Mobiliteit: geen oplossingen zonder massale investeringen in openbare diensten

De cijfers van De Lijn voor 2016 waren rampzalig: 11 miljoen minder reizigers, minder afgelegde kilometers, duurdere tickets, meer dan de helft te laat…  En toch presteert Vlaams minister van mobiliteit Ben Weyts het om te stellen dat De Lijn op alle vlakken goed bezig is. Dit is dan ook tekenend voor het hele mobiliteitsbeleid van de Vlaamse en bij uitbreiding de federale regering.

Artikel door een buschauffeur uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

Zelfs hoofdredacteur Verhoeven van de Standaard is verontwaardigd en stelt in zijn edito (31/05): “Het persbericht dat De Lijn gisteren rondstuurde, las als het bericht van een bedrijf dat zijn financiële resultaat als zijn belangrijkste doel beschouwt.” Voor de huidige Vlaamse regering is het immers een stap vooruit als er minder wordt uitgegeven en is de afname van het aantal reizigers voor het zesde jaar op rij geen probleem, want de inkomsten zijn gestegen. Het doel is blijkbaar niet  om een oplossing te zijn voor de verkeersknoop en zoveel mogelijk reizigers te vervoeren. Het doel is om de kost voor de overheid zo laag mogelijk te houden en de zogenaamde kostendekkingsgraad te laten stijgen.

Onder de noemer basisbereikbaarheid wordt het stads- en streekvervoer verder afgebouwd.  De ‘onrendabele’ lijnen en de belbussen moeten eruit. Wie op het platteland aangewezen is op het openbaar vervoer, zal het in het beste geval moeten stellen met één of andere variant van Uber of een busje bestuurd door een vrijwilliger zoals de buurtbussen in Nederland. Enkel wie bereid is om een eindje te fietsen of te stappen zal nog een bus naar grote (stads)kernen kunnen nemen.

Wie rijk is in de wagen en wie arm is met de bus?

Er wordt heel wat gepraat over het creëren van een “modal shift:” een verschuiving van het vervoer per auto naar fiets en openbaar vervoer. Eén van de zaken die hier regelmatig terugkomt, is het rekeningrijden of andere manieren om tol te heffen. Bij gebrek aan investeringen om het openbaar vervoer aantrekkelijker te maken, wordt het gebruik van een auto zwaarder belast om het gebruik ervan af te raden. Wie rijk is, hoeft zich geen zorgen te maken. Wie moeite heeft om rond te komen, heeft pech.

De discussie over een “modal shift” moet in de eerste plaats over de nodige publieke middelen gaan. Om fiets en openbaar vervoer te stimuleren, zijn investeringen nodig. Maar de NMBS zit in het grootste besparingstraject ooit en ook De Lijn moet nog eens jaarlijks 21 miljoen euro besparen tegen 2019. De dienstverlening van het openbaar vervoer gaat stelselmatig achteruit zonder perspectief op beterschap.

Noodplan: massaal investeringsplan in openbaar vervoer

Vandaag zitten we stilaan in de situatie dat we een noodplan nodig hebben. Toen in Antwerpen gewerkt werd aan de zuidelijke Leien was er een “minder-hinder-plan” met investeringen in openbaar vervoer. Jammer genoeg werden die na de werken deels terug afgebouwd. Deze zomer werd er bij nieuwe werken aan de Leien beslist om in juni de frequentie van de trams al af te bouwen… Het concept van het “minder-hinder-plan” was interessant: er is vandaag ook zonder werken aan de wegen nood aan een massaal investeringsplan om de files en de leefbaarheid echt aan te pakken.

De Lijn en de NMBS moeten terug omgevormd worden tot echte openbare diensten waar de dienstverlening centraal staat. Het is mogelijk om het openbaar vervoer drastisch goedkoper en zelfs gratis te maken: de financiering gebeurt ook nu al voor een groot deel via onze belastingen. Het openbaar vervoer kan uitgebreid worden met publieke stelsels van autodelen en deelfietsen. Steden en gemeenten, of openbare diensten, kunnen dit organiseren.

Uiteraard zal dit niet alles oplossen, maar het zal alleszins een stap vooruit zijn. In het Antwerpse mobiliteitsplan (ja, het bestaat!) wordt gesproken over een ‘korte-afstand-stad’: alles wat een bewoner nodig heeft, moet in de nabijheid aanwezig zijn. Dat is een goed idee, maar het huidige beleid gaat in de omgekeerde richting. Diensten zoals kinderopvang, scholen, gezondheidszorg, dienstencentra, en als het kan ook werk, moeten in de buurt aanwezig zijn. Daarvoor moeten we breken met de neoliberale logica en opkomen voor een systeem dat vertrekt van de noden van de bevolking.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie