Staking 10 oktober. ABVV demonstreert sterkte bij de overheid, maar meer is nodig!

Globaal genomen was de staking van 10 oktober door het ACOD (ABVV in de openbare sectoren) een succes. De campagne van het verenigde establishment van regering, patroons en grote persgroepen, heeft niet gewerkt. De vakbonden zouden ‘wereldvreemd’ zijn – ‘out of touch’. Het grof geschut stond al opgesteld. Als deze staking mislukte, zouden we een ton bagger over ons krijgen. Zover kwam het dus niet. Michel dreigde na de staking nogmaals het stakingsrecht in te perken en klaagde alweer over de gijzeling van studenten en werkwilligen door de stakers, maar voor het overige werd in de pers achteraf vooral gezwegen. Dat komt doordat de staking beter opgevolgd werd dan het establishment gehoopt had. We mogen echter niet op onze lauweren rusten, de staking heeft immers ook een aantal zwakheden blootgelegd waaraan we best snel verhelpen. Een paar suggesties.

Analyse door Eric Byl (dit artikel zal in de novembereditie van ‘De Linkse Socialist’ verschijnen)

Onhoudbare situatie op werkvloer maakt succes van staking

De staking toonde vooral dat het establishment zelf ‘out of touch’ is. Het gelooft immers zijn eigen leugens en verdraaiingen. Michel zou banen creëren en onze koopkracht verhogen. Als we langer moeten werken, zou dat enkel komen omdat we langer leven. De grote vermogens zouden dankzij de effectentaks – over de Kaaimantaks wordt wijselijk gezwegen – voor het eerst ‘bijdragen’. De vakbonden zouden conservatief zijn en willen dat alles bij het oude blijft. Denken die nu echt dat we de werkdruk niet lijfelijk ondervinden? De uitholling van onze koopkracht? De gigantische en almaar groeiende kloof tussen arm en rijk? En dat wij geloven dat we langer moeten werken om de pensioenen te redden? Iedereen weet toch dat dit allemaal in de diepe zakken van CEO’s en aandeelhouders verdwijnt.

De vooringenomenheid van het establishment is zo enorm dat het de barslechte condities waarin de meesten onder ons moeten leven en werken pas erkent als de spreekwoordelijke kinderen van de elite het zelf vertellen. Neem nu de uitzending van ‘Pano’ over de schrijnende toestanden in de private rusthuizen. Pas nadat een journaliste er maandenlang undercover werkte, veinst het establishment verontwaardiging. De vakbonden, duizenden werknemers en tienduizenden patiënten en hun familie klagen dat al jaren aan, maar dan kijkt het establishment weg. Toevallig viel die reportage samen met een andere over een huisarts in Antwerpen die een jaar lang undercover ging als buschauffeur. Ook aan zijn bevindingen is niets nieuws. Het zou ons verbazen als de arts in kwestie nog elders aanvaard wordt, we hadden hem nochtans graag een jaartje post laten bedelen.

Het zijn die objectieve toestanden die verklaren waarom de staking alsnog een succes werd. Het is schrijnend dat we via de grote media die ons doorgaans afbranden, moeten vernemen hoe collega’s in andere sectoren hetzelfde ondergaan als wij. Dat komt uiteraard omdat de media de vakbondsstandpunten systematisch weren, maar ook omdat de vakbonden er zelf veel te weinig op hameren. Neem nu ‘De Werker’, ‘Tribune’, of de ledenbladen van het ACV. Die zijn dikwijls onleesbaar, een opsomming van verklaringen van de verschillende centrales die eigenlijk beter op de website van de centrale zelf zouden staan of onder een gesloten venster voor afgevaardigden en militanten. Waarom interviewen we niet meer werknemers over hun concrete condities? Waarom gaan de vakbondsleiders als ze in debatten met politici of patroons verschijnen niet meer in op die condities? Dat zou voor veel kijkers of luisteraars bekend in de oren klinken en beter overkomen dan voortdurend de gediscrediteerde ‘bevriende politieke partners’ van SP.a, PS, CD&V en CDH in bescherming te nemen.

Onze antwoorden bediscussiëren en georganiseerd uitdragen

De vakbonden beschikken over uitstekende studiediensten. Zij leveren soms prachtig materiaal af zoals de sociaaleconomische barometer, maar daar gebeurt verder te weinig mee. Waarom al dat werk niet populariseren in een aantal cruciale argumenten die de militanten op de werkplaats kunnen gebruiken? Zelfs op de sociale media spelen de vakbonden niet mee. Het is er al rechts wat de klok slaat omdat rechts in tegenstelling tot de vakbonden wel systematisch en georganiseerd reacties plaatst, dikwijls op een onbehouwen en brutale manier, maar het zet de toon. De vakbonden hebben talloze gepensioneerde militanten, werklozen, migranten, specialisten op elk mogelijk terrein, maar die worden helaas nauwelijks ingeschakeld. Waarom de vakbondsvormingen zo technisch houden, hoofdzakelijk gericht op de overlegstructuren, terwijl we over uitstekend studiewerk beschikken en we dat met de hulp van onze gepensioneerde oudgedienden ook sterk ideologisch zouden kunnen onderbouwen?

De jarenlange afwezigheid van echt linkse voorstellen in het publieke debat heeft sporen nagelaten. Rechtse opvattingen, populistische vooroordelen en een wantrouwen tegen alles wat links is, konden daardoor in delen van de arbeidersbeweging insijpelen. Elke militant ondervindt dat, velen gaan de discussie dan maar uit de weg, anderen blijven er hard tegenaan gaan, maar zonder idee hoe die trend te keren. Het is één van de centrale syndicale uitdagingen om die militanten te bewapenen met een analyse, een programma, een strategie en een benadering die hen daartoe in staat stelt. We moeten hen helpen om de concrete maatschappelijke gebeurtenissen te herkennen waarmee ze het begrip en inzicht van hun collega’s kunnen optillen.

Het piket aan het Brusselse ziekenhuis Brugmann op 10 oktober kan eigenlijk model staan voor hoe het moet: zeer politiek, sterk beargumenteerd, met spandoeken en pamfletten. Dat werd opgebouwd over jaren. Zelfs het invoeren van parkeermeters door de gemeente werd door de vakbond aangegrepen om het personeel bijeen te brengen en het gebrek aan een parking voor het personeel aan te klagen gekoppeld aan de vraag voor een grotere tegemoetkoming voor openbaar vervoer. Het piket aan De Lijn Zurenborg in Antwerpen en dat aan NMBS-Berchem werden omgevormd tot syndicale scholen, waarbij zelfs tijd uitgetrokken werd voor een solidariteitsactie met de buschauffeurs uit Londen. De delegatie aan de ULB had in reactie op de recente publiciteit voor studentenprostitutie ‘rich meet beautiful’ de besparingen op onderwijs en de sociale dienst aan de kaak kunnen stellen. Alleen zo kan men het onbewuste bewust maken en krachtsverhoudingen opbouwen. Een syndicale afgevaardigde is maar zo krachtig als de basis waarop hij of zij kan steunen, ook om mee te wegen op de algemene oriëntatie van de vakbonden.

Staking en solidariteit organiseren

Dat er met die oriëntatie een en ander verkeerd zit, is op 10 oktober helaas herbevestigd. Veel militanten moesten de staking vernemen via de doorgaans vijandige pers. Er werden geen voorafgaande personeelsvergaderingen georganiseerd om te informeren, te raadplegen en te motiveren. Het ACV en een groot deel van de privé deden niet mee. Naar verluidt hebben veel ACV-militanten de verklaring van Leemans, dat hij de voorkeur geeft aan onderhandelen, niet op prijs gesteld. Al maanden klaagt het ACV immers aan dat de regering-Michel niet echt wil onderhandelen. Dat bij het ABVV niet elke sector met een vingerknip mobiliseerbaar is, kunnen we begrijpen. We weten dat het ACOD op zijn zachtst gezzgd getreuzeld heeft om te antwoorden op de vraag van privécentrales van het ABVV over hoe ze de staking konden ondersteunen. Maar tussen dat en helemaal niets ondernemen, zit wel een hemelsbreed verschil.

Libre Parcours, een netwerk van strijdbare syndicalisten in het openbaar vervoer, heeft een sticker geproduceerd ‘Staking 10/10 Ik ben Solidair’, in de hoop dat anderen dat zouden oppikken. Waarom heeft het ABVV zoiets niet gedaan op enkele honderdduizend exemplaren, verspreid onder alle militanten om uit te delen op de werkplaats, onder familie en vrienden, zodat ook in de privé die dag talloze mensen hun solidariteit met de stakers in de openbare diensten konden uitdrukken en zo de staking in de publieke opinie in een beter daglicht stellen? Het establishment ontbindt al haar duivels, terwijl de vakbondsleidingen de kansen zomaar voorbij laten trekken. Wat als het ABVV het ACV had gecontacteerd met de stelling dat ze allemaal aan dezelfde kant staan, zelfs als er tactische of strategische meningsverschillen zijn, en voorgesteld had die sticker gezamenlijk te produceren en te verdelen? Dat zou de staking enorm versterkt hebben en de pogingen van de regering om de vakbonden tegen elkaar uit te spelen de pas hebben afgesneden. Het zou de militanten van het ACV die wel in actie wilden gaan een instrument hebben opgeleverd waarmee ze aan de slag konden.

Een staking begint niet op stakersdag, maar eindigt er evenmin. De dag erna wordt op de werkvloer hevig gedebatteerd over zin en onzin. Ofwel laten we dat over aan de bureauchefs, de personeelsdiensten of gewoon diegene die het luidst roept, ofwel reiken we onze militanten een instrument aan waarmee we zelf de tonaliteit mee kunnen bepalen. Na een staking is zo snel mogelijk een korte evaluatie nodig: waarom hebben we gestaakt, wat wensen we te bereiken, hoe hopen we dat te doen? Daarbij komt het erop aan de eenheid van de werknemers, stakers en niet-stakers, vakbonden die gestaakt hebben en vakbonden die dat niet deden, niet te bruuskeren, maar onze pijlen te richten op de directies en de overheid die de werkelijke verantwoordelijken zijn voor de onmenselijke condities en de veel te lage lonen waaraan wij moeten werken.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie