Vrouwenrechten. 28 september: internationale actiedag voor het recht op abortus

Protest aan het Iers parlement gebaseerd op de televisiereeks ‘The Handmaids Tale’ (een recensie van die reeks volgt later op socialisme.be)

De internationale actiedag voor het recht op abortus komt van de Campaña 28 Septiembre, een campagne die in 1990 in Latijns-Amerika werd opgezet voor de decriminalisering van abortus. In 2011 werd de actiedag internationaal opgepikt door het Women’s Global Network for Reproductive Rights. Sedertdien zijn er wereldwijd acties op of rond die dag. De afgelopen jaren is de kwestie van abortus opnieuw belangrijker geworden.

Dossier door Sonja Grusch, Sozialistische Linkspartei (Oostenrijk)

Alle religieuze fundamentalisten, de zelfverklaarde ‘pro-leven-activisten’ en hun medestanders in regeringen waren er altijd al. Maar ze lijken zich luider te manifesteren en werden de afgelopen jaren gevaarlijker.

De feiten: een gevaarlijke situatie voor vrouwen

Een op de drie vrouwen ondergaat ooit een abortus. Zoals het Ierse parlementslid Ruth Coppinger terecht opmerkte, is het “een van de meest voorkomende medische procedures ter wereld.” Internationaal is abortus slechts in een minderheid van landen wettelijk mogelijk. 25% van de vrouwen leven in landen waar abortus verboden is en bestraft met gevangenis of erger. 40% leeft in landen waar het verboden is, of slechts in bepaalde gevallen toegankelijk, of waar de toegang erg moeilijk is. Zelfs waar het formeel gezien wettelijk toegelaten is, blijft de toegang vaak moeilijk of is het erg duur.

In Oostenrijk maakte een sociaaldemocratische regering abortus wettelijk mogelijk in 1975. Er werden echter geen stappen gezet om de toegang tot abortus te voorzien. De verantwoordelijke dokter in een ziekenhuis kan beslissen of ze al dan niet abortussen toepassen. Dit betekent in de praktijk dat er amper ziekenhuizen zijn waar je voor een abortus terecht kan. Het is zelfs het geval in de publieke ziekenhuizen die door de overheid gefinancierd worden en in de meeste delen van Oostenrijk beheerd worden door sociaaldemocraten. De realiteit is dus dat veel Oostenrijkse vrouwen ver moeten reizen om toegang te hebben tot abortus en daar vaak veel voor moeten betalen.

Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) zijn er jaarlijks ongeveer 22 miljoen onveilige abortussen, dat is meer dan de helft van alle abortussen. Jaarlijks sterven 47.000 tot 60.000 vrouwen als gevolg van een onveilige abortus. Dat is één vrouw per zeven minuten! Veel van deze vrouwen hebben al kinderen die zonder moeder achterblijven en vaak ook zonder vader. Naar schatting 8,5 miljoen vrouwen hebben langdurige gezondheidsproblemen als gevolg van onveilige abortus. Een verbod op abortus leidt tot meer doden en gewonden.

Het dodelijke beleid van de zogenaamde ‘pro-levenbeweging’

De cijfers tonen dat er geen verband is tussen het aantal kinderen per vrouw en toegang tot abortus. In landen met erg strike anti-abortuswetten, zoals Malta en Portugal, hebben vrouwen gemiddeld 1,38 en1,29 kinderen. In Zweden en Noorwegen, waar abortus legaal is en waar vrouwen een betere sociale situatie kennen met toegang tot betaalbare kinderopvang, hebben vrouwen gemiddeld 1,89 en 1,78 kinderen.

Op Socialisme 2017 spreekt Iers parlementslid Ruth Coppinger over de strijd voor het recht op abortus in Ierland

Er is een verband tussen toegang tot contraceptie en abortus. Betere seksuele opvoeding in de scholen en goedkopere en makkelijkere toegang tot contraceptie leiden tot minder ongewenste zwangerschappen en dus tot minder abortussen. Oostenrijk is een van de weinige Europese landen waar jongeren en arme mensen de volledige pot moeten betalen voor contraceptie. Het is volgens experten ook een van de landen met het grootste aantal tienerzwangerschappen. Het toont het reactionaire karakter van de zogenaamde ‘pro-lifebewegingen’ in Oostenrijk: de meesten zijn tegen seksuele opvoeding en contraceptie. Ze houden vast aan een ultraconservatief beeld op het gezin en zien de rol van vrouwen enkel als voortplantingsmachine. Ze zijn niet alleen verbonden met kerken en religieuze groepen, maar ook met extreemrechts en fascisten. Het is in deze kringen niet ongewoon om de holocaust te minimaliseren en antisemitische uitspraken te doen. Er wordt gepleit voor meer blanke christelijke kinderen als antwoord op migratie en de aanwezigheid van moslims. Extreemrechts neemt niet alleen deel aan ‘pro-life’ acties, ze gaan ook over tot fysiek geweld op pro-keuze-activisten. In de VS hebben radicale anti-abortusactivisten al personeelsleden van ziekenhuizen die abortus toepassen vermoord.

Het gaat niet enkel om een paar gestoorde individuen in de marge van de pro-life-beweging. Het komt vaak voor en is verbonden met het reactionaire karakter van het hele concept van de ‘pro-life-beweging’. De waarheid is dat deze beweging die gefinancierd wordt door kerken, conservatieve en reactionaire groepen, verantwoordelijk is voor ongewenste zwangerschappen en voor het overlijden van vrouwen die sterven aan de gevolgen van onveilige abortussen. Het zijn moordenaars.

Waarom worden ze sterker?

Als de anti-abortuskrachten zich zouden beperken tot mensen die met kaarsen en kruisen rondlopen, dan zouden we hen gemakkelijk kunnen negeren. Maar ze hebben een invloed op het dagelijkse beleid. Onder hun invloed hebben Amerikaanse vertegenwoordigers op een VN Kindertop alle formuleren geblokkeerd die konden geïnterpreteerd worden als het aanvaarden van abortus voor erg jonge zwangere meisjes. In 2012 kwamen ze met een Europees initiatief “Eén van ons” waarmee bijna twee miljoen handtekeningen werden opgehaald. Hun doel was om Europese financiering voor gezinsplanning te stoppen. De druk was zo sterk dat de EU een geplande beslissing van het parlement voor een Europees “recht op abortus” tegenhield. Die beslissing had miljoenen vrouwen kunnen helpen in landen zoals Polen, waar abortus de facto onmogelijk is, of Malta, waar abortus zelfs niet mogelijk is als het leven van de vrouw in gevaar is.

Trump wilde zijn ultraconservatieve kiezers bedanken en stopte de financiering van internationale organisaties die helpen bij contraceptie of die abortus als optie durven vermelden. Miljoenen vrouwen in Afrika en Azië hebben hierdoor geen toegang tot contraceptie, medische hulp of condooms om AIDS te vermijden. De kwestie van abortus toont hoe het kapitalisme en de ideologische basis ervan – hoe tegenstrijdig die soms ook is – hindernissen zijn voor de ontwikkeling van de mensheid.

In 1980 werd de eerste abortuspil al ontwikkeld: een veel eenvoudiger en goedkopere manier die honderdduizenden levens kan redden, zeker van vrouwen die geen toegang hebben tot dokters en ziekenhuizen. Het aanvaarden en legaliseren van deze pillen  duurden erg lang, zelfs in die landen waar abortus door een dokter wettelijk mogelijk is. In veel landen wordt het nog steeds verbonden met een doktersbezoek, zelfs indien dit vanuit medisch oogpunt niet noodzakelijk is. Voor reactionaire krachten is de controle op het lichaam van vrouwen en het opleggen van traditionele gezinsstructuren belangrijker dan de winsten van de farmaceutische industrie, ook al maakt die nog steeds winst omdat vrouwen het illegaal en dus tegen een hogere prijs kopen.

De groeiende invloed van deze fundamentalisten wijst op een economische verandering en de daaruit voortkomende politieke veranderingen. Het traditionele gezin is van groot belang voor het heersende kapitalistische systeem. Het zorgt niet alleen voor onbetaalde arbeid (vooral door vrouwen), maar het stabiliseert ook het heersende systeem dat steeds meer onder druk staat en in vraag gesteld wordt door miljoenen mensen. Onder het kapitalisme heeft het gezin doorgaans de taak om de burgerlijke staat te reproduceren: het voortbrengen van de volgende generatie van gehoorzame en volgzame burgers en werkenden, met ook een model van autoriteit en onderdrukking.

Kapitalistische politici zijn niet noodzakelijk allemaal reactionair in hun positie over vrouwen of het gezin. Maar de conservatieve terugslag komt hen wel goed uit. Het ‘gezin’ wordt naar voor gebracht in verkiezingscampagnes, ‘vrouwenmagazines’ en de media. Soms gebeurt dit in een modernere stijl, maar wel met een traditionele inhoud. De politici besparen op gezondheidszorg en onderwijs. Vrouwen verliezen hun job. Ze moeten een groot deel van de zorg die door de neoliberalen is weg bespaard opvangen en worden daar uiteraard niet voor betaald. Als de zogenaamde ‘pro-lifefundamentalisten’ het idee van het ‘klassieke gezin’ versterken, ondersteunt dit het neoliberaal beleid. In Oostenrijk wordt dit weerspiegeld door een van hun slogans: “De economie is gezonder door vader, moeder en kinderen.”

Wereldwijd verzet

De strijd voor vrouwenrechten en de strijd van de arbeidersbeweging zijn historisch onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het klopt dat er ook een burgerlijke vrouwenbeweging bestaat en dat deze vaak dominant was en is. Maar de belangrijkste verworvenheden van vrouwen werden bekomen op ogenblikken van revolutie en intensieve klassenstrijd.

De Russische Revolutie van 1917 gaf vrouwen niet alleen stemrecht, het legaliseerde abortus en zette stappen naar de socialisering van huishoudelijk werk (waaronder kinderopvang). Deze rechten werden later teruggeschroefd, wat eens te meer het reactionaire karakter van het stalinisme aantoont. In veel ontwikkelde kapitalistische landen werd abortus in de jaren 1970 gelegaliseerd als resultaat van de tweede feministische golf. Dit kan niet los gezien worden van de burgerrechtenbeweging en de internationale revolutionaire golf. De naoorlogse groei bracht miljoenen vrouwen op de arbeidsmarkt waardoor ze ook een actief onderdeel van de arbeidersbeweging en van de klassenstrijd werden.

Vandaag is er een nieuwe internationale golf van vrouwenstrijd tegen seksisme en geweld, en voor vrouwenrechten. Vrouwen hebben gestreden voor hun rechten en zagen daarbij hun kracht. De afgelopen jaren waren er massaprotesten in India tegen verkrachtingen van vrouwen van verschillende etnische en sociale achtergronden. In Latijns-Amerika is er de strijd van “Nu una más” (‘geen enkele meer’) tegen het vermoorden van vrouwen. In Polen en Ierland nemen vrouwen massaal deel aan de strijd voor het recht op abortus.

De timing van deze nieuwe golf is geen toeval. Het gaat samen met een toenemende verwerping van het kapitalisme en een groeiende klassenstrijd. Vrouwenstrijd is geen bijkomstige strijd van minder belang, het is verbonden met de klassenstrijd en de antikapitalistische bewegingen. Het recht van vrouwen om te beslissen over het eigen lichaam is onderdeel van de strijd van de mensheid om bevrijd te worden van kapitalistische onderdrukking.

De strijd van de Poolse vrouwen tegen de pogingen van de regering om abortus helemaal onwettelijk te maken (nu is het in de meeste gevallen al illegaal en de toegang is in de andere gevallen erg moeilijk) was schitterend. Maar deze beweging stopte op een hoogtepunt. Er werd niet verder in het offensief gegaan voor gemakkelijker toegang tot contraceptie en abortus. De tienduizenden die op straat kwamen, werden niet georganiseerd. De betogers werden naar huis gestuurd. Het leidde ertoe dat de Poolse regering nadien nieuwe aanvallen inzette op vrouwenrechten. Sinds juni 2017 moeten vrouwen een doktersvoorschrift hebben voor de morning-afterpil. Dit maakt de toegang ertoe in de praktijk vaak onmogelijk. Poolse socialisten stelden dat de strijd voor vrouwenrechten moeten georganiseerd worden met democratische structuren waar de activisten discussiëren en beslissen over de eisen en de volgende stappen van de strijd. Het moet ook een programma hebben waarin het recht van vrouwen om over het eigen lichaam te beschikken, wordt verbonden met de strijd tegen het kapitalisme, een systeem dat voordeel haalt uit de onderdrukking van vrouwen.

Socialisten van het CWI zijn deel van deze strijd. Van Chili tot Ierland, van Polen tot Ierland, van de VS tot Oostenrijk. Verschillende afdelingen en groepen van het CWI zullen deelnemen aan de acties op en rond 28 september, het gaat onder meer om onze afdelingen in Ierland, Zweden, België, Québec, Oostenrijk en andere landen. We nemen deel aan activiteiten en campagnes waarbij we een socialistisch programma verdedigen. Dat programma omvat onder meer deze eisen:

  • Vrije toegang tot contraceptie en abortus
  • Een publieke gezondheidsdienst die in elke regio toegang tot abortus voorziet
  • Een publiek onderwijsstelsel dat voorziet in degelijke seksuele opvoeding
  • Een publiek sociaal stelsel dat voorziet in gratis kinderopvang voor al wie kinderen heeft, maar ook publieke huisvesting en goede jobs voor alle vrouwen zodat ze kunnen beslissen om al dan niet kinderen te hebben zonder in armoede te vervallen.
Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie