10 jaar antiglobaliseringsbeweging, een terugblik

Eind 1999 werd de wereld opgeschrikt door radicale protestacties in Seattle. Zowat 50.000 betogers blokkeerden een bijeenkomst van de Wereldhandelsorganisatie op 30 november 1999. Dit werd gezien als een keerpunt en kreeg al snel navolging met protestacties tegen topbijeenkomsten van het IMF, de Europese Unie,… We kijken terug op het belang van de antiglobaliseringsbeweging.

Geert Cool

Neoliberaal offensief van de jaren 1990

De jaren 1990 werden gekenmerkt door het neoliberale offensief en de kapitalistische euforie die dominant waren na de val van de Berlijnse Muur. De toegang tot goedkope arbeidskrachten in het Oosten gaf een dynamiek aan het wereldkapitalisme en bovendien was er een ernstige ideologische verzwakking van de arbeidersbeweging door het wegvallen van wat gezien werd als een alternatief op het kapitalisme. Een aantal tradities van de arbeidersbeweging belandden in het defensief. Het was niet ongewoon dat arbeiders in de kantine bespraken in welke aandelen ze zouden beleggen. Bedrijven als Lernout&Hauspie versterkten de illusie dat iedereen kapitalist kon worden en iedereen rijk kon worden door te investeren. Zowel politiek als syndicaal zette de arbeidersbeweging stappen achteruit, vroegere arbeiderspartijen zoals de sociaal-democratie werden ontdaan van een actieve betrokkenheid van arbeiders en werden betrouwbare uitvoerders van een neoliberaal beleid van privatiseringen en liberaliseringen.

Betoging in Luik in 2001

Er was wel verzet en er waren jongerenacties, maar dit bleef veelal beperkt tot one-issuebewegingen rond thema’s als racisme, milieu,… In ons land was er bijvoorbeeld de belangrijke anti-racismebeweging die een forse opmars kende na de verkiezingsoverwinning van het Vlaams Blok op zwarte zondag ’91 (24 november 1991). De linkse socialisten speelden een belangrijke rol in het mee organiseren van die beweging door overal Blokbuster-comités op te zetten waarmee lokale acties werden opgezet en een discussie werd gevoerd over een politiek antwoord op racisme.

De antiglobaliseringsbeweging vormde een keerpunt in die zin dat een algemene kritiek op het kapitalisme werd geboden en de verschillende “one-issue”-bewegingen samen werden gebundeld. Bovendien betekende het een eerste kleine breuk met het neoliberale offensief. Het kapitalisme kende midden en eind jaren 1990 al enkele eerste opstoten van crisis waarbij vooral de Aziatische crisis (97-98) en nadien de internetzeepbel (2001) een rol speelden. Het radicale jongerenprotest was een voorloper van een bredere radicalisatie onder de arbeidersklasse.

Rol en programma van de beweging

Linkse socialisten op de betoging van 14 december 2001 in Brussel

De antiglobaliseringsbeweging werd door de linkse socialisten steeds gezien als een voorloper van een bredere radicalisering. De hernieuwde wind van verzet tegen het kapitalisme liet zich eerst opmerken bij de toppen van de bomen. Jongeren kunnen een dynamische rol spelen in bewegingen en zullen soms sneller in actie komen dan de arbeidersbeweging in het algemeen. Dat betekent niet dat marxisten moeten wachten tot ook de arbeiders in actie komen, het kwam er op aan om het jongerenprotest een oriëntatie op de arbeidersbeweging mee te geven qua programma en actiemethoden. Wij hebben de antiglobaliseringsbeweging nooit veroordeeld als “kleinburgerlijk” en hebben ook nooit het belang van deze beweging overschat.

Wij hebben steeds vastgehouden aan de benaming “antiglobaliseringsbeweging” in tegenstelling tot bijvoorbeeld “andersglobaliseringsbeweging”. Dat is geen fundamentele kwestie, maar “globalisering” stond volgens ons voor het neoliberale beleid dat wereldwijd domineerde. Dat neoliberalisme moest niet worden hervormd, maar omver geworpen. De kritiek op de internationale instellingen en op de gevolgen van het neoliberale beleid moest gericht worden tegen het kapitalisme op zich. Dat opende meteen de noodzaak van discussie over een socialistisch alternatief.

In de wijze waarop wij naar voor kwamen in de antiglobaliseringsbeweging legden we steeds nadruk op een benadering naar bredere lagen: slogans die concreet waren en aansluiting zochten bij arbeiders (bijvoorbeeld tegen de liberalisering van De Post of de vermarkting van het onderwijs) aangevuld met acties die begrepen werden door bredere lagen (vandaar ons verzet tegen gemaskerde met stenen gooiende actiemethoden). De voorloper van LSP zette daartoe de campagne Internationaal Verzet op om lokaal discussies aan te gaan over een alternatief op het kapitalisme en tevens acties voor te bereiden, vooral in het kader van de betogingen tegen de Europese toppen in ons land eind 2001. Begin 2001 werd Internationaal Verzet opgezet met een anti-kapitalistisch en socialistisch programma (hier kan je ons toenmalige programma nog eens nalezen).

Juni 2001: LSP’ers op de eerste rij van de betoging in Göteborg

Delegaties van Internationaal Verzet namen deel aan de internationale acties in Europa, zo trokken we naar Göteborg (juni 2001), Genua (juli 2001), Barcelona (maart 2002), Sevilla (juni 2002) of Thessaloniki (juni 2003). Op deze pagina op de oude site van Internationaal Verzet vind je een overzicht van artikels en materiaal. In het geval van Göteborg leidde dit tot een massale media-aandacht aangezien de acties daar zorgden voor de mediatieke “ontdekking” van de antiglobaliseringsbeweging. Internationaal Verzet zette lokaal tientallen comités op in heel het land en dit leidde tot heel wat discussies over een socialistisch antwoord op het kapitalisme.

Van criminalisering tot recuperatie

Anti-kapitalistische jongerenmars in Gent op 19 oktober 2001

De reactie van de burgerij op de antiglobaliseringsbeweging veranderde naarmate ook daar werd begrepen dat de radicalisering verder ging dan enkele geïsoleerde jongeren. In juni 2001 sprak Guy Verhofstadt nog over een “rondreizend circus”, enkele maanden later wou hij persé in discussie gaan met door hem uitgekozen “vertegenwoordigers” van wat hij intussen de “andersglobaliseringsbeweging” was gaan noemen.

De criminalisering en de repressie tegen de beweging waren erg groot. In Göteborg werd de beweging afgedaan als rel schoppende jongeren. Waar nodig werd dat beeld kracht bijgezet door met de politie zelf de rellen te versterken en te organiseren. In Göteborg zagen we zelf hoe gemaskerde relschoppers uiteindelijk achter de politielinies verdwenen om daar de collega’s te vervoegen. In Genua werden eveneens geprovoceerd en werd deze tactiek aangevuld met brutale repressie die zelfs leidde tot een dode: Carlo Giuliani (zie foto hiernaast).

Wij waren steeds voorstander van massacties. Het blokkeren van topbijeenkomsten was mogelijk, maar enkel indien het werd gedragen door een brede mobilisatie waardoor de bijeenkomst in de praktijk niet meer mogelijk was. Dat was hoe wij ons standpunt over directe actie beschreven, ook al werd dit niet door iedereen begrepen zoals duidelijk werd in een parlementaire vraag van het VB naar aanleiding van ons standpunt over directe actie.

Na de criminalisering en de repressie volgde een periode van pogingen tot recuperatie waarbij werd geprobeerd om de eisen van de beweging af te zwakken en er een vage tot nietszeggende beweging van te maken waarmee kon worden onderhandeld. Een gebrek aan duidelijkheid en scherpte in de eisen maakte dit uiteraard mee mogelijk. Een slogan als “een andere wereld is nodig” zegt niets over wat er vandaag fout loopt en welk alternatief in de plaats moet worden gesteld. Maar het was vooral het ontbreken van een politiek en syndicaal georganiseerde arbeidersbeweging die ruimte liet voor onduidelijkheid en recuperatie.

LSP wees steeds op de rol van de arbeidersbeweging en de nood aan nieuwe arbeiderspartijen en een strijdbaar en democratisch syndicalisme. Wij hebben ons niet zozeer op de interne wereld van de “andersglobalisten” gericht, maar ons naar buiten gekeerd met een bredere oriëntatie.

Een keerpunt

De antiglobaliseringsbeweging betekende een keerpunt, een eerste uiting van het georganiseerd verwerpen van het neoliberalisme. Dit proces werd op grotere schaal duidelijk in Latijns-Amerika waar linkse en populistische regimes aan de macht kwamen op basis van een radicalisering aan de basis. Dat antikapitalistische retoriek op zich niet volstaat, wordt bij deze regimes steeds duidelijker. In Brazilië ging de Arbeiderspartij van Lula een neoliberale koers varen, in Venezuela staat het regime van Chavez vandaag onder druk om een keuze te maken: de beperkte hervormingen liggen onder vuur indien er geen fundamentele breuk met het kapitalisme wordt gemaakt.

Maar ook bij ons werd het verzet tegen de kapitalistische logica duidelijker in de jaren nadien. De acties tegen de internationale toppen werden quasi direct gevolgd door een immens grote en internationale anti-oorlogsbeweging met de grootste internationale actiedag ooit in februari 2003 en radicale anti-oorlogsacties op Dag X, de dag waarop Irak werd binnen gevallen (20 maart 2003). Daarmee werd duidelijk dat de terugslag na de aanslagen van 11 september 2001 in de VS en het daaropvolgende offensief van Bush en co een tijdelijk gegeven was.

Deze acties waren een verdere opstap naar grotere acties van de arbeidersbeweging zelf en een politieke radicalisering waarbij het kapitalisme steeds meer in vraag wordt gesteld. De recente peiling van BBC World waaruit bleek dat 23% van de bevolking een ander economisch systeem wil, tegenover slechts 11% die de vrije markt perfect vond, is daar een uitdrukking van. In de jaren 1990 zou het resultaat mogelijk omgekeerd geweest zijn.

LSP heeft zich aan die nieuwe periode aangepast. We veranderden onze naam van Militant Links naar LSP in de zomer van 2001. Met de comités van Internationaal Verzet speelden we een rol in de acties tegen de Europese toppen in de tweede helft van 2001 en nadien ook in de anti-oorlogsacties met massale betogingen op Dag X. Nadien hebben we ons vooral op de acties van de arbeidersbeweging gericht met onder meer de beweging tegen het Generatiepact of voor de koopkracht. In 2004 was de titel van ons congresdocument niet toevallig "Arbeidersstrijd centraal stellen".

De antiglobaliseringsbeweging op zich bestaat niet meer. Het was een eerste schok die sindsdien verder is uitgedeind. Er zijn belangrijke lessen uit te trekken: de noodzaak om niet alleen het kapitalisme in vraag te stellen, maar om er ook meteen een socialistisch antwoord op te bieden. Of de dynamische rol die door jongeren kan worden gespeeld en die gekoppeld moet worden aan een oriëntatie op de arbeidersklasse die de mogelijkheid heeft om het systeem effectief tot een halt te brengen omwille van haar plaats in het productieproces.


Wat we destijds over Seattle schreven…

Hieronder vind je een weergave van een artikel dat we in ons maandblad van januari 2000 publiceerden over de "Battle of Seattle".

The battle of Seattle. Wereldwijde woede

Tienduizenden betogers, naar schatting een 100.000 tal, blokkeerden de openingsvergadering van de Wereldhandelsorganisatie (WHO). Later, terwijl tienduizenden hun protest verder zetten, eindigde de bijeenkomst zonder enig resultaat met zelfs geen afgesproken agenda voor een volgende ronde. Een voorbode voor een nieuwe periode van strijd?

Zonder enige twijfel behoorde dit protest tot het grootste massaprotest sinds de ’60 en ’70 in de VS. Milieu-en mensenrechtenactivisten, religieuze groepen, consumentenorganisaties en vakbondsactivisten waren verenigd in hun protest tegen het systeem waar de WHO symbool voor staat: het kapitalistisch systeem. Het protest toonde een wereldwijde woede, de betogers kwamen van overal in de wereld, tegen de dictatuur van de wereldmarkt waarbij grote bedrijven en superrijken zich moeiteloos verrijken op de rug van de arbeiders, arme boeren en bezitslozen.

Verschillende persgroepen deden deze protesten af als gewelddadige rellen. Het tegendeel bleek waar. Vreedzame demonstranten werden geconfronteerd met levensechte "robocops" die van de omgeving rond de bijeenkomst een no-protest zone wilden maken. De betogers werden aangemaand om te vertrekken en uiteindelijk onthaald op traangas, pepperspray en rubberen kogels. Verbeten in hun taak namen de politiemannen zelfs toeschouwers en bewoners van die wijk onder handen. Alhoewel men het tegendeel wil doen geloven, stond het overgrote deel van de lokale bevoking achter de protesten. Een winkeluitbater die zijn winkel moest toedoen zei: "Als deze mensen op straat willen komen om te vechten voor rechtvaardigheid, dan sta ik daar volldedig achter. Natuurlijk moet handel op een eerlijke manier gebeuren. Nooit hebben wij de regering gezegd dat ze zomaar de armsten ter wereld konden bullebakken zoals ze nu doen." (Observer 5/12).

De onderhandelingen eindigden na drie dagen in complete chaos en uiteindelijk werd de bijeenkomst zelf ontbonden. Er was geen overeenkomst over welke agenda voor een volgende ronde van handelsbesprekingen; de Verenigde Staten botste met Europa waarbij ze elkaar wederzijds beschuldigden van een on-flexibele houding en voor de eerste keer gingen afgevaardigden van de ex-koloniale landen tekeer tegen de door de VS gedomineerde geheime akkoorden.

Deze keer was het normale front tussen de VS en Europa tegen de rest van de wereld gebroken. Ze lagen immers met elkaar overhoop over enerzijds de afschaffing van landbouwsubsidies aan Europa; anderzijds over de mogelijkheid voor de VS om genetisch gemanipuleerd voedsel op de Europese markt te brengen.

Toen de VS aandrong op het opzetten van een WHO als onderdeel van een vorige handelsovereenkomst, namelijk de Uruguay overeenkomst, was de VS overtuigd dat ze zonder enig probleem de 134 leden ervan zouden kunnen domineren. Dit werd een ernstige misrekening.

De crisis van deze WHO reflecteert een diepe economische en sociale crisis, die ondertussen, sinds het begin van de Zuid-Oost-Aziatische crisis, de halve wereld in zijn greep heeft. Het terugvallen op protectionistische maatregelen bijv. om eigen markten te verdedigen is daar een gevolg van.

Betreft de rebellie bijvoorbeeld van de afgevaardigden vanuit de derde wereld-landen tegen de dominantie van de VS. Wat betekent deze rebellie? Kapitalisten en de politici van die vele derde wereld landen werden stinkend rijk via hun relatie met het Westerse kapitaal. Dat is niet veranderd. Maar waar ze schrik voor hebben is voor het destabiliserende effect globalisering met zich mee brengt. Het zorgt ervoor dat hun positie in hun eigen land ondermijnd wordt. De oppositie op de WHO door de vertegenwoordigers daar aanwezig werd vnl door deze schrik ingegeven. Zoals één van de commentatoren het bracht: "Er is een wereldwijd verspreid gevoelen in het buitenland dat globalisering aan de wereld opgedrongen wordt door Amerikaanse bedrijven; dat globalisering in de praktijk amerikanisering betekent".

Wat deze top weerspiegelde was een samenspannen van verschillende "kleinere" machten om in staat te zijn hun eigen nationale belangen te verdedigen. Maar we moeten niet naief zijn in deze zaken. Tot deze bescherming van nationale belangen behoort ook het recht om meedogenloos arbeidskracht uit te buiten, zoals het recht om gebruik te maken van kinder- en slavenarbeid zonder te moeten rekening houden met minimale arbeidscondities opgelegd door het Westen.

Clinton, in een poging om deze protestbeweging te recupereren, zei begrip te hebben voor de "zorgen" van de betogers en vond ook dat de "WHO meer open en toegankelijk moest worden". Al Gore benadrukte via een mediacampagne zijn pleidooi voor een "nette, groene en rechtvaardige handel". Tot de furie van de vertegenwoordigers van de kapitalistische uitbuiters in de ex-koloniale wereld riep Clinton op voor een speciale code waarbij minimum arbeidsomstandigheden in acht genomen moeten worden. Dit alles is ontegenzeggelijk bedoeld om de vakbondssteun voor Al Gore’s presidentiële verkiezingen gegarandeerd te zien. Er is weinig vooruitzicht dat Clinton daar echter werkelijk voor zal gaan. Het enige wat hij immers concreet voorstelde was om met een soort van werkgroep te starten, dit om de zaak te onderzoeken!

Seattle betekende een keerpunt zowel voor de WHO als voor de VS. Deze obscure organisatie kwam in het daglicht als het instrument voor openlijke uitbuiting en werd gediskrediteert door een wereldwijde protestcampagne. Op hetzelfde moment heeft Seattle de onbekwaamheid aangetoond van de VS om de handelsagenda te bepalen. Deze verlamming kan leiden tot een nog meer openlijk opleggen van unilaterale akkoorden (akkoorden die opgelegd worden van langs één kant) door de VS aan de rest van de wereld. Dat kan enkel leiden tot nog grotere handelsspanningen en -oorlogen (gekenmerkt door een teruggrijpen naar protectionistische maatregelen door de verschillende handelsblokken), wat nog eens versterkt zal worden als mocht blijken als in de komende periode de wereldeconomie in een neerwaartse spiraal terecht komt.

Seattle signaleert eveneens een verandering in het bewustzijn van een gevoelen van ontevredenheid en diepe woede bij bredere lagen, die nu nog onder de oppervlakte aanwezig is. De Seattle gebeurtenissen zijn een teken van wat nog komen moet en vormen tevens een passende opening voor de nieuwe eeuw.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie