ze begonnen een offensief om een meerderheid te krijgen in België. Daartoe nodigden ze ondermeer een aantal leidinggevende figuren uit naar Moskou. Een aantal onder hen werden daar op een paar weken omgevormd van sympathisanten voor de oppositie tot de hevigste verdedigers van de stalinisten. Er werden ook een aantal wijzigingen opgelegd in de manier waarop gewerkt werd met buitenlandse communisten in België. Totdantoe waren die afzonderlijk georganiseerd met een raadgevende stem in de Belgische KP. Gezien het feit dat die buitenlandse communisten vooral de stalinisten steunden, kregen deze nu plots volwaardig stemrecht.

Het resultaat was dat tegen het CC van januari 1928 de verhouding tussen de steun aan de Linkse Oppositie en de Moskou-gezinden van 15 tegen 3 gewijzigd werd in een verhouding 13 tegen 13.

Dit was nog steeds een relatief zwakke positie en de leiding zag zich genoodzaakt om een periode van open discussie in te lassen. De pagina’s van het dagblad ‘Drapeau Rouge’ en het weekblad ‘Rode Vaan’ werden opengesteld voor de discussie. Bijna dagelijks verschenen artikels van zowel trotskisten als stalinisten.

Congres van maart 1928

De discussie leidde tot een congres in maart 1928 waar een partijstandpunt zou beslist worden. De Oppositie stond vooral sterk in Vlaanderen (waar het een meerderheid had), Brussel en Charleroi. Er was ongeveer 1 mandaat voor elke 10 leden. De meerderheid had 79 mandaten, de oppositie 34.

De discussies binnen de KP gingen vooral over de situatie in de Sovjetunie. De stalinistische degeneratie in de Sovjetunie en de bijhorende bureaucratisering van de internationale zorgde voor heel wat protest onder arbeiders en kaders van de KP. De nog erg jonge KP, die bovendien samengesteld was uit mensen met een verschillende achtergrond, leed sterk onder deze verdeeldheid. Het feit dat de meningsverschillen van bij de oprichting van de KP nooit echt volledig uitgediscussieerd waren, bevorderde dit niet. De oude groep die uit de sociaal-democratie kwam, werd voornamelijk actief in de stalinistische groep. De ultra-linkse groep rond Van Overstraeten sloot bij de trotskisten aan.

Linkse Oppositie in België

Het congres van 11 en 12 maart 1928 leidde tot een splitsing. De Oppositie bleef formeel oproepen om opnieuw opgenomen te worden in de KP en noemde zich nog steeds een ‘platform’ van de KP. De breuk was echter definitief. De Kommunistische Oppositie begon met een eigen krant, een tweewekelijks blad in het Nederlands en het Frans.

Er waren belangrijke groepen in Charleroi (onder de staalarbeiders) en ook in Vlaanderen, onder meer bij de dokwerkers in Gent en Antwerpen. De Kommunistische Oppositie probeerde de breuk met de KP te verwerken door een enorme activiteit aan de dag te leggen. Er werd niet enkel een enorme inspanning gedaan om haar pers uit te bouwen (de twee kranten), er waren ook tal van meetings en campagnes. Zo was er deelname aan verkiezingen. Bij de beruchte Borms-verkiezingen in Antwerpen (november 1928) namen ook de KP en de trotskisten deel. De trotskisten haalden meer dan 3.000 stemmen en versloegen de KP.

De enorme activiteitsgraad legde echter een hypotheek op de inhoudelijke discussies. Kwam daar nog bij dat er vanuit de stalinisten geprobeerd werd de trotskisten te destabiliseren. Zo bleek een internationale vertegenwoordiger achteraf een agent van de stalinistische GPU (geheime dienst) te zijn. Die vertegenwoordiger slaagde erin onderhuidse verdeeldheid te versterken.

Dit leidde tot een zekere desorientatie en ontgoocheling. De afdeling in Charleroi scheurde zich af van de organisatie omdat deze een ultra-linkse orientatie had door de verdediging van de Sovjetunie niet op te nemen, geen werking te hebben naar de KP toe,… Op een ogenblik van weinig arbeidersstrijd (tot aan de staking van 1932) had dit een rampzalig gevolg voor de linkerzijde. Ook de KP slaagde er niet in om de splitsing te verwerken tot de stakingsacties van 1932.

De splitsing zorgde ervoor dat de werking van de trotskisten al vrij snel erg beperkt was, ondanks de enorme mogelijkheden vlak na de splitsing.

Vanuit de kleine groep trotskisten in Charleroi (geleid door Léon Lesoil en anderen) en Brussel (met Georges Vereecken) werd gestaag gebouwd aan een nieuwe kracht. Tijdens de mijnstaking van 1932 wint de Linkse Oppositie aan autoriteit. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1932 worden 5 van hun leden verkozen in de regio van Charleroi.

De KPB telt een duizendtal aanhangers in het begin van 1928. De uitsluitingen en ontslagen zullen de KPB bijna de helft van haar leden kosten. Bovendien volgt de KPB een ultra-linkse oriëntatie die leidt tot haar isolatie.

In 1932 gaat de KPB van 1.175 leden naar 3.241 leden. In 1935 concretiseert de Volksfrontpolitiek zich in België door het voorstel van Jacquemotte om de KPB bij de BWP te doen aansluiten als autonome organisatie. De leiding van de BWP gaat hierop niet in.

Gedurende deze periode slaat de repressie ook toe in de leiding van de KPB zelf. Marc Willems, lid van het politiek bureau en verantwoordelijk voor de Jongkommunisten (JK), wordt te Moskou op het matje geroepen voor zijn voorstel tot eenheid tussen de JK, de SJW en de trotskistische jongerenorganisatie. Hij verdwijnt in de Goelag.

Jacquemotte sterft in 1936. Zijn partij is ondertussen uit de marginaliteit gestapt. De KPB heeft in 1935 negen afgevaardigden voor de kamer en vier senatoren. In 1938 telt de KPB 8.500 leden. Maar de draai naar de Volksfrontpolitiek heeft de KPB veranderd tot een partij die afstand doet van de socialistische revolutie.

De Kommunistische Oppositie ging de wereldoorlog in met sterke kernen in Charleroi en Brussel. Vooral in Charleroi stonden ze erg sterk en slaagden ze erin om ervoor te zorgen dat in die stad het laagste percentage Joden gedeporteerd werd door de nazi’s. De tol van de oorlog is echter enorm. Veel leiders sterven in concentratiekampen waardoor er na de oorlog weinig overblijft van het trotskisme in België.

Lessen uit de geschiedenis van het trotskisme

De Belgische trotskisten hadden voor de Wereldoorlog een enorme actiedrang en speelden een belangrijke rol in arbeidersstrijd. Ze slaagden erin een autoriteit op te bouwen onder de meest proletarische lagen van de bevolking.

Het ontbreken van een sterke theoretische basis om dit te begeleiden en het gebrek aan doordiscussiëren van meningsverschillen heeft echter een desastreuse rol gespeeld.

Het volstaat niet om een beweging op te bouwen zonder een stevige basis. Een inhoudelijke basis en een basis onder brede lagen van de bevolking. Het was op basis van hun massa-orientatie en hun rol in strijdbewegingen dat de trotskisten een autoriteit konden opbouwen. We moeten daar vandaag lessen uit trekken en vanuit deze traditie bouwen aan een sterke trotskistische partij in België die in staat is om niet enkel brede lagen te organiseren maar ook om vanuit een dagelijkse analyse van de politieke situatie in België en op wereldvlak de nodige bagage op te bouwen om de strijd voor een socialistische maatschappij tot een goed einde te brengen.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie