Terwijl Trump zoete broodjes bakt met Saoedisch regime, wordt bevolking van Awamiya repressief vervolgd

Inbreuken op mensenrechten geen probleem voor wapendeal

et Amerikaanse wapentuig wordt door Saeodi-Arabië onder meer ingezet om de eigen sjiiitische bevolking in het oosten van het land te bombarderen

Terwijl Trump in aanwezigheid van de Saoedische toplui enthousiast meedeed met een zwaarddans in de hoofdstad Rijad, waren Saoedische troepen betrokken bij de belegering van het stadje Awamiya in het oosten van het land. Dat gebied wordt al langer gebombardeerd door Saoedische troepen. De onrust in Awamiya is niet nieuw, de situatie is er al langer gespannen. Bij recente confrontaties vielen 15 gewonden, waaronder een soldaat. Honderden mensen moesten vluchten. Bij het geweld kwam een tweejarige jongen en een Pakistaanse burger om het leven.

Artikel door Andleeb Haider (Antwerpen)

Alle checkpoints om Awamiya binnen te raken, werden afgesloten. Wie er toch door probeert te geraken, riskeert neergeschoten te worden. Het lijkt erop dat er een oorlog aan de gang is en de bevolking vreest voedseltekorten. Sinds 10 mei wordt de provincie belegerd. Onschuldige burgers zijn daar het slachtoffer van. De inwoners van Awamiya kennen nu al een tekort aan drinkbaar water en hebben enkel elektriciteit van particuliere generators.

Waarom is het zo onrustig in Awamiya? Volgens de regering waren arbeiders die renovatiewerken uitvoerden in de wijk Almasuora het slachtoffer van terroristisch geweld. Terroristen schoten willekeurig op voetgangers en veiligheidspersoneel op de werf.

De bevolking van Awamiya bestaat vooral uit sjiieten: zij zijn met ongeveer 25.000. De prominente sjiitische predikant Al Nimr komt uit Awamiya. Vorig jaar werd hij onthoofd door het Saoedische regime. Zijn enige misdaad bestond uit het aanklagen van de discriminatie van de sjiieten in het land. Hij werd onthoofd en toen zijn 17-jarige zoon daartegen protesteerde en gerechtigheid eiste, werd ook hij opgepakt. Hij kreeg de doodstraf en wacht nu in een cel om samen met drie andere tieners geëxecuteerd te worden. De veroordeelden vragen mensenrechtenorganisaties om zich uit te spreken over Awamiya, maar ze krijgen er amper reactie op.

De VS, Groot-Brittannië en de VN blijven het Saoedische regime verdedigen en hebben het over een “uitzonderlijke vriendschap” die uiteraard vooral bepaald wordt door de oliedollars. De “beste vrienden” van het Saoedische koningshuis leveren hiermee wat rest van hun morele geloofwaardigheid in: ze blijven immers blind voor de inbreuken op de mensenrechten in het land. Honderden individuen worden opgepakt op vreedzame protestacties, ze worden beschuldigd van ‘ordeverstoring’ of zelfs van terrorisme. Wie opgepakt werd, moest vaak schriftelijk beloven om niet meer te protesteren en onderging een reisverbod. Anderen werden strafrechtelijk vervolgd. Volgens Amnesty International kregen de politiediensten en de rechters te horen dat ze “    alle nodige maatregelen” moeten nemen om het verzet de kop in te drukken. Ondanks de steun in woorden van het westen voor de zogenaamde Arabische Lente en de krokodillentranen voor de inbreuken op de mensenrechten in Syrië, blijven de opeenvolgende Amerikaanse, Britse en andere regeringen blind voor de brutale repressie tegen Saoedische actievoerders en voor het complete gebrek aan democratische rechten in dat land.

De imperialistische machten hebben integendeel beroep gedaan op het Saoedische regime om opstanden in buurlanden zoals Bahrein neer te slaan en daar bevriende dictaturen en reactionaire islamistische groepen te steunen tegenover de democratische en sociale verzuchtingen van de massa’s. Dit is een hypocriete benadering vanuit een imperialistische agenda. De koningshuizen van Saoedi-Arabië en Bahrein zijn ook ‘beste vrienden.’ De vernietiging van Libië en Syrië vanuit deze dictatoriale belangen is vreselijk.

België is overigens ook medeplichtig: er worden in Saoedi-Arabië wapens ingezet die in ons land geproduceerd zijn.

Geschiedenis van repressie in oostelijke provincie

De onrust, eigenlijk oorlog, in de door sjiieten bewoonde oostelijke provincie Al Qatif is niet nieuw. Er wordt al decennialang repressief tegen de bevolking opgetreden. Toen sjiitische betogers in november 1979 slogans tegen het koningshuis scandeerden en protesteerden tegen de Amerikaanse militaire vliegtuigen die in de regio landden, werd een uitgaansverbod in de hele regio afgekondigd en werd de provincie afgesloten met tanks. Er volgde een bloedige confrontatie tussen het leger en de sjiitische bevolking met duizenden arrestaties, honderden gewonden en 24 doden.

Vandaag gaat de onderdrukking van de bevolking van Al Qatif gewoon door. Tijdens het bezoek van Donald Trump, zijn eerste buitenlandse bezoek als 45ste Amerikaanse president, bleef het Saoedische regime de inwoners van steden als Awamiyah en Musawara op dezelfde manier onderdrukken.

De provincies Al-Hasa en Qatif werden in 1913 door het emiraat van Rijad van Ibn Said ingelijfd. De sjiieten in deze regio ondergingen sindsdien een brutale vorm van onderdrukking. In tegenstelling tot de rest van het land kent Al Qatif en een groot deel van de oostelijke provincie een sjiitische meerderheid. De Saoedische wetten en grondwet zijn opgemaakt onder invloed van het Hanbalisme, een extreme stroming binnen de islam. Sjiieten volgen het Asharisme, een stroming die erg open en flexibel is. Sjiieten mogen in Saoedi-Arabië hun religieuze rituelen niet openlijk beleven.

De regio van Al Qatif is van cruciaal belang voor de Saoedische regering: hier bevindt zich immers het grootste deel van de oliereserves alsook de belangrijkste raffinaderij en de exportterminal van Ras Tanura bevindt zich dicht bij Qatif.

De regio is dan wel goed voor een groot deel van de olievoorraden die het Saoedische bewind financieren, maar de lokale bevolking ondervindt daar geen voordelen van. De regio werd genegeerd door de centrale regering en amper ontwikkeld. Zo ligt de regio ver achter op het vlak van gezondheidszorg. Er werd steeds prioriteit gegeven aan de ontwikkeling van regio’s met een soennitische meerderheid. Het sjiitisch personeel van staatsoliebedrijf Aramco werd minder betaald dan de soennitische collega’s, wat leidde tot een groeiende afkeer tegen het regime onder deze arbeiders.

De afgelopen decennia waren er verschillende oppositiegroepen van sjiieten, zowel linkse groepen als islamisten. Er waren honderden petities tegen de discriminatie van sjiieten, doorgaans met gelijklopende eisen: stop de sectaire discriminatie in de tewerkstelling door de overheid en in de belangrijkste publieke sectoren waaronder de ministeries, meer ontwikkeling van sjiitische regio’s, versterking van de sjiitische rechtspraak, stopzetting van de willekeurige arrestatie van sjiieten op religieuze of politieke basis. Sjiieten in Saoedi-Arabië eisen dat de regering hun identiteit respecteert en hen gelijk behandelt. Daar komt niets van in huis: ze worden bewust gebombardeerd, onder meer met Amerikaans wapentuig.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie