Sociale verkiezingen leiden niet tot grote veranderingen. Strijdbare delegees beloond

Bij de sociale verkiezingen vielen er weinig grote verschuivingen op te merken. Het ABVV wint in Vlaanderen en voornamelijk in de non-profit. Het ACV gaat er op vooruit in de Waalse industrie en in Brussel. Het ACLVB haalt voor het eerst 10% van de stemmen. Alle bonden vonden wel iets positief om te benadrukken. Een opvallend punt bij deze sociale verkiezingen was dat een strijdbare opstelling loont.

De sociale verkiezingen bracht opnieuw een groot aantal werkenden op de been, er was ook een record aantal kandidaten en er waren lijsten in meer bedrijven. Toch daalde de opkomst van 76,5% naar 72,3% (CPBW) en van 75% naar 71% (Ondernemingsraad). Zeker onder jongeren is er een opvallende verdere achteruitgang van de opkomst, voor de vakbondsmilitanten moet dat als een waarschuwing gelden. Het aantal jongeren dat actief is in de vakbondsstructuren is erg beperkt, er zijn dringend initiatieven nodig om daar iets aan te doen. De komende jaren zal de nadruk moeten liggen op een grote betrokkenheid van de leden en een uitbouw van een actieve militantenkern.

Ondanks de lagere opkomst hebben er nog steeds meer dan 700.000 werkenden deelgenomen aan de verkiezingen voor de ondernemingsraad en meer dan 800.000 voor het comité. Dit is dan nog op basis van de voorlopige resultaten die het ministerie bekend maakte (zowat 90% van de bedrijven). De definitieve resultaten worden wellicht pas in december bekend.

De totale resultaten zijn weinig verrassend. Voor het CPBW (Comité Preventie en Bescherming op het Werk) is er zo goed als een status quo: ACV gaat van 53,8% naar 53,9%, ABVV verliest 0,3% en haalt nog 36% en het ACLVB gaat van 9,9% naar 10,1%. Minieme verschuivingen dus. In de zetelverdeling verliest ACV licht en halen de blauwen iets meer zetels. Voor de OR (Ondernemingsraad) haalt het ABVV 35,7% (-0,1%), het ACV 52,9% (+0,6%) en het ACLVB 9,9% (+0,4%).

De beperkte verschuivingen die merkbaar zijn in de nationale resultaten geven aan dat het ABVV erop vooruit gaat in de non-profit, zo staat het nu in de Brusselse social-profit op gelijke voet met het ACV (volgens de definitieve resultaten). Langs Nederlandstalige kant haalde het ABVV een groter percentage van de mandaten dan in 2004: 30,7% tegenover 29,6% in 2004 (voor de OR). In Brussel wint vooral het ACV mandaten bij (49,7% tegenover 47% in 2004). In Wallonië verliest het ABVV in de andere sectoren wat het bijwint in de non-profit.

Algemene resultaten zijn soms weinig zeggend. Wat wel opvalt bij de resultaten is dat het ABVV in de automobielsector goede resultaten behaalde, vooral in de bedrijven waar actie werd gevoerd voor meer koopkracht. Volgens het ACV is er geen fundamentele verschuiving in de metaalsector, maar natuurlijk moet bedrijf per bedrijf naar het resultaat worden gekeken. Van Eetvelt (Unizo) stelde op voorhand dat hij hoopte dat in die bedrijven waar gestaakt werd voor meer loon niet zou gestemd worden voor kandidaten die deze acties ondersteunden of mee organiseerden.

De oproep van Van Eetvelt heeft weinig indruk gemaakt. Daar waar actie werd gevoerd voor meer koopkracht, werden de bonden die als strijdbaar werden gezien beloond. In verschillende bedrijven hoorden we van strijdbare delegees dat hun vakbond en zij persoonlijk een mooi resultaat behaalden. Zeker waar die strijdbare opstelling ook werd geconcretiseerd tijdens acties, werd dit bij de sociale verkiezingen omgezet in stemmenwinst.

Deze sociale verkiezingen hebben geen grote verschuivingen veroorzaakt. Alle aandacht kan nu uitgaan naar de actieweek van 9 tot en met 12 juni en de regionale betogingen voor meer koopkracht. Daarin moeten de vakbondsmilitanten opkomen voor een actieve betrokkenheid en democratische inspraak bij het opmaken van een actieplan om de strijd voor meer koopkracht verder te zetten.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie