Namen: stadsbestuur onder druk na protest tegen bedelverbod

Op 29 juni besprak de gemeenteraad van Namen het voorstel om in de zomermaanden een bedelverbod in de binnenstad op te leggen. In 2014 was er ophef toen het gemeentebestuur met een gelijkaardig voorstel naar buiten trad maar teruggeroepen werd door de Raad van State. Drie jaar later blijft de meerderheid doorzetten met het idee om armoede te criminaliseren. Dit botste meteen op protest en mobilisatie.

Artikel door AOD, een sympathisant van LSP in Namen

Volgens het betreffende reglement zouden bedelaars nu ook de laatste manier om aan een beetje geld te geraken verliezen. Het voorstel werd met 25 tegen 15 gestemd: meerderheid tegen oppositie. Er volgde een protestactie op 7 juli en een ontmoeting tussen betogers en stadsbestuur op 10 juli.

Het stadsbestuur wilde de toegang tot de bespreking op de gemeenteraad beperken tot de woordvoerders van het protest, maar verschillende burgers en activisten van een koepel van organisaties (Lutte Solidarité Travail, Nuit Debout Namur, Réseau wallon de lutte contre la pauvreté, …) vonden een weg naar binnen om de bespreking bij te wonen.

Het voorstel van reglement werd verdedigd door de wel erg stille schepenen Anne Barzin (MR), Stéphanie Scailquin (CDH) en Philippe Noël (Ecolo, OCMW-voorzitter), maar vooral door de luidruchtige Maxime Prévot (CDH, burgemeester die zich laat vervangen en Waals begrotingsminister). Ze gebruikten verschillende argumenten die vooral dienden om de aandacht af te leiden.

Prévot stelde eerst en vooral dat het reglement moet toelaten om zogenaamd agressief gedrag van bepaalde bedelaars te bestrijden. Dat idee werd naar voor gebracht door verschillende politieverslagen na klachten door lokale handelaars. Dit argument is vreemd aangezien er al regels zijn die agressief gedrag op het openbare terrein verbieden. Het risico op geweld neemt overigens toe als mensen hun laatste bron om een beetje mens te zijn wordt afgenomen. Het reglement dreigt tot meer geweld te leiden in plaats van het te vermijden.

Een tweede argument kwam eveneens van Prévot. Hij stelde dat het reglement een einde zal maken aan de netwerken van bedelaars die actief zouden zijn in de stad. Op een interpellatie vanuit de zaal moest Prévot erkennen dat er nog geen enkele arrestatie in die zin plaatsvond in Namen. Prévot sprak zichzelf tegen en kon geen gegevens van de politie voorleggen die betrekking hebben op het bestaan van dergelijke netwerken. Toch aarzelt Prévot niet om zich bevoegdheden toe te eigenen die hij eigenlijk niet heeft om veiligheidsmaatregelen te nemen terwijl er geen informatie is over de feiten waartegen wordt opgetreden. Als er dergelijke netwerken zijn die bedelaars inzetten, zal het bedelverbod overigens de eerste slachtoffers van dergelijke netwerken criminaliseren in plaats van hen te helpen.

CDH en MR verzekerden dat het reglement er kwam na een democratisch beslissingsproces. Ze erkennen dat er geen gesprekken waren met de mensen die door deze maatregel geraakt worden: de bedelaars zelf. Het feit dat er op het einde van de vergadering beslist werd om een nieuwe werkgroep op te zetten met daarin ook vertegenwoordigers van de bedelaars, bevestigt dat er hier vooralsnog geen sprake van was.

Behalve over het bedelverbod werd er ook gediscussieerd over de jaarlijkse sluiting van de nachtopvang gedurende een maand: van 22 juli tot 22 augustus. Prévot verdedigde die sluiting met het argument van de jaarlijkse vakantie voor het personeel van de daklozenopvang. Prévot sprak zichzelf opnieuw tegen toen de aanwezigen vanuit de zaal opmerkten dat er voldoende gekwalificeerde burgers zonder werk zijn die het tekort aan personeel kunnen opvangen. Het beleid toont eens te meer een falen om een nochtans jaarlijks terugkerend gegeven te voorzien: de jaarlijkse vakantie.

De discussie eindigde met enkele kleine stapjes vooruit. Zo werd beslist om de nachtopvang toch twee weken open te houden in de sluitingsmaand. Op voorstel van de aanwezigen in de zaal komt er een nieuwe werkgroep met vier extra personen, vertegenwoordigers van de activisten en de bedelaars, om een nieuw reglement uit te werken. Het huidige bedelverbod zal gedurende een maand in een afgezwakte vorm opgelegd worden: op bepaalde plaatsen wordt het toegelaten om te bedelen in de periode dat de nachtopvang dicht is.

Ondanks die beperkte stappen vooruit, kwam er helaas geen afschaffing van het voorstel. Er komt ook geen nieuw debat over de voorstellen op een uitzonderlijke gemeenteraad. Om de afschaffing te bekomen, volgden er acties aan het Waals parlement en in de binnenstad.

“Poor washing”

Het is niet verrassend dat het hypocriete reglement betrekking heeft op de periode van 1 juli tot en met 30 september: dit is niet alleen de vakantieperiode, het omvat ook de solden. Het doel is duidelijk: armoede wegstoppen zodat het de toeristen niet afschrikt. De meerderheid van het Namense bestuur wil de stad omvormen tot een toeristisch centrum. Dit omvat een commercieel centrum met grote merken die amper belastingen betalen maar ook prestigeprojecten die de bevolking heel wat centen zullen kosten. Met prestigeprojecten zullen de onderliggende problemen niet verdwijnen en komen er geen jobs of sociale huisvesting bij.

Armoede is algemeen probleem

Armoede is geen misdrijf. Het feit dat mensen geen andere uitweg zien dan bedelen, is een gevolg van het neoliberale beleid dat decennialang gevoerd werd door verschillende regeringen. De gewone mensen worden kaalgeplukt door het besparingsbeleid in dienst van de superrijken. Het feit dat er bedelaars zijn, is een uiting van een kapitalisme in crisis en een rampzalig beleid.

Er is nood aan een socialistisch beleid dat vertrekt van de behoeften en noden van de bevolking, niet die van de banken en de winstcijfers. Enkel dan kunnen we een einde maken aan armoede en dus ook aan het bestaan van bedelaars. Er is nood aan actie op straat om in te gaan tegen de ondemocratische instellingen waar de machthebbers onder elkaar bedisselen wat ze ons opleggen. Terwijl er maatregelen genomen worden om bedelaars te criminaliseren, worden de superrijken ongemoeid gelaten. De ongelijkheid is nochtans erg groot in ons land: de 20% rijksten zijn goed voor 60% van het nationaal patrimonium terwijl de 20% armsten slechts 0,2% bezitten.

Enkele grote huiseigenaars weten niet wat gedaan met het vele geld dat ze verdienen. Ze blijven de rijkdom opstapelen terwijl de gewone werkenden gebukt gaan onder besparingen die hard aankomen. In Namen wordt dit beleid gevoerd door een meerderheid van CDH, MR en Ecolo. Bij het begin van de legislatuur werden deze maatregelen aangekondigd: 14,5% besparen op de uitgaven voor de werking van de stad, niet vervangen van stadspersoneel dat op pensioen gaat waardoor123 jobs verdwijnen, verminderen van de bijdrage aan het OCMW, verminderen van subsidies aan vzw’s met 10%, verhoging van de gemeentebelasting, verhoging van de afvaltaks, …

Samen strijden!

Tegenover dit rampzalige asociale beleid is er nood aan strijd. De Namense afdeling van LSP steunt het protest tegen de besparingen en tegen de discriminatie die de armsten treft. We stellen voor om antibesparingscomités op te zetten om de sociale afbraak actief te bestrijden. Samen staan we immers sterker.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie