Pakistan. Oproer in Balochistan – geen einde van het geweld in zicht

Pakistan wordt geteisterd door heel wat problemen. Wellicht is één van de grootste problemen de crisis in Balochistan. Een aantal analisten beweren dat de problemen met religieus extremisme en fundamentalisten in de Noordwestelijke Grensprovincie (NWFP) en de golf van aanslagen een groter probleem vormen. Het verschil met Balochistan is evenwel dat in grote delen van de stammengebieden in het Noordwesten (waar de staat de controle heeft verloren aan de Taliban en Al-Qaeda) de bevolking geen fundamenteel probleem heeft met de Pakistaanse staat.

Analyse door Khalid Bhatti, Lahore (Pakistan)

In deze zin vormt de situatie in Balochistan een groter probleem dan het extremisme in het stammengebied. De provincie kent een sterke separatistische beweging en de steun voor afscheiding neemt nog met de dag toe. Als de Pakistaanse staat nog enige macht heeft in Balochistan is dat enkel op basis van haar militaire aanwezigheid. De meerderheid van de bevolking verzet zich tegen Pakistan en steeds meer jongeren nemen de wapens op tegen het regime. De nationalistische opstand gaat verder en kent een uitbreiding in de volledige provincie. Er zijn ontelbaar veel groepen zoals het Balochistan Bevrijdingsfront (BLF), Balochistan Bevrijdingsleger (BLA), Verenigd Balochistan Bevrijdingsfront (BLUF),…

De recente moord op de onderwijsminister van Balochistan, Shafique Ahmad Khan, in Quetta maakte duidelijk dat er doelgericht wordt gemoord. Het BLUF heeft de verantwoordelijkheid voor de moord opgeëist. De vermoorde minister was lid van de PPP en was van Punjabi afkomst. Hij was de tweede regionale minister die de afgelopen twee maanden werd vermoord. De afgelopen zes jaar hebben naar schatting 3.000 niet-Balochi’s het leven gelaten bij moorden in de provincie. Duizenden anderen hebben de regio verlaten. Zelfs leraars en professoren die hun hele leven al in Balochistan woonden en werkten maar niet van Balochi afkomst waren, werden niet gespaard. Gewapende separatisten proberen de moorden de rechtvaardigen door te wijzen op het onrecht dat de Balochi bevolking wordt aangedaan door het establishment uit de provincie Punjab. Daarom zien ze Punjabi’s en Urdu-sprekenden als legitieme doelwitten, los van hun maatschappelijke positie. Of het nu gaat om figuren van het establishment of gewone arbeiders, bakkers, kappers, dokters, leraars,… maakt voor deze groepen niets uit. De veiligheidsdiensten en de regering beschuldigen de nationalistische groepen voor de moorden, maar geen enkel geval heeft al geleid tot veroordelingen. In 2004 en 2008 werden nochtans rechtbanken opgezet om twee specifieke moorden te onderzoeken.

De opgang van het aantal moorden heeft geleid tot een emigratie van niet-Balochi’s naar andere regio’s van het land, in het bijzonder naar de grootstad Karachi en de provincie Punjab. Dit leidt tot een bevolkingstekort in Balochistan, er zouden naar schatting reeds 50.000 families de provincie ontvlucht zijn. Muhammad Nadeem Khan, een vertegenwoordiger van de Handelskamer in Quetta (de hoofdstad van Balochistan), verklaarde dat bijna 22.000 overheidspersoneelsleden een overplaatsing hebben aangevraagd naar buiten Balochistan.

Na de moord op professoren aan de Balochistan Universiteit, zijn 20 professoren al overgeplaatst naar universiteiten buiten Balochistan en er zijn nog meer dan 120 aanvragen. De universiteit bleef meer dan drie maanden gesloten. Het onveiligheidgevoel onder de bevolking die niet van Balochi afkomst is, steeg enorm en de overheid slaagt er niet in om de moorden te stoppen. Een aantal gemeenschappen in Quetta beginnen zich te bewapenen tegen de gewapende separatistische groepen.

Sfeer is veranderd

De problemen in Balochistan beperken zich niet tot financiële hulp of economische achterstelling. Het gaat veel dieper. Een deel van de jongeren en de politieke activisten eist politieke vrijheid en onafhankelijkheid. De loyaliteit tegenover Pakistan is verdwenen en de jongeren zijn totaal vervreemd van het land na vernederingen door de staat. De nationalisten stellen dat Balochistan geen deel uitmaakt van Pakistan en bezet gebied is. Ze stellen dat ze een onafhankelijk Balochistan willen zoals dit voor 1948 bestond toen het op militaire wijze deel werd van Pakistan. Islamabad heeft volgens de nationalisten een koloniaal bewind opgelegd en nu willen ze de controle over het gebied en de grondstoffen.

De studentenorganisatie van de Balochi (BSO Azad) staat vooraan in de onafhankelijkheidscampagne en krijgt veel steun van jongeren, waaronder ook veel meisjes. Op de muren langs de snelweg van Quetta naar Karachi en op huizen in steden als Mastung en Kalat worden overal anti-Pakistaanse slogans aangebracht en eerbetuigingen aan nationalistische leiders die werden omgebracht door de veiligheidsdiensten. Zelfs op de muren van belangrijke regeringsgebouwen werden nationalistische slogans aangebracht.

Vrouwen vormen een actief onderdeel van de nationalistische verzetsbeweging. Op publieke bijeenkomsten en betogingen zijn er steeds veel vrouwen, wat opvallend is in een patriarchale en conservatieve samenleving waar vrouwen veelal moeten instaan voor het huishouden. De vrouwen zijn erg emotioneel en tonen hun woede sterker dan de mannen.

Er is een brede woede omwille van het groot aantal “vermiste personen”. De nationalistische groepen beweren dat de veiligheidstroepen duizenden activisten hebben ontvoerd en martelen in gevangenissen. De autoriteiten ontkennen die beschuldigingen en stellen dat de vermiste personen verborgen worden gehouden door opstandelingen. Mensenrechtenorganisaties en onafhankelijke waarnemers bevestigen evenwel dat honderden mensen werden ontvoerd door de overheidsdiensten. Zowel de federale als de provinciale regering worden geleid door de PPP (Pakistani People’s Party). Die partij heeft herhaaldelijk beloften gedaan om iets te doen aan de verdwijningen, maar daar is nog niets van in huis gekomen.

Gematigde stemmen in Balochistan lijken steeds minder relevant te zijn. De eisen van de nationalisten zoals de Nationale Partij (BNP) en de BSO gaan bijna tot de eis van onafhankelijkheid. Andere nationalistische partijen en groepen eisen meer provinciale autonomie. Tegen een emotioneel geladen achtergrond lijken deze groepen niet in staat te zijn om in te gaan tegen de opstandelingen van de harde lijn.

Volgens een linkse nationalistische leider, dokter Abdul Hayee Baluch, “dringt de tijd. Als de regering het meent om de crisis in Balochistan op te lossen, dan moet er nu iets gebeuren, zoniet is het te laat.”

De heersende klasse slaagt er niet in om de nationale kwestie op te lossen en gelijke nationale rechten toe te kennen aan de verschillende groepen in het land. Er is geen oplossing mogelijk op kapitalistische basis, volledige nationale en democratische rechten zijn enkel mogelijk op socialistische basis. De socialistische omvorming van de samenleving is nodig om gelijke rechten en kansen voor alle nationaliteiten te bekomen.

Buitenlandse interventie?

De Pakistaanse regering en veiligheidsdiensten stellen dat Afghanistan en India verantwoordelijk zijn voor de actuele problemen in de provincie. Ze beweren dat beide landen geld en wapens leveren aan de opstandelingen. Er wordt ook beweerd dat het niet gaat om een echte bevrijdingsstrijd, maar een samenzwering om het land te destabiliseren en dat met de medewerking van buitenlandse veiligheidsdiensten. Deze versie wordt door weinigen aangenomen, de meeste Pakistanen denken dat de voormalige militaire dictator Musharraf verantwoordelijk is voor de actuele chaos. Het establishment is niet bereid om te aanvaarden dat de huidige crisis het gevolg is van haar eigen beleid. Voor de beslissing van de militaire regering van Musharraf om iedere stem voor nationale rechten het zwijgen op te leggen, was er geen sprake van opstand in Balochistan. Het gebruik van militaire kracht en het vermoorden van twee prominente nationalistische leiders heeft niet geleid tot een nederlaag voor de separatistische beweging. Integendeel, de separatisten werden hierdoor versterkt.

De strategisch belangrijke provincie Balochistan oefent een aantrekkingskracht uit op alle regionale en wereldwijde machten. Ieder machtig land wil haar invloed vergroten, dat is zeker het geval voor de VS en China. Balochistan ligt in het zuid-westen van het land en grenst aan Iran en Afghanistan. Er is ook een lange kustlijn. Balochistan is na Torkhum de belangrijkste aanvoerroute voor de NAVO-troepen in buurland Afghanistan.

Het strategisch belang van de regio gaat gepaard met de aanwezigheid van enorme natuurrijkdommen (olie, gas, mineralen). Heel wat landen, waaronder de VS en bondgenoten, hebben redenen genoeg om zich te mengen in deze provincie. De nieuwe havenstad Gawadar bevindt zich vlak bij de straat van Hormuz aan de ingang van de Perzische Golf. De bouw van de nieuwe haven is belangrijk voor meer dan 20 landen in de Golf, aan de Rode Zee, Centraal-Azië en Oost-Afrika. Het is ook belangrijk voor Iran, India, Afghanistan en delen van het noorden van China.

De aanwezigheid van China vergroot het strategische belang van Gawadar. De haven werd vooral met Chinees kapitaal en Chinese arbeidskrachten gebouwd. Sommigen zien deze geïsoleerde stad in het zuidwesten van Pakistan als een Chinese buitenpost aan de Indische oceaan met als doel om de olietoevoer vanuit het Midden-Oosten naar China te verzekeren en de Amerikaanse aanwezigheid in de regio te counteren. Gawadar moet ook dienst doen als energiecorridor tussen Centraal-Azië, het Midden-Oosten en Zuid-Azië. Een Chinees bedrijf staat in voor de ontginning van goud- en kopermijnen in Saindak bij de grens met Iran en Afghanistan.

De situatie in Balochistan kan escaleren als de Amerikanen hun activiteit in de provincie opdrijven en zeker indien er een conflict ontwikkelt met Iran. De VS wil een einde maken aan de basissen van de Taliban en Al-Qaeda in Balochistan die vandaag worden gebruikt voor aanvallen op NAVO-troepen in het zuiden van Afghanistan. Amerikaanse militairen dreigen ermee om onbemande bommenwerpers in te zetten. Dat zou rampzalige gevolgen met zich mee brengen voor de bevolking.

Arbeiders tonen de weg vooruit aan

De arbeidersklasse is de enige kracht die een weg vooruit kan bieden en die niet hopeloos verdeeld is langs nationale, religieuze en etnische lijnen. De vakbonden hebben hun eenheid bewaard. Arbeiders van Balochi afkomst, Pathanen, Punjabi en Hazara staan zij aan zij in deze moeilijke situatie. De vakbonden spreken zich uit tegen het moorden op nationale basis en toonden hun solidariteit met de slachtoffers.

Op 1 mei was er in Quetta nog een grote optocht van meer dan 10.000 arbeiders van verschillende nationaliteiten en etnische achtergronden. Dit was één van de grootste arbeidersbetogingen ooit in Quetta. De arbeiders riepen slogans tegen de moorden en het enggeestige nationalisme. Ze toonden hun bereidheid om in te gaan tegen zowel de nationalisten als de staatsrepressie. De arbeiders toonden aan dat eenheid mogelijk is op een klassenbasis. De vakbonden in de rest van het land moeten nu hun solidariteit betuigen met de arbeiders in Balochistan en hun banden versterken.

De arbeiders in Balochistan hebben praktische hulp en solidariteit nodig van de vakbonden. Bij gebrek aan een politiek alternatief, voelen de arbeiders zich geïsoleerd in de enorm gepolariseerde politieke situatie. Een nieuwe arbeiderspartij met democratische structuren en een radicaal socialistisch programma is noodzakelijk om de arbeiders van verschillende nationaliteiten, etnische en religieuze achtergronden bijeen te brengen in een gezamenlijke strijd tegen het establishment en voor de vestiging van de socialistische federatie van Pakistan en van de bredere regio met het recht op zelfbeschikking voor Balochistan en andere nationale minderheden als onderdeel van een socialistische wereld.


Lees ook:

  • Artikel uit 2005: "heropleving conflict in Baluchistan"
  • In 2006 schreven we reeds dat het offfensief tegen de nationalisten hun positie enkel zou versterken.
Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie