Catalonië: meer dan een miljoen betogers voor vrijlating politieke gevangenen

Strijd doorzetten tot de overwinning, voor een arbeidersrepubliek in Catalonië

Verklaring van Esquerra Revolucarionaria, het CWI in Catalonië

Op zaterdag 11 november was er een massale betoging met meer dan 1 miljoen mensen die zich in een 3,3 kilometer lange manifestatie opstelden om de vrijlating van de politieke gevangenen te eisen. Deze uiting van kracht is een kwalitatieve verandering in de strijd tegen repressie en de PP-regering.

De massa’s willen strijden tot het einde

Miljoenen mensen hebben begrepen dat de toepassing van artikel 155 en de onderdrukking van de Catalaanse autonomie, het gevangenzetten van de ‘Jordis’ en 8 ministers van de Catalaanse regering, een nooit geziene aanval zijn op democratische rechten. Morgen kan hetzelfde excuus gebruikt worden door de PP, Ciudadanos en de PSOE om gelijk welke vakbondsactivist, jongere of lokale activist of leden van linkse organisaties op te pakken als die het reactionaire regime in vraag stellen.

Zoals op andere ogenblikken de afgelopen maanden heeft de zweep van de contrarevolutie van de Spaans-nationalistische reactie miljoenen mensen op straat gebracht. Dit gebeurde met dezelfde vastberadenheid als op 1 oktober, toen miljoenen mensen hun recht om te beslissen verdedigden tegen de brutale politierepressie in, en op 3 oktober, toen Catalonië verlamd werd door een algemene staking. De massale mars van 11 november kwam er enkele dagen na een andere belangrijke actiedag. Ondanks een ontradingscampagne in de media en verzet door de leiding van de grote vakbonden (CCOO en UGT) kwamen honderdduizenden mensen op 8 november op straat tijdens een algemene staking. Werkplaatsen lagen plat, wegen en treinlijnen werden geblokkeerd. Er waren tal van betogingen.

Venezuela en Rusland

Het is moeilijk om in de geschiedenis een voorbeeld te vinden van zo’n aanhoudende, massale en krachtige periode van mobilisatie. De gevolgen ervan worden gevoeld door de rechtse krachten. De campagne van leugens en manipulatie tegen de Catalaanse bevolking lijkt wel eindeloos te zijn. Deze wordt ook steeds grotesker, wat het autoritaire gezicht van het regime laat zien.

Met hulp van Ciudadanos en de PSOE beweert de regering nu dat de Catalaanse crisis werd veroorzaakt door Maduro en Poetin die de sociale media ‘overspoeld’ zouden hebben met ‘desinformatie’ over Catalonië. Op de voorpagina’s van kranten als El Pais en andere wordt zogenaamd ‘bewijs’ gebracht van het feit dat de massamobilisaties in Catalonië het resultaat zijn van “buitenlandse interventies.” Het is onmogelijk om dit niet te vergelijken met de waanzinnige propagandacampagnes van Franco die steeds sprak over een “Joods Vrijmetselaarscomplot” gefinancierd door Rusland, dat achter de sociale bewegingen en stakingen tegen de dictatuur zou zitten.

Deze campagne haalt uit naar de ‘externe vijand’ als verantwoordelijke voor de grootste politieke crisis sinds het einde van de dictatuur. Dit is een teken van wanhoop. Er wordt al gesproken over de mogelijkheid van Russische en Venezolaanse betrokkenheid bij de Catalaanse verkiezingen van 21 december, wat vervolgens kan gebruikt worden om het resultaat te betwisten indien het niet gunstig is voor de centrale regering.

Ongenoegen en zoektocht naar alternatief onder linkse activisten

Op 1 en 3 oktober begon een revolutionaire crisis in Catalonië nadat de massa’s de repressie hadden overwonnen door massale acties. De Spaanse kapitalisten begrepen dit beter dan de leiders van de reformistische linkerzijde. Dat is waarom ze overgingen tot nooit geziene repressie. Ze wilden de revolutionaire crisis stoppen door de massabeweging de kop in te drukken en het idee van “si se puede” (ja het kan) uit het bewustzijn van de massa’s te wissen.

Deze gebeurtenissen vormen een test voor alle krachten. Het leidt tot scherpe discussies en zelfs splitsingen. De PSOE van Pedro Sanchez en de bureaucratische leiders van de vakbondsfederaties CCOO en UGT plaatsten zich achter Rajoy in hun steun aan de toepassing van artikel 155. Door zich af te keren van de massabeweging van de Catalaanse bevolking tegen onderdrukking en voor de republiek, maken ze de afstand tot de meest actieve lagen van de werkende klasse en de overgrote meerderheid van de jongeren en verarmde middenlagen nog groter. Hun conservatisme en materiële belangen dwingen hen tot een fusie met de staat en de heersende klasse, vanuit de overtuiging dat hun lot verbonden is met de stabiliteit van het systeem.

Krachten die beweren op te komen voor de republiek en voor radicale verandering, zoals Podemos en Izquierda Unida, hebben ondertussen niet de verdediging opgenomen van het referendum van 1 oktober en weigeren om aan de werkenden in de rest van de Spaanse staat uit te leggen wat er op het spel staat. Ze organiseren geen strijd op straat, maar nemen een standpunt van “gelijke voet” aan (waarbij de Catalaanse onafhankelijkheidsverklaring en de repressie als gelijkwaardig worden beschouwd). Ze beperken zich tot een oproep aan de repressieve staat en bijhorende politici om een ‘wettelijk referendum’ te houden met ‘garanties.’ Ze verliezen een grote kans om de verdediging van de Catalaanse republiek te verbinden met de strijd om de PP en het besparingsbeleid te stoppen, wat de weg zou openen voor een arbeidersrepubliek in de rest van de Spaanse staat. Deze leiders weigeren om een effectief antwoord te bieden op de campagne van Spaans nationalisme.

Er zijn natuurlijk wel verschillen tussen hen. Alberto Garzon, de leider van IU, is het verst gegaan. Hij ontkent dat de leiders van de massabeweging en de Catalaanse ministers die gevangen genomen zijn “politieke gevangenen” zijn en zegt zelfs dat ze “wisten wat ze deden” en bijgevolg niet teveel moeten klagen. Dit is geen standpunt dat een zelfverklaarde marxist en communist waardig is. De eerste taak van elke revolutionair is, zoals Che Guevara opmerkte, om elke vorm van onrechtvaardigheid en elke aanval op democratische rechten te bestrijden, waar dit ook gebeurt. De massabeweging in Catalonië voorstellen als een beweging van de elite, zoals Garzon dit doet, is een vervalsing van de realiteit. De leiders van de PDeCAT en de Catalaanse burgerij werden compleet voorbijgestoken door de beweging. Honderdduizenden mensen zien de Catalaanse republiek als een manier om te breken met het regime van 1978, om de besparingen te stoppen en om stappen vooruit te zetten naar zowel sociale als nationale bevrijding.

Garzon stelt dat de Catalaanse republiek ingaat tegen de belangen van de werkende klasse en dat ‘communisten’ dit dan ook niet kunnen steunen. Dit is een flagrante vervalsing van het marxisme. Marxisten hebben steeds het recht van naties op zelfbeschikking verdedigd. Dat is een strijd tegen elke poging om gelijk welke natie tegen haar wil binnen bepaalde grenzen te houden en het recht op onafhankelijkheid te ontzeggen. De standpunten van Garzon worden door de heersende klasse aangegrepen om verwarring te zaaien en om Spaans-nationalistische vooroordelen ingang te laten vinden in Catalonië en in de hele Spaanse staat.

Pablo Iglesias heeft de repressieve maatregelen van de regering duidelijker veroordeeld dan Garzon. Hij spreekt zich ook uit tegen het bestaan van politieke gevangenen. Maar dit volstaat niet als hij tegelijk weigert over te gaan tot straatmobilisaties tegen repressie en om de revolutionaire betekenis van de beweging uit te leggen. Iglesias stelde zelfs dat de resultaten van het referendum van 1 oktober ‘niet legitiem’ zijn. Wat is er legitiemer dan een stemming onder dreiging van rubberkogels en matrakken waaraan toch meer dan 2,2 miljoen mensen deelnamen, wat meer is dan bij de laatste Europese verkiezingen?

Deze standpunten benadrukken het respecteren van de rechtstaat en de wetten die hun oorsprong vonden in het Franquisme en bedoeld waren om de kapitalistische orde te behouden, waarbij die orde belangrijker is dan de democratische wil van de bevolking. Het is een verraad van een van de centrale ideeën die Podemos toeliet om de afgelopen jaren zo snel te groeien ten koste van de PSOE. Podemos stelde zich voor als de kracht die een einde zou maken aan het regime van 1978, de besparingen en massale werkloosheid en als een kracht die zou ingaan tegen het beleid dat enkel de grote banken en monopolies diende.

Deze tegenstrijdigheid tussen de retoriek en de praktijk van Podemos heeft geleid tot een splitsing binnen de Catalaanse afdeling (Podem) en het ontslag van de voorzitter van Podem, Albano Dante Fachin. Die behield een standpunt dat veel meer aansloot bij de oorspronkelijke principes van Podemos. Albano Dante omschrijft zichzelf als een internationalist en stelt terecht dat de leden van Podemos vooraan moeten staan in de strijd voor het referendum, voor het toepassen van de resultaten ervan in de vorm van een Catalaanse republiek en tegen de staatsrepressie. Het maakt van Dante een van de meest populaire leiders in de Catalaanse mobilisaties.

De Spaanse leiding van Podemos distantieerde zich van Albano Dante en zette druk op hem om ontslag te nemen uit de partij. Deze opstelling tegen Dante staat in een schril contrast met de tolerantie tegenover andere voortrekkers van Podemos die Spaans-nationalistische vooroordelen naar voor brachten, zoals Bescansa of de leider van Iniciativa (een Catalaanse partij die deel uitmaakt van de alliantie Unidos Podemos), Joan Coscubiela.

Als de Spaanse leiding van Podemos een zelfde positie had ingenomen als Albano Dante, dan was het voor Podemos veel gemakkelijker geweest om de massabeweging voor een Catalaanse republiek te verbinden met delen van de werkende klasse in Catalonië en daarbuiten die tegen PP zijn maar de beweging voor onafhankelijkheid niet vertrouwen omwille van de rol van Puigdemont en de burgerlijke nationalisten van PDeCAT. Dit is de centrale taak van het moment: de leiding van de beweging uit handen van deze politici halen en verbinden met de strijd voor maatschappijverandering en het beëindigen van de onderdrukking door de Spaanse en Catalaanse elite.

Onder de leden van ‘Comunes’ (de gemeentelijke linkse allianties die door Podemos en andere krachten werden opgezet, in Barcelona onder leiding van burgemeester Ada Colau) en onder duizenden kiezers ervan is er ongenoegen omwille van het standpunt dat door de meerderheid van de leiders wordt ingenomen. De wijzigingen in de positie van Ada Colau werden in brede kringen bekritiseerd. Dit kwam tot uiting in de beslissing van de basis van ‘Barcelona en Comun’ om de coalitie met de PSC (Catalaanse sociaaldemocratie) in het stadhuis te verbreken uit protest tegen de steun van die partij aan de repressie. In verschillende peilingen bleek dat meer dan een derde van de Comun-kiezers voor Catalaanse onafhankelijkheid is.

De strijd doorzetten tot de overwinning

Op 8 en 11 november zagen we opnieuw de kracht van de beweging. De strijdbare linkerzijde en de Comités voor de Verdediging van de Republiek (CVR) die de voorbije weken sterker werden, moeten een actieplan opmaken voor aanhoudende mobilisaties tot we winnen. Dit is ook de beste manier om de Spaanse nationalistische reactie een nederlaag toe te brengen in de verkiezingen van 21 december.

Het zou een grote fout zijn om straatmobilisatie als een bijkomstige tactiek naast electoralisme te zien. Het is omgekeerd: we kunnen de reactie enkel verslaan en de wil van de bevolking realiseren door de methoden te gebruiken waarmee we zo ver gekomen zijn. Telkens er een ernstige actieoproep was, volgde een protest dat groter was dan verwacht. Telkens de straten verlaten werden, probeerden de leiders van de rechterzijde van de beweging onder leiding van PDeCAT om terug te trekken en werd de reactie versterkt.

Er zijn veel voorbeelden. De verdedigingsstrategie van Carme Forcadell en andere leden van het Catalaans parlementair comité in de rechtbank – waarbij ze stelden dat de republiek slechts ‘symbolisch’ was en beloofd werd om ‘binnen het kader van de grondwet te werken’ – is een fout. Het Hooggerechtshof liet hen op borgtocht vrij, niet omwille van deze strategie maar omdat het een massabeweging vreest. Honderdduizenden mensen die op 1 en 3 oktober in actie kwamen, maar sindsdien niet meer, werden op 8 en 11 november opnieuw bij acties betrokken. De meest vooruitziende vertegenwoordigers van de heersende klasse vrezen dat de verwerping van de repressie bijdraagt aan het diskrediet van het Spaanse regime en de monarchie in het algemeen en dat dit de voorwaarden kan creëren waardoor grotere delen van de Catalaanse arbeidersklasse beslissende steun geven aan de Catalaanse republiek.

We zullen de brutale angstcampagne of de pogingen tot verdeeldheid van de Catalaanse werkende bevolking niet beantwoorden door ons terug te trekken. Het ‘kader van de grondwet’ aanvaarden en de onafhankelijkheid als louter ‘symbolisch’ omschrijven, zijn fouten die door de Spaanse heersende klasse zullen aangegrepen worden om twijfel en verwarring te zaaien.

We zullen niet winnen op basis van retoriek of wettelijke kunstgrepen. Dat zijn de methoden van de burgerlijke nationalisten in Catalonië die zich telkens terugtrekken om de hoop van de beweging te verraden. De enige manier om het antidemocratische regime van 1978 te verslaan, is door van de Catalaanse republiek een realiteit te maken en er een sociale inhoud aan te geven, tegen het besparingsbeleid dat zowel door PP als PDeCAT is opgelegd, door de besparingen en uithuiszettingen te stoppen, door te voorzien in publieke gezondheidszorg en onderwijs, degelijke jobs met goede lonen en de nationalisatie van de banken onder democratische controle. Enkel de strijd voor een socialistische Catalaanse republiek waarmee een einde wordt gemaakt aan klassenonderdrukking en waar de middelen ingezet worden met het oog op de noden van de meerderheid van de bevolking, kan de arbeidersbeweging in Catalonië en daarbuiten verenigen. Dit zou sympathie krijgen onder miljoenen werkenden doorheen Europa, wat de mogelijkheden van repressie vanuit de Spaanse staat zou ondermijnen.

Voor een eenheidsfront van de strijdbare linkerzijde! Voor een arbeidersrepubliek in Catalonië!

De diepte van de revolutionaire crisis in Catalonië en de indrukwekkende reserve aan energie en leven in de beweging die de afgelopen dagen bleek, beginnen gevolgen te hebben in alle organisaties en leiden tot grote veranderingen. ERC heeft onder druk van de basis geweigerd om opnieuw een electorale alliantie met PDeCAT aan te gaan. Er is ook een breek ongenoegen onder de basis van de ANC (Nationale Catalaanse Raad, een massale pro-onafhankelijkheidsorganisatie) wegens het zwakke antwoord op de repressie. Op 12 november spraken 54% van de leden van Catalunya en Comu zich uit voor het stopzetten van de samenwerking met PSC in het stadhuis van Barcelona. Albano Dante vormde samen met andere voormalige leiders en leden van Podemos ‘Som Alternativa’ (We zijn het alternatief), dat nagaat of het mogelijk is om aan de verkiezingen deel te nemen samen met andere partijen, zoals CUP en ERC.

De leden van CUP beslisten op een nationaal congres om een bocht van 180 graden te maken en de tactiek van steun aan PDeCAT, zoals verdedigd door de CUP-leiding, te stoppen. Deze tactiek was compleet verkeerd en liet PDeCAT toe om de leiding van het proces te behouden, dit meermaals te verraden en te verhinderen dat er sociale eisen aan gekoppeld werden. Deze tactiek maakte het onmogelijk om bredere lagen van de arbeidersklasse te overtuigen.

Esquerra Revolucionaria, het CWI in Catalonië, roept CUP, Podem, Catalunya en Comú en Som Alternativa op om een eenheidsfront te vormen met de strijdbare linkerzijde die zich tegen het regime van 1978 verzet. Op basis van de organisatie en uitbreiding van de Comités ter Verdediging van de Republiek kan een algemene, duurzame en krachtige beweging op straat uitgebouwd worden waarmee de Spaanse nationalistische reactie wordt verslaan en een arbeidersrepubliek in Catalonië wordt afgedwongen.

  • Weg met artikel 155! Vrijlating van alle politieke gevangenen! Terugtrekking van de Spaanse nationale en militaire politie uit Catalonië!
  • Intrekking van alle reactionaire hervormingen van de arbeidswet en de pensioenen! Pensioen op 60 jaar met behoud van 100% van het loon en gelijke voorwaarden voor jongeren!
  • Minimumloon van 1.100 euro per maand en een 35-urenweek zonder loonverlies
  • Stop uithuiszettingen! Neem leegstaande huizen van banken en grote bedrijven in beslag om sociale huisvesting te creëren!
  • Hernationalisatie van alle geprivatiseerde openbare diensten, behoud en uitbreiding van het personeel en respect voor de rechten van werkenden!
  • Intrekking van de onderwijshervormingen: voor publiek, kwaliteitsvol, gratis en algemeen onderwijs van de kleuterklas tot de universiteit!
  • Voor het recht op publieke, gratis en algemene gezondheidszorg!
  • Solidariteit met vluchtelingen! Weg met de racistische migratiewetten! Sluit de gevangeniskampen voor migranten!
  • Voor het democratische recht op vrije meningsuiting, organisatie en bijeenkomst! Weg met de repressieve wetten!
  • Nationaliseer de banken en de sleutelsectoren van de economie in dienst van de werkende bevolking en om een degelijke levensstandaard te garanderen!
  • Voor het recht op zelfbeschikking in Catalonië, Baskenland en Galicië. Voor een socialistische republiek in Catalonië en een federale socialistische republiek op basis van een vrije en vrijwillige eenheid van volkeren in de Spaanse staat indien ze dit willen.
Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie