Reeds enkele weken is er een bezetting aan de ULB bezig door zo’n 150 Iraanse vluchtelingen. Die eisen de regularisatie van hun situatie, het is te zeggen: het recht op een normaal leven, werken, studeren en gewoon op straat wandelen zonder de angst dat ze zullen opgepakt worden en in een gesloten centrum worden opgesloten. De Dienst Vreemdelingenzaken, en dus de regering waar die Dienst van afhangt, blijft echter doof voor de eisen van de vluchtelingen.
Het uitwijzingsbeleid dwingt tienduizenden mensen, waaronder heel wat gezinnen, in de illegaliteit. Ze overleven door in het zwart en onderbetaald bij te klussen. Ze hebben geen toegang tot sociale bescherming. De deregulering van de arbeidsmarkt en het uitwijzingsbeleid spelen in hun nadeel. Hele delen van de kapitalistische economie komen in de illegaliteit terecht, wat een druk zet om de lonen te verlagen en de arbeidscondities te verslechteren in de legale tewerkstelling. Daarom beschouwt LSP de strijd van de sans-papiers die voor hun regularisatie opkomen als een integraal deel van de strijd van de arbeiders, uitkeringsgerechtigden en jongeren tegen de asociale politiek van de regering en de aanvallen van het patronaat.
Solidariteit met de Iraanse studenten
Het reactionaire Iraanse regime wordt meer en meer betwist door de bevolking. In juli 1999 kwamen duizenden studenten op straat om de democratische hervormingen van president Khatami te ondersteunen, Khatami werd twee jaar eerder op overtuigende wijze verkozen. Maar Khatami, die niet wou breken met de heersende klasse waar hij deel van uitmaakt, heeft daarop de harde repressie tegen de studenten gesteund.
In november 2002 werd opnieuw betoogd tegen de ter-dood-veroordeling van Hachem Aghajar, een intellectueel die het aandurfde om op vlak van godsdienst het vrije onderzoek te verdedigen. De betogers waren niet zo talrijk als in 1999, maar des te vastberadener. Ze riepen slogans tegen de geestelijke leiders en tegen de repressie. De studenten hadden geen vertrouwen meer in Khatami. Hoewel die in 2001 werd herverkozen, heeft hij de problemen van de bevolking en in het bijzonder van de jongeren (2/3 van de bevolking) niet opgelost. Het strenge zedelijke beleid blijft wegen op de jongeren. De studentenorganisaties kondigden een bredere protestbeweging aan. De jongeren hebben geen angst om de confrontatie met het regime aan te gaan, zij hebben de bloedige nederlaag van 1979-1980 na de islamistische contra-revolutie niet meegemaakt. De arbeiders en boeren kijken naar de studentenbewegingen om zelf in strijd te komen. Op dit ogenblik beeft het regime van de mollahs op haar grondvesten zoals indertijd het regime van de Shah dit deed.
Voor een socialistisch alternatief
LSP is de Belgische afdeling van het Committee for a Workers’ International (CWI). Het CWI wil een revolutionaire socialistische internationale opbouwen. Er zijn afdelingen in meer dan 30 landen, jammer genoeg nog niet in Iran. Het is de afwezigheid van een geloofwaardig revolutionair socialistisch alternatief die de reactionaire geestelijke leiders in 1979 de mogelijkheid bood om de Iraanse revolutie neer te slaan. Het CWI is ook actief in de bewegingen ter verdediging van de sans-papiers. Onze Franse afdeling lanceerde indertijd Jeunes contre le Racisme en Europe (JRE). Meer recent ondersteunde onze Griekse afdeling de strijd van Afrikaanse vluchtelingen. Het CWI komt op voor een socialistische samenleving, een samenleving waar de economie op democratische wijze wordt gepland door de arbeiders voor de behoeften van de meerderheid van de bevolking in plaats van een economie ten dienste van de winsten van een kleine minderheid van kapitalisten.