Monsanto-papers: kapitalisme plaatst winsten boven mens en milieu

Protest tegen Monsanto enkele jaren geleden… Foto:: socialisme.be

Vorige week publiceerde De Standaard een reeks documenten en briefwisseling waaruit blijkt dat chemie-en landbouwreus Monsanto het wetenschappelijk onderzoek naar z’n meest winstgevende product, glyfosaat, probeerde te beïnvloeden. Er mocht vooral niet vastgesteld worden dat glyfosaat enige negatieve impact op mens en milieu zou hebben, en daarvoor werden wetenschappers actief ingelijfd om, tegen betaling, positieve studies over glyfosaat te publiceren of glyfosaat te promoten. Er is zelfs sprake van ghostwriting, waarbij  het bedrijf zelf de inhoud van de studies dicteerde. Vervolgens dienden de aangestelde wetenschappers enkel nog naam en toenaam toe te voegen, en eventueel de tekst nog wat te ‘redigeren’ om deze ‘wetenschappelijker’ te maken.  Tegelijkertijd werd enig negatief nieuws rond glyfosaat actief tegengehouden, of ontkend met ‘tegenstudies’ van bedenkelijke wetenschappelijke waarde.

Door Irina (Gent)

Het is duidelijk dat Monsanto er alles aan wil doen om z’n historisch meest winstgevende product, glyfosaat, dat afklokt op een omzet van 1.7 miljard euro per jaar,  op de markt te houden. Mogelijke schade aan mens en milieu zijn hierbij van ondergeschikt belang. Om dit mogelijk te maken, wendt het bedrijf zich tot een resem onethische praktijken: er is sprake van omkoping, beïnvloeding, lobbywerk en  het proberen bemachtigen van zitjes in adviesraden zoals bij het IARC (International Agnecy for Cancer Research, del van de WHO).  Het is zeer problematisch dat een bedrijf zich tot dit soort tactieken wendt om z’n product op de markt te krijgen en te houden, en dat ze bovendien blijken te werken. Enige vorm van onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek wordt ook actief door het bedrijf bemoeilijkt, en de eigen studies worden als bedrijfsgeheim uit het publieke oog gehouden.

Wat de volgende vraag opwerpt: waarom zou een bedrijf al die moeite doen, als het vertrouwen heeft in de veiligheid van het product?

Het schoentje blijkt te wringen bij de veiligheid:  de onafhankelijke studies glyfosaat wijzen allemaal uit dat glyfosaat mogelijk kankerverwekkend is. Er zijn ook gevallen van nierfalen in Zuidoost- Azië gelinkt aan het grootschalige gebruik van glyfosaat. En hoewel er tot op heden geen studies zijn die de mate van schadelijkheid eenduidig aantonen, zijn de bestaande onafhankelijke studies reden genoeg tot ongerustheid; glyfosaat is immers een veel gebruikt pesticide, zowel op grote schaal door landbouwers als bij hobbytuiniers. De IARC zou binnenkort zelfs glyfosaat officieel op de lijst van gevaarlijke producten zetten.

Normaal gezien zou je denken dat men in zo’n geval uitgaat van het voorzichtigheidsprincipe: de stof eerst uitgebreid testen via onafhankelijke onderzoeken, liefst in verschillende labo’s, en ze pas daarna vrijgeven voor industrieel en particulier gebruik indien de tests positief zijn.

Maar niets van dit alles gebeurde bij glyfosaat. Monsanto besefte al snel dat het product haar ‘kip met de gouden eieren’ was, en zette haar lobbynetwerk en financiële macht in om ten allen prijze het product op de markt te houden. Dit lukte en lukt nog steeds, ook in de EU: ondanks herhaalde pogingen vanuit diverse hoeken om het product te verbieden, blijft het tot nader order een toegestaan product in de EU.

Daarbij stellen zowel het bedrijf als de controle-instelling en overheden de winsten en het belang van een multinational boven het belang van mens en milieu: hoeveel mensen werden intussen ziek of overleden door blootstelling aan glyfosaat? En wat met alle glyfosaat dat ondertussen in het leefmilieu terechtkomt? De omvang van de verontreiniging wordt wellicht pas over enkele tientallen jaren duidelijk.

Naarmate we meer weten over glyfosaat en de mogelijke gevaren van het product, komt er ook meer protest. Onder druk van de publieke opinie wordt hier en daar het product verboden voor hobbytuiniers, zoals gebeurde in Wallonië. Ook in Vlaanderen is er intussen sprake van een verbod voor particulier gebruik. Veel directer tornen aan de winsten van Monsanto ligt blijkbaar moeilijker; voor de landbouwers, de grootverbruikers van glyfosaat, is er namelijk geen sprake van een verbod.

Het is echter niet de eerste keer dat een schandaal rond een veelgebruikte stof die dan toch niet zo onschuldig blijkt uitbreekt. Vaak blijkt de producent in kwestie al lang op de hoogte van de gevaren, maar blijft men toch verkopen, want de pot met goud blijkt te verleidelijk.

Denken we daarbij aan die andere pesticide, DDT. Tot de jaren ’70 was dit een veelgebruikt en populair pesticide… tot bleek dat het zich ophoopt in het leefmilieu en zeer schadelijk is voor heel wat organismen, waaronder de mens. Het werd in de jaren 70 in Europa dan ook verboden. Eenzelfde verhaal kan verteld worden over pcb’s, organische stoffen die goedkoop te produceren zijn en vele toepassingen kenden. Intussen is de schade voor mens en milieu enorm, en worden nog steeds ophopingen van beide stoffen gevonden in de meest afgelegen plekken (zoals in de vetlagen van pinguïns op Antarctica in het geval van DDT).

Misschien wel het bekendste voorbeeld in België is asbest. De Belgische firma Eternit, ’s werelds grootste asbestproducent, wist al heel vroeg af van de gevaren, maar bleef desalniettemin asbest verwerken tot bouwmaterialen; het zette zelfs overal ter wereld nieuwe fabrieken op. De schaal van de schade begint nu pas duidelijk te worden; zo is de fabriek in Kapellen-op-den-Bos al tientallen jaren gesloten, maar blijven hele families getroffen door mesothelioom (een vorm van longkanker die enkel veroorzaakt wordt door asbest in te ademen).

Dit werpt de vraag op: hoe kan dit toch blijven gebeuren? Waarom worden er na zo’n schandaal niet meer lessen getrokken rond onafhankelijk onderzoek, waarom worden de controles op multinationals niet verstrengd, waarom worden ook de regels voor het gebruik van nieuwe stoffen en materialen niet verstrengd?

‘Follow the money’, en je komt uit bij een antwoord. Multinationals steken vaak grote sommen geld in de ontwikkeling van een nieuw product of nieuwe stof, die liefst zo breed mogelijk gebruikt kan worden en zo veel mogelijk toepassingen heeft, met liefst een zo laag mogelijke productiekost, zodat de winst gemaximaliseerd kan worden. De veiligheid van de producten is hierbij niet meteen een prioriteit. Bovendien duiken mogelijke schadelijke gevolgen vaak pas laat op in het ontwikkelingsproces, als er al veel geld geïnvesteerd is… wat de verleiding om toch door te gaan met het op de markt brengen des te groter maakt. Je mirakelproduct geblokkeerd zien door een al te voorzichtige overheid is nog zo’n obstakel, en er wordt dan ook al snel een budget voorzien om een legertje lobbyisten aan het werk te zetten. Als multinationals willen overleven is het essentieel dat ze winst blijven maken, en het algemeen belang van mens en milieu verdwijnt in zo’n systeem makkelijk naar de achtergrond.

Maar de macht van de lobbyisten alleen verklaart de makke houding van overheden en de EU niet volledig. Het probleem stelt zich ook op ideologisch vlak: neoliberalisme is de overheersende politieke ideologie, en deze bestaat er onder andere uit om multinationals en bedrijven zo min mogelijk beperkingen op te leggen. Dit wordt vaak gekoppeld aan een naïef geloof dat bedrijven uiteindelijk ook ethisch de juiste keuzes zullen maken, en ‘verantwoord zullen ondernemen’. Dit is echter een paradox, aangezien deze bedrijven binnen het kapitalistisch systeem net ten allen prijze winst moeten blijven maken om te overleven. En hoe groter het bedrijf, hoe groter de potentiële winst, maar ook hoe groter het verlies bij een eventueel verbod op een product zoals glyfosaat.

Hoe voorkomen we dan een nieuwe tragedie?

Het is duidelijk dat glyfosaat met onmiddellijke ingang verboden moet worden en vervolgens uitgebreid bestudeerd. Enkel indien uitgebreide onafhankelijke studies aantonen dat het product veilig is voor mens en milieu kan er sprake zijn van een nieuwe toelating.  Voor veel landbouwers zou dit uiteraard een ingrijpende verandering zijn, en hierbij moeten ze ondersteund, begeleid en geïnformeerd worden op alle mogelijke manieren.

Ook is het duidelijk dat de ontwikkeling van nieuwe pesticiden, maar bvb ook medicatie en bouwmaterialen, overlaten aan multinationals geen enkele garantie biedt op veilige producten. Een nieuw product kan pas in gebruik genomen worden als onafhankelijke studies eenduidig aantonen dat het veilig is in gebruik.

Maar we moeten verder gaan dan enkel strengere controles en het beteugelen van multinationals (in hoeverre dat op lange termijn al mogelijk is binnen het kapitalisme).

Landbouw, hoe deze georganiseerd wordt en met welke producten, is een publieke aangelegenheid die onder democratische controle zou moeten staan, van de praktische organisatie tot het bedenken en ontwikkelen van innovaties, zoals bvb vormen van pesticiden of ggo’s. Alleen zo garandeer je de ontwikkeling van producten en methoden die de gezondheid van mens en milieu voorop stellen.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie