COLUMN. Over burgerlijke vrijheden en zwakke argumenten. De sound of Straatsburg

Vanuit mijn kamer in hotel Victoria hoor ik het ononderbroken getik van koffertjes op wielen die over het trottoir worden meegesleurd. Samen met het monotone geruis op de achtergrond herinnert dit me niet enkel aan de nood om op te staan, maar ook aan de absurditeit van mijn verblijf in Straatsburg.

Nieuws uit het Europees parlement door Tanja Niemeier, parlementair medewerker. Hier vind je eerdere bijdragen van Tanja.

Eenmaal per maand pakken duizenden verkozen, medewerkers, fractiemedewerkers, ambtenaren van de commissie en de administratie hun koffers om van Brussel naar Straatsburg te trekken. Op maandag zijn er daar plenaire zittingen en stemmingen van het Europees parlement. Het is een treinrit van ongeveer zes uur, gelukkig kon ik een zitplaats reserveren. Naast me, voor me en achter me staan en zitten medewerkers van het Europees parlement.

Van de trein gaat het recht naar het parlement. Alles is er wat kleiner als in Brussel maar het blijft verwarrend genoeg om verloren te lopen. Hier zijn er aparte ingangen voor chauffeurs, medewerkers, bezoekers en verkozenen. Mijn collega Paul zei me dat hij op een avond het gebouw samen met parlementslid Joe Higgins wou verlaten, maar dat de veiligheidsdiensten hem er op wezen dat hij een andere uitgang moest gebruiken. Deze zin voor dit soort details zegt soms meer over een instelling dan de welklinkende verklaringen die worden uitgestuurd.

SWIFT verworpen

Het gespreksonderwerp in de wandelgangen is de discussie over SWIFT, zal het parlement de databescherming van de Europese burgers “verdedigen”? Zullen de fracties van de liberalen en sociaal-democraten bij hun verzet tegen deze maatregelen blijven? SWIFT staat voor Society for Worldwide Interbank Financial Telecommunication en het is een multinationale Belgische onderneming met een systeem dat onder meer door banken wordt gebruikt voor internationale transfers. Bij internationale overschrijvingen is een SWIFT of IBAN nummer vereist.

In het kader van de internationale strijd tegen het terrorisme heeft de Europese Commissie toelating gegeven aan de Amerikaanse regering om de bankgegevens van Europese burgers te controleren. Uit onderzoek van de New York Times blijkt dat de VS deze gegevens zonder enige melding zou kunnen inzien. Sinds de inwerkingtreding van het verdrag van Lissabon op 1 december 2009 moet het parlement een dergelijk akkoord goedkeuren.

De Amerikaanse regering is bezorgd om het resultaat van de stemming. Er is een permanente aanwezigheid van Amerikaanse vertegenwoordigers in het parlement en er wordt ingepraat op “twijfelende” verkozenen.

De verkozenen krijgen twee brieven, één van Hillary Clinton en één van de Spaanse voorzitter van de EU, Zapatero. De Spaanse sociaal-democraten van de PSOE gelden als een onzekere factor van het blok dat tegen SWIFT zal stemmen. Hillary Clinton verzoekt de verkozenen om goed na te denken vooraleer tot een beslissing te komen. Ze grijpt diep in de trommel van moralistische argumenten: “Het Terrorist Finance Tracking Programme (TFTP) [dit is het programma om de financiering van terrorisme op te sporen in het kader van het SWIFT-akkoord] stemt overeen met de sterke Europese traditie van burgerlijke vrijheden. Het is voor de VS en Europa van onschatbare waarde in de strijd tegen het terrorisme. Het akkoord niet goedkeuren, zoals wordt voorgesteld door de resolutie van het comité voor burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (LIBE), brengt de efficiëntie van de zorgvuldig ontwikkelde anti-terrorismeprogramma’s in gevaar. Dat is nochtans van groot belang voor alle landen ter wereld die door terrorisme worden bedreigd.”

Feit is evenwel dat er geen enkel bewijs is dat de verdere afzwakking van het bankgeheim ook maar heeft bijgedragen aan het verhinderen van één terroristische aanslag op onschuldige burgers. Misschien een tegenvoorstel voor iedereen die bekommerd is voor de veiligheid en terreurdreiging: trek alle troepen terug uit Irak, Afghanistan en andere oorlogsgebieden.

Het parlement heeft het akkoord weg gestemd. Veel verkozenen waren daar blij om, ook die van de fractie GUE/NGL. Maar dit is niet het einde van het verhaal. De VS zal verder met de Commissie onderhandelen. Joe Higgins wijst er in een persbericht op dat het afwijzen van het akkoord geen garantie is voor de vrijwaring van de democratische vrijheden. En of het nu enkel de Europese of ook de Amerikaanse regering is die de banktransacties kan volgen, maakt voor de meeste arbeiders en jongeren daarbij niet veel uit.

Griekenland in crisis

Op een vergadering van de fractie GUE/NGL achteraf was er een discussie over de schuldencrisis in Griekenland. Er waren natuurlijk heel wat solidariteitsverklaringen met de Griekse arbeiders en jongeren die zich beginnen te verzetten tegen de sociale kaalslag van de sociaal-democratische PASOK-regering. De korte discussie werd ingeleid door Charalampos Aggouradis van de Griekse communistische partij (KKE) en Nicolaos Chountis van Syriza. Beiden stelden dat het niet de arbeiders zijn die moeten betalen voor een crisis die zij niet hebben veroorzaakt. Ze stelden dat het correct en belangrijk is dat de vakbonden protesteren en dat we dat moeten steunen.

Ze stelden dat er nood is aan een nieuw pact voor werk en groei in de plaats van het stabiliteitspact. De beweging kan tot resultaten leiden, maar dan moet er wel nagedacht worden over volgende stappen in de uitbouw van de beweging en ook over de noodzaak van een socialistische samenleving. Daar ging het naar mijn aanvoelen alvast veel te weinig over. De discussie concentreerde zich op de vraag of Griekenland beter de eurozone zou verlaten of niet. En over de vraag of de linkerzijde niet moet pleiten voor onafhankelijke rating-kantoren die de kredietwaardigheid bepalen en die daardoor de speculatie tegen de euro kunnen vermijden.

Joe Higgins herinnerde er als enige aan dat de Euro van meet af aan tegenstellingen kende die eigen zijn aan het kapitalistisch systeem. De wens om tot een Europees handelsblok te komen staat tegenover de belangen van de nationale staten en de nationale regeringen die de eigen kapitalisten steunen en waar die kapitalisten beroep op doen om hun belangen en concurrentiepositie te verdedigen. Een eengemaakte Europees handelsblok heeft bijgevolg een beperkte houdbaarheidsdatum onder het kapitalisme.

Midden februari kwamen de Europese staats- en regeringsleiders in Brussel bijeen om een strategie voor Griekenland te bespreken. Met het oog op die bijeenkomst werden een reeks eisen en maatregelen voorgesteld door de fractie. Er wordt gesproken over een institutionele herstructurering die zou nodig zijn wat de euro en de internationale financiële instellingen betreft. De fractie eist ook dat maatregelen worden genomen tegen onder meer hedgefunds en andere bedrijven die de derivatenmarkt controleren en de economie kunnen destabiliseren. Ze had het over een herdefiniëring van de rol van de Europese Centrale Bank en er werd gesproken over maatregelen tegen multinationals en financiële speculatie.

Eerlijk gezegd was het verschil tussen de politieke eisen van “Europees links” en die van de sociaal-democratie erg beperkt. Er is een tendens om te proberen om het kapitalisme beter te beheren in de plaats van het te bestrijden. Dat verklaart waarom de Financial Times ook de vraag stelde: “Waar is de Europese linkerzijde?” Die krant stelde vast dat de linkerzijde afwezig blijft op een ogenblik dat het net succes zou moeten kennen.

Handelscommissie

Tenslotte nog een anekdote uit de commissie internationale handel.

Omdat multinationals in tijden van crisis en massale afdankingen niet bepaald een grote steun genieten bij de bevolking moet er aan hun imago worden gewerkt. Dat gebeurt door de bedrijven zelf, maar ook door de Europese instellingen die met vermanende vinger de Corporate Social Responsibility naar voor brachten.

Naar aanleiding van deze discussie was er een hoorzitting met vertegenwoordigers van de vakbonden en de bedrijfswereld. Patrick Itschert van het Europees Vakverbond en manager Radek Spicar van autobouwer Skoda namens de werkgevers.

In zijn tussenkomst ging Joe Higgins in tegen het cynisme van de zogenaamde Corporate Social Responsibility. Hij vroeg waar de zogenaamde “sociale verantwoordelijkheid” was toen de banken en financiële instellingen nadat ze met gemeenschapsgeld werden gered overgingen tot de orde van de dag en de eigen top daarbij opnieuw grote bonussen toekenden. Joe gaf een voorbeeld van een mediabericht van begin februari 2009 van het Amerikaanse “National Labour Committee” dat het had over de zogenaamde “High Tech Misery in China” en bericht bracht over de moordende arbeidstijd, lage lonen en draconische disciplinemaatregelen in het zuiden van China. 2.000 overwegend jonge vrouwen maken in de fabriek Meitai producten voor Hewlet-Packard, Dell, Lenovo,Microsoft en IBM. Er wordt 12 uur per dag gewerkt en dat zeven dagen per week. Per maand zijn er twee vrije dagen. De arbeidshandelingen zijn per seconde uitgerekend, als een bepaalde handeling 1,1 seconde in beslag neemt dan moet dit 3.250 keer per uur gebeuren, 35.750 keer per dag, 250.250 keer per week en meer als een miljoen keer per maand. Het uurloon bedraagt 41 dollarcent. Ook daar is de “sociale verantwoordelijkheid” van de bedrijven opgeofferd voor de winstmaximalisatie.

De spreker hierna, Daniel Caspary van de Duitse CDU, merkte op: “Ik kan de vorige spreker niet goed volgen.” Hij begreep niet dat Higgins ook kritiek had op China, terwijl dat volgens de Duitse christen-democraat toch het model van “communistische dictatuur” was waar “uw politieke beweging zich op baseert”. Het argument van de heer Caspary was erg flauw. Hij zou beter wat moeite doen om zijn politieke tegenstanders te kennen. Joe Higgins is een trotskist en beroept zich niet op de traditie van de politieke beweging die vanaf midden jaren 1920 een einde maakte aan de democratie in de voormalige Sovjetunie en een stalinistische bureaucratie vestigde waarbij onder meer de trotskisten werden vervolgd omdat ze opkwamen voor een democratische planeconomie, permanente verkiesbaarheid en afzetbaarheid van vertegenwoordigers en tegen de politieke en materiële privileges van de bureaucratie.

Het actuele China is even communistisch als de katholieke kerk de naastenliefde in de praktijk brengt. De Chinese economie baseert zich steeds meer op het kapitalistische winstprincipe. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de grote bedrijven en hun partijen geen probleem hebben met het Chinese regime.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie