10 januari: topmanagers hebben hun eerste jaarloon van 2017 al binnen!

‘Dikke kattendag’. Foto: Flickr/allenthepostman

In de media wordt druk gediscussieerd over arbeidsduurvermindering en de 6-urendag. Waar die discussie nog niet op inging, is op de duur van het werkjaar. Hebben we een werkjaar van 250 dagen of volstaan 5-6 dagen om een jaarloon binnen te halen? De gemiddelde topmanager van de Bel20 hebben vandaag, op 10 januari, al een eerste gemiddelde jaarloon verdiend. Als ze daarmee genoegen nemen, zit hun werkjaar erop.

Niet dat de Belgische managers geen redenen tot klagen hebben. Hun Britse collega’s vierden afgelopen woensdag reeds het binnenhalen van hun eerste jaarloon. Na vier werkdagen waren de topmanagers van de honderd grootste Britse bedrijven goed voor een loon dat overeenkomt met het gemiddelde jaarloon van een gewone werkende Brit, namelijk 33.008 euro. Die dag is er uitgeroepen tot ‘fat cat wednesday’. De Belgische managers moeten daar dubbel zo lang voor werken: maar liefst 8 dagen! Is dit die zo vaak aangehaalde loonhandicap?

Vorige week meldde De Standaard dat het mediane loon van een Bel20-manager in 2015 maar liefst 1,655 miljoen euro bedroeg. Het gemiddelde jaarloon ligt nog hoger: 2 miljoen euro. De Britse collega’s waren goed voor een mediaan jaarloon van 4,4 miljoen euro. Een gemiddelde Belgische werknemer is goed voor een jaarloon van 41.425 euro of veertig keer minder dan een topmanager. Tijdens hun zevende werkdag beginnen de Belgische topmanagers aan hun tweede jaarloon en zo bouwen ze op in de richting van uiteindelijk 40 jaarlonen. Indien de berekening gebeurt op basis van het gemiddelde jaarloon in plaats van het mediane loon, is dit zelfs tijdens de zesde werkdag.

Volgens de media in ons land valt deze kloof nog mee: in Nederland verdienen de topmanagers dubbel zoveel. Waar er echter geen antwoord op komt, is de vraag waarom de verschillen tussen de hoogste en de laagste lonen zo groot zijn. Als wij met een gewoon jaarloon moeten rondkomen, waarom heeft zo’n topmanager dan meer dan 40 keer een gewoon jaarloon nodig? En hoe rijmt dit bijvoorbeeld met de neoliberale politieke verklaringen als zou er enkel op de sociale zekerheid nog kunnen bespaard worden.

De kloof tussen de gouden toplonen en de gewone lonen wordt al langer aangeklaagd. Wij stellen daartegenover de eis van een beperking van de maximale loonspanning, dat is de verhouding tussen de hoogste en de laagste lonen. Honderd jaar geleden voerden de bolsjewieken in Rusland een maximale loonspanning in van één op vier. Het hoogste loon mocht maximaal vier keer zo hoog zijn als het laagste. Vier keer een jaarloon verdienen, betekent toch dat er heel wat luxe mogelijk is. Het zou wellicht ook leiden tot een grotere steun aan het optrekken van de laagste lonen en uitkeringen.

Een eis van een maximale loonspanning gekoppeld aan een verhoging van het minimumloon tot 15 euro per uur kan ongetwijfeld op een brede steun rekenen indien het gepopulariseerd wordt. Laat ons de ‘dag van de dikke katten’, of zoals PVDA het omschrijft: ‘graaidag’, aangrijpen om niet alleen de enorme ongelijkheid aan te klagen, maar ook om voorstellen te doen waarmee we er een einde aan kunnen maken. Dergelijke voorstellen botsen meteen op de logica van het kapitalisme en vereisen een perspectief van een socialistische samenleving.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie