Op 1 mei van dit jaar was de uitbreiding van de Europese Unie een feit. 15 jaar na de val van de muur en de pijnlijke gevolgen van de invoering van het kapitalisme in de voormalige Sovjetunie traden vooral Oost-Europese landen toe tot de EU. De overwinning van het Westerse kapitalisme op het Russische stalinisme zorgde bij de arbeiders voor een daling van de levensstandaard, het vergrauwen van de werkomstandigheden en een illusie minder.
Tony, ALS-lid
Nu de burgerij wereldwijd, met inbegrip van de Europese, in steeds nauwere schoentjes komt te staan door de uitdieping van de overproductiecrisis, wordt een grootschalig offensief gepland om de krachtsverhouding arbeid-kapitaal te wijzigen. De eerste grote besparingsrondes in Europa worden op tafel gelegd (cfr. Duitsland, Nederland, Frankrijk … en binnenkort ook België) en door de uitbreiding van de EU tracht men ook de verworvenheden op vlak van arbeidsvoorwaarden onder druk te zetten. De dreiging om bedrijven te verplaatsen naar Oost-Europa is sterker aanwezig. Ook worden eerste experimenten doorgevoerd met de ‘invoering’ van Oost-Europese arbeiders.
Een lid van de Actief Linkse Studenten getuigt over zijn ervaringen en discussies met arbeiders tijdens een vakantiejob in een Vlaams bedrijf.
“Ik kwam in september, voor het vierde jaar op rij, terecht bij een bedrijf dat rekken produceert voor industrieel gebruik. Het is een relatief klein bedrijf met een twintigtal werknemers, bureaus in Frankrijk, Duitsland, Nederland, en sinds de uitbreiding van de EU ook in Polen.
“Polen is om verschillende redenen zeer interessant voor een onderneming in deze sector. Bepaalde types van rekken worden uit hout gefabriceerd en Polen is gekend voor haar enorme houtproductie aan goedkope tarieven. Het is bovendien een nieuwe markt die nog niet verzadigd is en dus nog enige groeimarge kent, en vooral, Polen beschikt over een uiterst goedkope en flexibele arbeidsmarkt.
“De nieuwe Europese regelgeving inzake arbeid geeft bedrijven de mogelijkheid om de ‘diensten’ van hun arbeiders uit te lenen aan een bedrijf in een ander land van de EU. Concreet komt dit erop neer dat arbeiders uit Oost-Europa kunnen tewerkgesteld worden in het Westen aan de arbeidsvoorwaarden die van toepassing zijn in hun vaderland.
“Interessante ontwikkeling, moet mijn werkgever gedacht hebben. Als ik nu eens een bureau opstart in Polen en daar arbeiders aanwerf, dan kan ik hen gebruiken voor de productie in België en zo mijn loonkosten spectaculair doen dalen. Zo gezegd zo gedaan, en in de maanden juli en augustus werden de structuren hiervoor opgezet.
“Reeds vier weken werkt Andrei, een Pool, bij het rekkenproducerend bedrijf waarvan sprake in het artikel. De arbeidsomstandigheden van deze ‘dappere gelukzoeker’ zijn onze ‘welvaartstaat’ onwaardig. Voor een vergoeding die iets minder dan de helft bedraagt van de gemiddelde arbeider in het bedrijf, komt Andrei zijn arbeid verkopen aan de bedrijfsleider. Een ‘startkapitaal’ vanuit zijn thuisland heeft hij al helemaal niet en zijn loon is ruim onvoldoende om te kunnen leven in onze maatschappij. Bijgevolg leeft hij in een kleine caravan op de oprijlaan van het bedrijf, zonder enig sanitair (plassen kan hij tegen een container, ‘de rest’ kan hij best ophouden tot de deuren van het magazijn open gaan) of ontspanningsmogelijkheid. Hij heeft één broek en één trui die elk weekend door de baas gewassen worden en waarschijnlijk kan hij daar dan ook een douche nemen.
“Andrei spreekt enkel Pools, kan dus met niemand communiceren, heeft geen vervoermiddelen (het bedrijf is in een industriepark gelegen) en heeft dus niet de mogelijkheid om een sociaal leven uit te bouwen. Bijgevolg werkt hij meer dan 12u per dag, soms zaterdagen en nachten inbegrepen. Wat zou hij anders aanvangen?
“Los van het feit dat het verschrikkelijk moet zijn vast te stellen dat de arbeiders rondom jou minder werken en in betere omstandigheden leven, heeft dit ook gevolgen voor de Belgische werknemers van het bedrijf. Andrei werd aangenomen omdat er een arbeidsplaats vrijgekomen was. Die plaats wordt dus nu ingenomen door een arbeider met een hoge graad van uitbuiting wat een reële druk zet op de lonen en werkomstandigheden van de inlandse arbeiders.
“Wat zal de patroon zeggen wanneer Mario ‘de lasser’ een loonsverhoging vraagt? “Andrei, de goede jongen, doet het voor minder dan de helft dan jij! Wat vroeg je nu weer juist?” Een directe vrees voor het verlies van hun job is er (nog) niet omdat de opzeggingstermijnen een te grote kost voor de baas vormen. Maar hoe lang zal het duren vooraleer de burgerij ook daar het mes in zet? Daarbovenop is het bedrijf nog eens aan het onderzoeken of het een deel van zijn productielijnen niet kan verhuizen naar Polen…
“De baas van het bedrijf heeft alle trucs van de burgerij duidelijk onder de knie. Investeren in machines en ander materieel is te duur voor een kleine onderneming als deze, en dus moet de uitbuitingsgraad van de arbeiders opgedreven worden. De succesformule om dit scenario te bereiken is de toepassing van de alom bekende verdeel-en-heers strategie om collectieve strijd van de arbeiders tegen te gaan. Bij de aanwerving ging de patroon dan ook zorgvuldig te werk: een aantal van zijn werknemers heeft grote schulden uitstaan, anderen hebben racistische opvattingen, de Pool kan in geen enkele taal communiceren met de Belgische arbeiders, een groep arbeiders wordt iets meer betaald en bevoordeeld met de aangenaamste jobs… Zo creëer je personeel dat schijnbaar tegengestelde belangen heeft waardoor de drempel voor collectieve strijd verhoogd wordt.
“Ondanks deze moeilijke objectieve omstandigheden hebben de gebeurtenissen van de laatste weken toch een invloed gehad op het bewustzijn van de arbeiders van het bedrijf. Terwijl er de andere jaren een sfeer heerste van ‘iedereen voor zich’ beseffen sommigen nu toch dat de situatie stilaan onhoudbaar wordt en de potentiële kracht om iets te veranderen niet bij het individu maar bij de groep ligt. De weg is nog lang, en tot een eerste personeelsvergadering moet het nog komen, maar het is duidelijk dat de weg vooruit enkel kan geboden worden door een samenwerking van alle arbeiders, tegen de verdeel-en-heers tactiek, tegen de hoge uitbuitingsgraad en vóór betere werkomstandigheden met inbegrip van het optrekken van het loon van de Pool naar het niveau van de andere arbeiders.”
Dit is geen alleenstaand feit zoals burgerlijke commentatoren vandaag nog zouden durven beweren. Het was de bedoeling van de patroons en hun politici om met de uitbreiding van de EU de concurrentie tussen arbeiders onderling aan te wakkeren en vandaag zijn ze bezig met het aftasten van de nieuwe mogelijkheden.
Overal in Europa groeien de strijdbewegingen ter verdediging van de sociale verworvenheden aan. Deze week legden Nederlandse arbeiders de grootste haven van de wereld plat, het patronaat sprak van een miljoenenverlies. Op zo’n momenten maakt de arbeidersklasse kennis met haar eigen krachten, en het zal haar taak zijn om die aan te wenden tegen de vernietigende politiek van de burgerij. Echter, de aanval is de beste verdediging, en dus moeten offensieve eisen van de arbeiders op tafel komen. Eisen vertrekkend van de 32-uren werkweek tot het nationaliseren van de sleutelsectoren van de economie om het pad naar het socialisme te effenen!