Racisme en klassenstrijd: ras of klasse?

Deel 4 (slot) van het dossier ‘Klasse en ras: marxisme, racisme en de klassenstrijd.’

Na de catastrofes van de twee wereldoorlogen in de 20ste eeuw, oorlogen die zich inschreven in de racistische en nationalistische ideologieën die we in het tweede deel van dit dossier beschreven, bestond het ‘officiële’ beleid van de imperialistische kapitalistische klassen uit hypocriet antiracisme. Het racisme en raciale ongelijkheid in de 21ste eeuw hebben echter wereldwijd een materiële basis in de aard van het systeem van klassenongelijkheid. Raciale ongelijkheid is een van de uitingsvormen van die klassenongelijkheid. Zolang de samenleving verdeeld is in klassen, bestaan er sociale voorwaarden voor racisme.

De intensiteit van racisme en het gebruik ervan als middel van discriminatie zal opgangen en neergangen blijven kennen die afhangen van de crisis van het kapitalisme en van de klassenstrijd. De kapitalistische klasse zal er gebruik van blijven maken als onderdeel van het reactionaire arsenaal aan middelen om de arbeidersklasse te verdelen. De enige beperking daarbij is het niveau van organisatie en de capaciteit van strijd door de arbeidersklasse. Wrede en vreemde combinaties van reactionaire ideeën en vooroordelen die in de woorden van Engels “eindeloze bronnen van ongevallen” vormen, zullen steeds opnieuw opgeworpen worden. Recent xenofoob geweld in Zuid-Afrika valt in die categorie. Bij afwezigheid van een arbeidersleiding werden de meest reactionaire racistische en nationalistische vooroordelen opgepikt door een deel van de massa’s, dat woedend is tegenover armoede, werkloosheid en ongelijkheid.

Wat is nu het meest doorslaggevend? Is het ras of is het klasse? Deze vraag wordt vaak opgeworpen in politieke discussies in Zuid-Afrika. Op basis van hun ahistorisch begrip van racisme zullen Afrikanisten doorgaans beweren dat ras belangrijker is. Marxisten beginnen met het uitgangspunt van de vraag te betwisten. Ja, voor marxisten is klasse het doorslaggevende element. Maar dit betekent niet dat ras onbelangrijk is en geen rol speelt in de klassenverhoudingen en dus ook in de klassenstrijd. Het is in de dialectische wisselwerking tussen klasse en ras dat het racisme opgang kende en het is in deze dialectische wisselwerking dat alle moderne vormen van racisme onstonden. C.L.R. James merkte op dat voor marxisten “de rassenkwestie ondergeschikt is aan de klassenkwestie. Maar de raciale factor negeren als een detail is bijzonder zware fout.”

Wie de geschiedenis van het racisme wil begrijpen, moet nagaan of het marxisme in staat is om de reële historische ontwikkeling ervan te verklaren. Wij denken dat dit het geval is. Maar dit is geen louter intellectuele oefening, het is de basis voor een gids tot actie in de strijd voor een socialistische toekomst. Als het marxisme de echte klassenbasis van het racisme blootlegt, is dit om er conclusies uit te trekken en met de arbeidersklasse de strijd voor socialisme aan te gaan als de enige manier om de kapitalistische basis voor racisme uit te schakelen.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie