VOORLOPIGE RESULTATEN, op basis van 83% van de uitslagen, voorspellen een lichte vooruitgang van ACV en ACLVB ten koste van het ABVV. De volledige uitslag zal pas eind september bekend zijn. Het ABVV hoopt haar score nog iets op te tillen omdat de resultaten van een aantal grote bedrijven zoals Caterpillar, Carrefour, Match en Lidl nog niet bekend ven zijn.
Eric Byl
Hoe dan ook zijn de krachtsverhoudingen tussen de vakbonden nauwelijks gewijzigd. Dat kon moeilijk anders. Men moest al een kei zijn om de verschillen te ontdekken tussen “10 voorstellen waarvoor wij tekenen” (ABVV) en “10 redenen om voor het ACV te stemmen”. De officiële instanties hebben hun klassieke taktiek gevolgd: de verkiezingen depolitiseren met inhoudloze slogans en zich niet laten vastpinnen op duidelijke eisen die aan de basis als een signaal voor actie kunnen worden begrepen. Voor het ABVV was dat “wij kiezen voor u”, de ACV-variant luidde “uw job, ons werk”. Beide slogans drukken uit waar de vakbondsleidingen heen willen: de vakbonden omvormen tot zuivere dienstverlenende bedrijven.
Wie inhoud wou, kon enkel terecht bij een beperkt aantal syndicale delegaties. De ACOD-delegatie aan de VUB verspreidde een speciale editie “sociale verkiezingen” van haar nieuwsbrief. Daarin combineert de delegatie een concreet eisenplatform met een degelijk uitgewerkte argumentatie. Resultaat: de monsterscore van 2000 (63,2%) werd dit jaar met 1,5% verbeterd (64,7%). De VUB is helaas een uitzondering. Meestal werden strijdbare syndicalisten, zonder inspraak van de basis, ergens achteraan de lijst geparkeerd en werd er nauwelijks gewerkt met inhoudelijke voorstellen.
Het tijdperk dat het ABVV stond voor strijd en het ACV voor overleg ligt trouwens al een tijdje achter de rug.Vooral sedert het aantreden van paars(groen) heeft het ABVV zich geprofileerd als een loyale partner van de regering.
Strijdbare syndicalisten scoren doorgaans beter dan hun collega’s die zich beperken tot dienstbetoon. Ze zijn echter zelden in staat om de nationale trend te doorbreken en het gebrek aan strijdbaarheid van de nationale structuren te compenseren op bedrijfsniveau, ook al door het ontbreken van een georganiseerde linkerzijde. De nationale vakbondstop zal aanvoeren dat het toch niet zo erg gesteld kan zijn met haar imago, aangezien liefst 80% van de stemgerechtigden – beduidend meer dan in 2000 – heeft deelgenomen. Ze zal er ook op wijzen dat het aantal vakbondsleden toeneemt en de samenstelling van de lijsten vlotter verloopt dan ooit. Het ACV bracht meer dan 63.000 kandidaten in stelling, het ABVV meer dan 50.000 en ook het aantal kandidaten van het ACLVB is fors toegenomen.
Voor LSP is dat niet te verklaren door de populariteit van de nationale vakbondstop, noch door een duidelijke keuze voor of tegen de voorstellen van één van de bonden. Wij denken dat het een uitdrukking is van de toenemende onzekerheid in een periode van stijgende werkloosheid en aanvallen op de sociale zekerheid. De vooruitgang van het ABVV in de nonprofit is vooral te verklaren doordat het monopolie van het ACV in de katholieke instellingen niet meer van deze tijd is. De achteruitgang van het ABVV in de industrie en financiën is anderzijds gedeeltelijk te wijten aan de aanslepende desindustrialisering.
De lichte vooruitgang van het ABVV in Brussel is hoofdzakelijk te wijten aan de stijgende impact in het katholiek onderwijs en de private hospitalen en dus niet aan de uitsluiting van de meer linkse ABVV-voorzitter Faust.
De nieuw verkozen gemandateerden in de bedrijven wacht een moeilijke taak. Zij zullen de arbeiders en hun gezinnen moeten verdedigen tegen een patronaat dat haar crisis op de arbeiders wil afwentelen en een regering die drastisch wil snoeien in de sociale uitgaven. Op de vakbondstop, die steeds meer optreedt als de vertegenwoordiger van de regeringspartijen binnen de vakbonden, zullen ze niet moeten rekenen. De enige garantie in de komende periode is het politiseren van de basis door die zoveel mogelijk te betrekken, het opzetten van een netwerk van syndicalisten en het ijveren voor een breuk van ACV met CD&V en een breuk van ABVV met SP.a. Dat moet de weg openen voor een ééngemaakte vakbond en een nieuwe arbeiderspartij die echt strijdt voor onze belangen.