390 jaar na de aankomst van de eerste 21 zwarte Afrikaanse slaven in Jamestown, Virginia, legde Barack Obama de eed af als de eerste zwarte president in de Amerikaanse geschiedenis. Voor veel zwarte Amerikanen is dat een belangrijke stap. Sommigen hebben de segregatie nog zelf ondervonden in het zuiden. Slechts 20 jaar geleden zouden de meeste Amerikanen, zowel blanken als zwarten, de mogelijkheid van een zwarte president als onrealiseerbaar hebben beschouwd.
Martin Luther King samen met Malcolm X. Meer over Martin Luther King kan je lezen in dit Engelstalig artikel: From Montgomery to Vietnam: The Radical Life of Martin Luther King, Jr.
Veel commentatoren in de massamedia en figuren van het politieke establishment gaan nog een stap verder en stellen dat hiermee de droom van Martin Luther King Jr is gerealiseerd en de massastrijd van de burgerrechtenbeweging nu tot haar eindoverwinning is gekomen.
In de presidentscampagne van Obama werd regelmatig gebruik gemaakt van bewoordingen en beelden van dr. King. Obama gebruikte de 45ste verjaardag van Kings gekende toespraak “I have a dream” om de Democratische nominatie voor de presidentsverkiezingen te aanvaarden. Hij trok ook naar de familiekerk van de familie King, de Ebenezer Babptist Church in Atlanta.
Was de droom van Martin Luther Ling dan beperkt tot de verkiezing van een zwarte president? Met de verkiezing van Obama zal er geen einde komen aan de noodzaam om te strijden voor burgerrechten en tegen racisme.
Waar stond Martin Luther King voor?
Er wordt een poging gedaan door de grote bedrijven en het establishment (inclusief het zwarte establishment) en zelfs sommige familieleden van King om de radicale inhoud van Kings ideeën en strijd naar de achtergrond te verdrijven. Op het ogenblik van de moord op King was hij actief tegen de oorlog in Vietnam, plande hij een radicale mars op Washington, eiste hij jobs en de afschaffing van armoede als onderdeel van zijn “campagne van armen”. Hij begon ook het kapitalisme in vraag te stellen.
Dat leidde tot erg negatieve reacties bij het establishment, onder meer vanwege de Democratische president Lyndon B Johnson, de traditionele leiders van de burgerrechtenbeweging en de media. De radicalisering bij King (vooral het feit dat hij de strijd voor burgerrechten verbond met de strijd van de arbeidersbeweging) was een uitdrukking van het besef dat de oorzaak van de problemen bij het kapitalisme zelf moest worden gezocht. Hij verdedigde hierop eisen als een herverdeling van de rijkdom, een gegarandeerd jaarlijks inkomen, de nationalisering van een aantal sectoren en een “waardenrevolutie”.
De verkiezing van Obama komt voort uit een periode van diepe crisis voor het Amerikaanse en het wereldkapitalisme. Die crisis kwam aan het einde van acht jaren van een gehaat regime, wellicht de meest gehate regering sinds Herbert Hoover. Dat legde de basis voor een roep naar verandering. De retorische talenten van Obama en zijn universele oproepen over bijvoorbeeld “één Amerika, niet rood of blauw, niet zwart of wit”, zorgden ervoor dat hij een grote aanhang kon verwerven onder de middenklasse, arbeiders en armen.
Veel arbeiders hopen op verandering na acht jaar Bush. Obama zoekt daarvoor echter ministers en politiek personeel uit de periode van Clinton. Onder Clinton kwam het Noord-Amerikaans Vrijhandelsakkoord (NAFTA) tot stand, was er sprake van dereguleringen, aanvallen op de arbeiders, het ondermijnen van de sociale zekerheid en werd oorlog gevoerd.
De economische crisis dwingt het team van Obama tot overheidsinterventies om zo een volledige ineenstorting van het systeem te vermijden. Voor de arbeiders en hun gezinnen zullen er enkel kruimels worden uitgedeeld. Het leeuwendeel van de honderden miljarden steunmaatregelen zal gaan naar de grote bedrijven.
Obama aanvaardt de zogenaamde “oorlog tegen het terrorisme” en zal de brutale interventies van het VS-imperialisme verder zetten. De dominantie en agressie in Afghanistan en Irak zal niet worden beëindigd en dreigt zelfs de grens met Pakistan over te steken. Ook op dit vlak moeten we ons de vraag stellen of Martin Luther King dan droomde van een verderzetting van oorlog, armoede en militarisme.
Einde van het racisme?
De verkiezing van Obama was een emotionele, psychologische en politieke opsteker voor de arbeiders en armen, zeker voor de kleurlingen. Velen zien het als een keerpunt op het vlak van racisme.
De massamedia lijken bereid te zijn om daarin mee te gaan, maar intussen blijft het racisme welig tieren. Dat werd nogmaals pijnlijk duidelijk met de recente rellen in Oakland na de moord op de 22-jarige Oscar Grant. Eerder was er onder meer de gebrekkige hulpverlening bij de Orkaan Katrina en de verwoesting van New Orleans. Er is ook een toename van xenofobie tegenover Arabieren en moslims.
Er is veel media-aandacht voor de economische crisis, maar er wordt weinig ingegaan op het feit dat vooral de zwarte Amerikanen hard worden geraakt. Agressieve kredietbedrijven hadden zich vooral op arbeidersbuurten met ook veel zwarte inwoners gericht. Het aantal zwarte gezinnen dat uit hun huizen dreigt te worden gezet, is hoger dan het nationale gemiddelde. De kloof tussen blank en zwart zal enkel nog verder toenemen.
De werkloosheid onder zwarte Amerikanen bereikte 11,9% in december, tegenover een nationaal gemiddelde van 7,2%. Dit cijfer houdt geen rekening met diegenen die het hebben opgegeven om naar werk te zoeken. Ook wordt er geen rekening gehouden met wie een deeltijdse job heeft, maar eigenlijk een voltijdse job wil en nodig heeft om rond te komen.
Onder zwarte tieners bedraagt de werkloosheidsgraad 32%. Businiess Week stelt dat dit cijfer kan aangroeien tot 60-70% (22 december). Ze haalden Lawrence Mishel van het Economic Policy Institute aan: “We hebben het over gemeenschappen die in het beste geval in een recessie leven, en mogelijk in een diepe depressie zullen terechtkomen.”
Hij spreekt over het feit dat de kwestie van huidskleur wordt overstegen, maar hij gaat niet in op problemen die specifiek hard leven onder de zwarte bevolking. We vrezen dat er de komende periode weinig zal veranderen voor de zwarte arbeiders en armen.
De crisis van het wereldkapitalisme, de armoede, het racisme en de oorlogen vereisen een radicale onafhankelijke beweging van de arbeiders en armen voor echte verandering. Zo’n beweging moet zich baseren op de verschillende bevolkingsgroepen, moet democratisch georganiseerd zijn en lessen trekken uit de zwarte bevrijdingsbeweging. Zo’n beweging moet zich organiseren op de werkvloer, in de wijken en de scholen. Het moet eisen opnemen voor een nationale en gratis gezondheidszorg, werk voor iedereen met een degelijk loon, tegen racisme en armoede, voor ecologische rechtvaardigheid, een einde aan het militarisme en imperialistische oorlogen. Het systeem moet veranderen aangezien het kapitalisme steeds leidt tot racisme, armoede en oorlog.
Martin Luther King stelde al in 1966: “We hebben te maken met een klassenkwestie. Er is iets fout met het kapitalisme. Misschien moet Amerika wel naar een democratisch socialisme gaan.”