Libanon. Burgeroorlog of heerschappij van krijgsheren. Akkoord zal geen oplossing bieden

Na twee weken van confrontaties en gevechten op straat tussen voorstanders van de regering en gewapende milities van de oppositie, hebben de Libanezen nu de keuze tussen ofwel een sectaire burgeroorlog ofwel een “vrede” onder controle van sectaire krijgsheren die het op economisch vlak wel grotendeels eens zijn met elkaar.

Tamir Mahdi, Beiroet

De leiders van de regering en de oppositiepartijen kwamen terug van een vijfsterrenhotel in Quatar waar onderhandelingen plaatsvonden. Ze brachten echter geen echt plan voor verandering mee terug. Ze beslisten over het resultaat van de presidentsverkiezingen nog voor deze plaatsvonden. Ze verdeelden de parlementszetels langs religieuze en sectaire lijnen. Ze gingen akkoord over het verdelen van de overheidsdiensten, waarbij elke partij een stukje krijgt. Ze besloten ook over de keuze van een nieuwe president, het hoofd van het Libanees leger, zonder enige economisch, sociaal of politiek programma over het moeras waarin de Libanese politiek zich bevindt.

De politici en media vertellen ons constant dat het leger neutraal is in het sectaire conflict in Libanon. Het leger zou boven de verdeeldheid staan. Toch zien we dat het leger vorig jaar nog betrokken was in een oorlog tegen het Palestijnse kamp Nahr El Bared waarbij het de strijd aanging met een reactionaire islamitische groep, “Fath el Islam”. Het leger verwoestte het kamp en veel inwoners ervan sloegen op de vlucht. Het leger is verantwoordelijk voor vijf doden tijdens de staking van Hay El Sellom in 2004 en van nog eens zeven andere doden in 2007 in Mar Mkhayel. Hun enige “misdaad” was dat ze protesteerden en opkwamen voor een verbetering van hun levensomstandigheden.

De Libanese politici besloten om alle postjes te verdelen vanuit een vijfsterrenhotel in Quatar. De arbeiders en armen zullen daar geen voordeel uit halen. De politici verzetten zich tegen een echte onafhankelijke arbeidersbeweging. Zo’n beweging kon de afgelopen jaren ontwikkelen, na onder meer een reeks van massale arbeidersprotesten tegen de stijgende levensduurte. Er waren startpunten van zelforganisatie door de arbeiders. Toen de arbeiders enkele weken geleden dreigden massaal in actie te komen, braken gewelddadige confrontaties uit tussen religieuze en sectaire milities. Dat wierp de situatie 30 jaar terug en zorgde ervoor dat de belangrijkste bekommernis voor arbeiders vandaag deze van de veiligheid is. Werkenden vragen zich af hoe ze voedsel kunnen stockeren voor het geval van een oorlog. Velen denken dat een nieuwe burgeroorlog het einde van het land zou kunnen betekenen, een groeiend aantal Libanezen wil daarom nu reeds het land ontvluchten. Terwijl de gewapende confrontaties op straat plaatsvonden, bleven ook de prijzen verder stijgen. Zowel voedsel als energie werden fors duurder.

Nieuwe president

De meeste Libanezen waren opgelucht toen er een akkoord was tussen de regering en de oppositiepartijen voor het presidentschap. Er werd overeengekomen dat er nieuwe verkiezingen zouden plaatsvinden in het parlement om de president aan te stellen. Die procedure is niet grondwettelijk en de bevolking heeft er bovendien niets aan te zeggen. Op 25 mei, de dag van “Verzet en bevrijding” – een dag die door de regering Seniora niet langer werd erkend als vakantiedag, werd de legerchef Michel Suleiman verkozen als de nieuwe president.

Er was geen democratisch aspect bij de verkiezingsprocedure. Hetzelfde geldt voor de parlementsverkiezingen van 2009. Het verkiezingssysteem daarbij zal zich baseren op de verkiezingswetgeving van 1960 dat er op gericht is om kleine “districten” te creëren zodat de Christenen een Christen en de Moslims een Moslim zouden verkiezen.

Wij komen op voor een kiessysteem dat wel democratisch is en zich niet baseert op sectaire en religieuze tellingen. Dat betekent regionale kiesomschrijvingen en mogelijk ook nationale omschrijvingen waarbij er een proportionele vertegenwoordiging is. Dat kan de deur openzetten voor een echte verkiezingscampagne en het zou ook mogelijkheden bieden voor niet-sectaire politieke krachten, zoals socialisten die zich boven de religieuze en etnische grenzen plaatsen.

Situatie van de arbeiders

Net zoals in het verleden krijgen de arbeiders enkel de “keuze” tussen het aanvaarden van de akkoorden tussen de religieuze politici met de illusie van vrede, ofwel een verdere escalatie van burgeroorlog indien ze zich niet neerleggen bij de actuele situatie. Dit maakt de strijd voor een alternatief moeilijker, maar tegelijk ook meer noodzakelijk. De arbeiders hebben nood aan een alternatief omdat enkel de kracht van de arbeiders en jongeren een uitweg kan bieden.

Er is een grote verantwoordelijkheid voor de linkerzijde om de massa’s te mobiliseren tegen de huidige elite. Het vertrouwen in alle traditionele partijen neemt af. Het is immers duidelijk dat ze zich allemaal richten tegen de verarmde lagen van de arbeiders en tegen de verworvenheden waar de arbeiders historisch voor hebben gevochten.

De arbeiders hebben nood aan een effectief verzet dat ingaat tegen de aanhoudende aanvallen van het imperialisme en tegen het economisch beleid van de Libanese regering. Het is in het belang van alle arbeiders in Libanon en de regio om zich te verzetten tegen sectarisme en de gewapende conflicten die worden gecreëerd door dit systeem. Dit verdeelt de arbeiders en verzwakt hun mogelijkheden om op te komen voor een beter leven.

Het CWI komt op voor massale arbeidersorganisaties die onafhankelijk georganiseerd worden en die gewapend zijn met een politiek en economisch programma dat ingaat tegen de grote patroons. De enige manier om het globale kapitalistische systeem – en haar gevolgen in de vorm van oorlog en armoede – te bestrijden, is op basis van eengemaakte en strijdbare vakbonden en massale partijen die opkomen voor democratisch socialisme en een arbeidersinternationale.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie