Europese Unie in permanente crisis. Weg met de EU! Voor een socialistisch, democratisch en solidair Europa!

Foto: Flickr/theo_reth

Een klein jaar geleden stemde een meerderheid van de Britten ja op de vraag of hun land de EU moest verlaten. Op 29 april 2017 hebben de regeringsleiders van de resterende 27 EU-landen unaniem de richtlijnen voor de Brexit-onderhandelingen goedgekeurd. Het was de kortste en de meest eensgezinde EU-top sinds heel lang. Op 15 minuten was er een akkoord. De EU-leiders willen zo eendracht en eensgezindheid uitstralen naar de rest van de wereld.

dossier door Tanja (Gent) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

Het project van Europese eenmaking zit in een diepe crisis. Voor het eerst sinds haar bestaan is er geen uitbreiding van het Europees integratieproject in het verschiet, maar wil een land uit de EU stappen. Om politieke besmetting te vermijden, wil de EU dat Groot-Brittannië een zware prijs betaalt. Theresa May van haar kant moet haar been stijf houden en zo haar achterban tevreden stellen om een breuk in haar eigen partij te voorkomen. Ze waarschuwde Juncker, voorzitter van de Europese Commissie, dat ze een “verdomd moeilijke vrouw” zal zijn tijdens de onderhandelingen.

De deadline om de onderhandelingen af te ronden is in Europese verdragen vastgelegd op twee jaar nadat artikel 50 officieel werd ingeroepen. Deze valt dus in maart 2019, een paar maand voor de volgende Europese verkiezingen. Of de onderhandelingen worden beslecht met of zonder een akkoord tussen de twee onderhandelingspartners blijft af te wachten.

Is er reden voor optimisme?

De verkiezing van Emmanuel Macron als nieuwe Franse president zorgt voor een tijdelijke opluchting in Brussel. Maar er zijn heel wat factoren en gebeurtenissen in de EU en in Groot-Brittannië die een verzwarend effect kunnen hebben op de onderhandelingen. In het najaar zijn er nog belangrijke verkiezingen in Duitsland. Er zijn de economische bedreigingen en de risico’s in de banksector. De economische en politieke instabiliteit zal bij elke verkiezing opnieuw de kop opsteken. Er is de dreiging van een nieuw referendum in Schotland en van een grensconflict met Noord-Ierland. Er zijn op 8 juni ook de vervroegde verkiezingen in Groot-Brittannië zelf. Theresa May gebruikt deze om haar parlementaire meerderheid te versterken. De vraag is of Jeremy Corbyn als voorzitter van de Labour Party de werkende klasse kan mobiliseren om haar eigen stempel te drukken op de onderhandelingen. Gebeurt dit niet, dan dreigt de werkende klasse langs beide kanten van het kanaal meegesleept te worden in discussies die gedomineerd worden door eng-nationalistische en racistische tendensen.

Op dit ogenblik lijkt de eensgezindheid te regeren bij de Europese leiders. Vroeg of laat zullen de tegenstellingen tussen de lidstaten terug komen bovendrijven. België, Nederland en Ierland, zijn landen die nauwe handelsrelaties met het VK onderhouden. Respectievelijk 8,8%, 9,3% en 13,7% van de export van deze landen gaat naar het VK. Voor deze landen is de vraag of er een handelsakkoord komt als onderdeel van de Brexit-onderhandelingen geen secundaire kwestie.

Wat betekent de Brexit-stem?

In de media werd de stem voor Brexit weggezet als een enge racistische anti-migratiestem. De pro-EU stem was zogezegd de uitdrukking van een progressieve ingesteldheid. Uiteraard zijn dingen zelden zwart of wit. Alle opiniepeilingen tonen aan dat migratie een rol heeft gespeeld, maar dat vooral sociale kwesties bepalend waren in het stemgedrag. Voor een groot deel van de bevolking werden arbeidsmigratie en de opgelegde besparingsmaatregelen uit Brussel  gezien als een instrument van de elite om de algemene loon- en arbeidsvoorwaarden te doen dalen.

Onze zusterpartijen in Engeland & Wales, Schotland en Noord-Ierland voerden campagne voor een Brexit. Niet om de illusie te scheppen dat na een Brexit de aanvallen op de werkende bevolking automatisch zouden stoppen. Maar omdat de Brexit een beter uitgangspunt zou bieden voor de sociale strijd in het land.

We hebben nooit beweerd dat een Brexit op zich positief of negatief zou zijn, maar we hebben de nadruk gelegd op het asociale karakter van de huidige EU. Een meerderheid voor een Brexit was volgens ons de uitkomst die de strijd voor een betere gezondheidszorg en tegen de besparingen en privatiseringen zou versterken. Zeker wanneer het zou onderbouwd worden door een sterke internationalistische boodschap vanuit de vakbonden en de nieuwe voorzitter van Labour, Jeremy Corbyn, had het de nationalistische UKIP-campagne kunnen counteren. We betreurden de houding van Jeremy Corbyn, die ondanks zijn kritische houding tegenover de ‘Employers Union’ voor ‘Remain’ stemde. Daarmee stond hij toe dat reactionaire krachten het Leave-kamp domineerden. Het hoeft dus niet te verbazen dat er een verward bewustzijn was na het referendum.

Niettemin was de Brexit een afstraffing van het Europees establishment en het project van neoliberalisme en geïnstitutionaliseerde besparingen. Miljoenen mensen, vooral in landen als Griekenland, Spanje en Portugal, werden de afgelopen jaren de armoede en ellende ingejaagd. Niet verwonderlijk dus dat mensen walgen van het arrogante Europese establishment in het verre Brussel, dat asociale beslissingen boven hun hoofd neemt.

Vanwege deze ervaringen vind je alsmaar minder mensen die enthousiast zijn over de EU. Het is geen toeval dat de geloofwaardigheidscrisis van de EU samenvalt met de geloofwaardigheidscrisis van het politieke establishment. Alle zogenaamde grote pro-Europese partijen die het beleid op Europees vlak hebben bepaald en verdedigd, worden vandaag afgestraft. De sociaaldemocratie is hier het grootste slachtoffer van. In Griekenland, in Ierland en nu ook in Nederland en Frankrijk kreeg zij zware klappen en in sommige landen is het allesbehalve zeker of die partijen ooit zullen herstellen.

Helaas zijn het dikwijls de reactionaire, rechtse, racistische ‘euro-sceptische’ partijen die hier het meest van profiteren. Grote delen van de linkerzijde proberen zich vast te klampen aan de mythe van een sociaal Europa. In deze illusies is de EU ‘internationalistischer’ en progressiever dan een terugkeer naar de natiestaat. Vaak wordt er ook nog bij vermeld dat dankzij het Europees integratieproces er al 70 jaar vrede heerst op het Europese continent.

Als de keuze herleid wordt tot een keuze tussen de huidige asociale neoliberale EU of een nationalistisch bloedvergieten, dan is dit uiteraard een onmogelijke keuze. Wie wil nu dat er opnieuw oorlog komt in Europa? Wie vindt internationale uitwisselingsprogramma’s voor studenten een slechte zaak?

LSP is ervan overtuigd dat de EU en het Europees integratieproces, gebaseerd op een kapitalistische economie en beheerd door de rijkste 1% en haar politieke dienaars, nooit progressief was en ook nooit progressief zal worden.

Daarom gaan we in het tweede deel van dit artikel dieper in op de geschiedenis van de EU. Wij beargumenteren dat er enkel op een solidaire, democratische en socialistische basis een echte eenmaking van Europa kan komen. Een Europa waarin de belangen, rechten en talenten van alle mensen die in Europa leven gewaarborgd, uitgebouwd en gegarandeerd kunnen worden.


De EU: gebouwd op asociale kapitalistische fundamenten

Eind maart 2017 werd in Rome de 60ste verjaardag gevierd van de Verdragen van Rome die de basis legden voor de Europese Economische Gemeenschap (EEG). Met veel tamtam en mooie woorden probeerden de Europese leiders het imago van de EU op te krikken. Ze beseffen zelf maar al te goed dat ze de zwaarste crisis meemaken die het project ooit kende.

Het vertrouwen van de bevolking in de EU staat op een historisch dieptepunt. Aan de Europese verkiezingen in 2014 nam slechts 42% deel. Zelfs in de traditioneel EU-gezinde landen, zoals Italië, Spanje, Frankrijk en Duitsland, had in 2016 nog maar 35 à 38% van de bevolking een positief beeld van de EU.

Zoals in 2012, toen de EU in het midden van haar zwaarste crisis de Nobelprijs voor de Vrede won, werd ook deze keer in Rome benadrukt dat de EU garant staat voor zeven decennia van vrede en groeiende welvaart in Europa. In het Verdrag, dat door de 6 stichtende landen in 1957 werd getekend wordt inderdaad gesproken over “verbetering van de levensstandaard en van de arbeidsvoorwaarden van de werknemers, harmonisatie van de sociale stelsels, gelijke beloning van mannen en vrouwen voor gelijke arbeid, het waarborgen van het evenwicht in het handelsverkeer en van de eerlijkheid in de mededinging.”

Dit werd geschreven in de historische context van de jaren 1950. Er was economische vooruitgang op de ruïnes van de Tweede Wereldoorlog enerzijds en tegen de achtergrond van de Koude Oorlogsretoriek anderzijds. Het kapitalistische westen moest zich vooral op sociaal vlak bewijzen tegen de zogenaamd communistische landen, waar de privé-eigendom van productiemiddelen en daarmee ook de winstmaximalisatie als drijfveer voor de economie was afgeschaft.

1957 gaf het startschot voor de eengemaakte markt en de eerste stappen in de richting van het vrij verkeer van kapitaal, goederen en diensten, één van de centrale aspecten van de EU.

Het Europese integratieproces kende van in het begin tegenstellingen, tegenstrijdige belangen en het werd altijd gedomineerd door economische drijfveren. De productiecapaciteit van de grote bedrijven oversteeg de nationale grenzen, multinationals domineerden meer en meer de economie en de handel. De grotere Europese kapitalisten moesten de concurrentie aangaan met de zich snel ontwikkelende Amerikaanse en Aziatische multinationals die over een veel grotere thuismarkt beschikken. De EU werd als politiek instrument gebruikt op de wereldmarkt. Tegelijk werd het op nationaal vlak in de lidstaten gebruikt om een reeks neoliberale tegenhervormingen door te drukken om de concurrentiepositie van de nationale burgerij te versterken, ook binnen de EU zelf.

Verlangen naar vrede als smeerolie

Ongetwijfeld was het verlangen naar vrede in Europa groot. De twee wereldoorlogen eisten een enorme menselijke tol. Vandaar dat een bondgenootschap met daarin de aartsvijanden Duitsland en Frankrijk op enthousiasme werd onthaald onder de bevolking.  Ook socialistische ideeën, in de vorm van een samenleving zonder oorlog en ellende, gelijke verdeling van rijkdom, werk en sociale zekerheid voor iedereen, waren populair op dat moment.

Pacifistisch kon je het project niet noemen. Reeds in 1950 werd een voorstel voor een gezamenlijk militair beleid gelanceerd. Frankrijk nam hierin het voortouw en stelde voor om een Europees leger uit te bouwen. De VS wilden Duitsland terug militariseren, voornamelijk als buffer tegen de Sovjet-Unie. Uiteraard zou Duitsland niet enkel een buffer worden maar ook de Amerikaanse belangen in West Europa dienen. Frankrijk probeerde dit te voorkomen. Uiteindelijk werd het voorstel voor een Europees leger afgeschoten en blijft de vraag naar een Europees militair beleid tot op vandaag een moeilijk thema vanwege de verschillende imperialistische belangen van de grote Europese landen.

In België en Nederland vormde het verlies van de voormalige kolonies een belangrijke motivator om via een tolunie nieuwe afzetmarkten te creëren in de buurlanden. De toenmalige Belgische minister van Buitenlandse Zaken, Paul Henri Spaak, nam hierin het voortouw en maakte gebruik van de bestaande samenwerking in de Europese Gemeenschap van Kolen en Staal (EGKS) om de Europese Economische Gemeenschap (EEG) op te starten. Duitsland was op dat moment sceptisch. Het aandeel van de Duitse handel met landen buiten de andere vijf stichtende landen van de EEG lag veel hoger. Ze hadden schrik dat de douanetarieven met derde landen als gevolg van een tolunie omhoog zouden schieten.

In 1968 trad de tolunie toch in werking en de handel tussen de landen die er deel van uitmaakten steeg aanzienlijk. Een eerste poging om een muntunie te creëren faalde in de jaren 1970, maar de EEG kende wel een continue uitbreiding. Vanaf 2002 werd de euro ingevoerd (zie verder). In 2004 volgde de laatste grote uitbreiding met 10 nieuwe lidstaten waarvan 7 uit het voormalige Oostblok. Zij moeten allemaal o.a. een strak privatiseringsprogramma ondergaan om te mogen aansluiten bij de Europese Unie.

Het ontmantelen van de restanten van de geplande economie werd met het oog op toetreding tot de EU opgelegd in 1993, met de zogenaamde Kopenhagen-criteria. Deze stellen onder meer dat lidstaten “een functionerende markteconomie hebben die bestand is tegen de concurrentie van de interne markt.”

De eenheidsmunt als sluitstuk van de neoliberale unie

In 1992 startten de voorbereidingen voor de muntunie, met de invoering van de Maastricht-criteria en de installatie van het stabiliteits- en groeipact. Dit zijn strenge, monetaire regels die aan de lidstaten een begrotings- en besparingsdiscipline opleggen. Het begrotingstekort mag niet meer mag bedragen dan 3% en de staatsschuld niet meer dan 60% van het BBP.

Recent werden die criteria nog aangescherpt en geïnstitutionaliseerd met het SixPack en het Fiscaal Pact. Daardoor bestaat onder andere de mogelijkheid om sancties op te leggen aan landen die niet voldoen aan de criteria. Ook nationale begrotingen moeten in het kader van het Europees Semester ter goedkeuring voorgelegd worden aan de Europese Commissie, voordat ze door de verkozen nationale parlementen goedgekeurd mogen worden. Dit werd door velen terecht gezien als een enorme inperking van de bevoegdheden van verkozen nationale parlementen. In alle Europese regelgeving staan rechtse en liberale economische principes in steen gebeiteld. Het laat lidstaten weinig tot geen ruimte voor publieke investeringen in werkgelegenheid, onderwijs, gezondheid en milieu.

LSP en haar zusterorganisaties in het CWI argumenteerden van in het begin tegen deze gedwongen liberale eenmaking en muntunie. In de brochure “Neen aan het Europa van de bazen! Neen tegen de EMU (Europese Monetaire Unie)! Strijd voor een democratisch socialistisch Europa” schreven we in 1999: “De strijd tegen de euro/EMU moet een belangrijke campagneactiviteit worden van onze werking. Want de regeringen en de bazen zullen verplicht worden om hun aanvallen op de rechten van werknemers en de welvaartsstaat op te voeren. De euro zal vooral als wapen gebruikt worden om de arbeidsmarkt verder te dereguleren, meer jobonzekerheid te creëren, lonen te drukken en verworven rechten aan te vallen. Dit zal op termijn zorgen voor het aangroeien van een sterke afkeer van de euro/EMU onder brede lagen van de bevolking.”

Het integratieproces is verder gegaan dan wij toen hadden verwacht. Toch blijkt ons toenmalig perspectief vandaag bevestigd te worden. De liberaliseringen en privatiseringen zitten ingebakken in het Europees beleid. De richtlijnen, die de liberalisering van de telecommunicatiesector, het luchtverkeer, de energiesector, de post en de spoorwegen, de havens voorschrijven, zijn allemaal gestuurd vanuit de Europese Unie. Ze werden uiteraard allemaal mee goedgekeurd door het politiek establishment, waaronder alle sociaaldemocratische partijen. Op het moment dat de Lissabonstrategie werd uitgestippeld, die de EU tot de meest concurrerende en dynamische kenniseconomie van de wereld moest maken, hadden 2 op 3 EU-landen een sociaaldemocratische partij in de regering.

Een sociale EU is een illusie, een socialistische een noodzaak

De huidige EU is een kapitalistisch project en de interne markt is het gouden kalf van de EU. Het is een politiek instrument voor Europese grote bedrijven en banken die in de context van een globale economie winstmaximalisatie nastreven. Tussenkomsten van de staat, die de ‘competitie zou verstoren’ zijn bijvoorbeeld verboden. De EU functioneert als economisch blok om de concurrentie aan te gaan met andere economische blokken en tegelijkertijd blijft de interne, onderlinge concurrentie onder de lidstaten bestaan. Daarom zal dit Europa ook nooit een echt geharmoniseerd sociaal beleid ontwikkelen.

Op vlak van de minimumlonen bijvoorbeeld bestaat er een enorme kloof tussen landen als Luxemburg met een minimumloon van 11,27 euro en Bulgarije met een minimumloon van 1,42 euro. Dit is de realiteit van Europa vandaag. Zolang de lonen niet overal worden opgetrokken tot het meest sociale niveau, werkt de EU als een neerwaartse spiraal op de loon- en arbeidsvoorwaarden.

Ook in het vluchtelingenbeleid toont de EU haar ware gelaat. De deals met Turkije en Libië, maar ook het uitbreiden van de middelen en de competenties voor de Europese Grenswacht hebben als enig doel om zoveel mogelijk mensen hulp te weigeren.

De verkiezing van Trump wordt door sommigen gebruikt om opnieuw te pleiten voor een uitbreiding van de militaire slagkracht van de EU. De toenmalige Belgische minister van Buitenlandse Zaken, Mark Eyskens, omschreef de EU in 1991 als een economische reus, een politieke dwerg en militaire worm. Die kloof zou moeten gedicht worden. Maar ook hier zal blijken dat de contradicties tussen de nationale belangen en de EU blijven bestaan zolang het kapitalisme regeert.

Het Europees integratieproces is verder gegaan dan LSP had verwacht. Ondanks de centrifugale krachten die het project uit elkaar drijven, probeert de elite met man en macht om een soort van samenwerking te behouden. Indien nodig zullen er andere formules worden onderzocht.

Tot hiertoe was het doel om de Unie verder te verdiepen. In het nieuwe Witboek van de Europese Commissie wordt voor het eerst openlijk gesproken over de mogelijkheid van een Europa op verschillende snelheden. Een volledig uiteenvallen van de EU zou een politieke en economische ramp betekenen voor het huidige establishment. Daarom zal de doodstrijd van dit project nog een tijdje duren.

Afhankelijk van de maatschappelijke krachtsverhoudingen kan ook een links alternatief worden ontwikkeld. Daarvoor wordt het tijd dat de consequente linkerzijde in Europa openlijk durft kiezen voor een Europa gebaseerd op solidariteit en economische democratie. Dit kan alleen als de behoeftes en belangen van de meerderheid van alle mensen in Europa centraal staan. De EU heeft de voorbije 10 jaar haar ware gelaat laten zien, banken werden gered, bedrijfswinsten werden uit de wind gezet. Besparingen in sociale budgetten, lagere lonen en privatisering van diensten zijn de core business geweest. Allemaal samen moeten wij strijden voor een Europese samenwerking op socialistische basis.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie