Hieronder publiceren we een overzicht van enkele veelgestelde vragen die we krijgen en onze antwoorden erop.
Overzicht:
- Waarin verschilt LSP van andere partijen?
- Waar staat LSP voor?
- Op welk programma baseert LSP zich?
- Wat is het mensbeeld en het maatschappijbeeld van de partij?
- Leidt politiek niet onvermijdelijk tot machtsspelletjes en zakkenvullerij?
- De tegenstelling arbeid – kapitaal is toch niet meer zo belangrijk, is het niet slechts één van de vele tegenstellingen?
Wat is typisch voor de partij?
LSP is een echte partij, geen kiesmachine. Ieder lid van ons is betrokken in de besluitvorming. Het is met andere woorden dus niet zo dat de leiding beslist en de leden uitvoeren. We vertrekken ook vanuit het principe dat je als leiding niets vraagt van je leden dat je zelf niet bereid bent te doen. Bij ons zijn geen carrièristen te vinden – onze leden weigeren financieel gewin door hun politieke activiteit. Onze parlementair in Ierland, Joe Higgins, staat het grootste deel van zijn parlementaire wedde dan ook af aan de beweging zelf. Hoe kunnen politici die zelf een loon van 20.000 euro (wat het geval is voor premier Verhofstadt) verdienen immers de meerderheid van de bevolking vertegenwoordigen, die het moeilijk heeft om maandelijks de eindjes aaneen te knopen.
Waar staat de partij voor?
Voor strijd, solidariteit en socialisme. Strijd omdat we uit de geschiedenis hebben geleerd dat voor iedere verworvenheid, gaande van de 8-urendag tot betaald verlof, gevochten moest worden. De rijke kapitalisten geven immers niets cadeau. Solidariteit, omdat we denken dat al wat ons verdeelt ons ook verzwakt in die strijd. We verzetten ons tegen de verdeel en heerspolitiek van arbeiders en bedienden, werkenden en werklozen, vrouwen en mannen, Belgen en migranten. De enige manier waarop de onderdrukte en uitgebuite lagen van de bevolking overwinningen kunnen boeken, is door het overkomen van die verdeeldheid. Socialisme, omdat duidelijk blijkt dat het kapitalisme een systeem is dat wereldwijde armoede en werkloosheid creëert en een voedingsbodem creëert voor barbaarse strijd tussen verschillende bevolkingsgroepen in de strijd voor het overleven.
Wat is het ideeëngoed van de partij?
LSP is, zoals de naam het zegt, een socialistische partij. Dat betekent dat we ervan uitgaan dat er geen fundamentele oplossing mogelijk is op basis van het bestaande systeem, het kapitalisme. Het kapitalisme is gebaseerd op het privé-bezit van fabrieken en andere productiemiddelen. De kapitalisten verplichten daardoor de meerderheid van de bevolking in loondienst voor hen te werken. Maar het privé-bezit van de productiemiddelen houdt ook in dat de wereldwijde productie georganiseerd wordt met slechts één doelstelling voor ogen: het maximaliseren van de winst voor de kleine elite van bezitters. Socialisme betekent dat de massa van werkende mensen de productie zelf in handen nemen en dat winst niet langer de drijvende factor achter de productie is, maar juist de behoeften van de meerderheid van de bevolking, die democratisch door die meerderheid worden vastgesteld.
Wat is het mensbeeld en het maatschappijbeeld van de partij?
Vandaag wordt gemakkelijk gezegd dat mensen "gewoon" egoïstisch zijn en het steeds beter willen hebben dan de ander. Er zijn ontelbare voorbeelden aan te geven van hoe werkende mensen elkaar ondersteunen in de bedrijven, in de arme wijken,… Wij denken dat egoïsme juist aangeleerd wordt binnen het klassensysteem waarin we leven. Omdat de maatschappij haar verantwoordelijkheid tegenover haar leden niet opneemt, wordt een ieder-voor-zich houding aangeleerd, een extreem individualisme. Als je echter gaat kijken naar de grootste verworvenheden van de mensheid, dan zie je dat die juist werden bereikt door samenwerking, niet door het werk van enkele genieën die zich boven de rest van de bevolking hebben gesteld. We denken dat de mens in hoofdzaak een sociaal wezen is dat niet kan overleven tenzij door samenwerking. De socialistische maatschappij waar wij voor vechten, is een maatschappij die alle mensen maximaal wil inschakelen in het beheer van die maatschappij. We denken dat de meerderheid van de bevolking best in staat is zichzelf te regeren en dat we geen elite nodig hebben om dat voor ons te doen.
Leidt politiek niet onvermijdelijk tot machtsspelletjes en zakkenvullerij?
Velen beschouwen politiek als iets dat boven de maatschappij staat, dat zijn eigen wetmatigheden kent nl. machtswellust, corruptie, zakkenvullerij etc… Politiek handelt echter over het beheer van de maatschappij en die bestaat uit meerdere sociale klassen die verschillende belangen te verdedigen hebben. M.a.w. er bestaat niet zoiets als “dé Politiek” in het algemeen, maar wel “burgerlijke politiek” en “arbeiderspolitiek”. Die twee zijn niet enkel verschillend, maar fundamenteel tegengesteld. De politiek die wij kennen is niet dé Politiek, maar burgerlijke politiek.
Om haar verlies aan autoriteit te compenseren, heeft de burgerij steeds meer partijen nodig die specifieke belangengroepen verdedigen, organen die het ongenoegen kanaliseren zonder de maatschappij fundamenteel in vraag te stellen. Bovendien voert de burgerij een ideologische strijd, ook binnen de arbeidersorganisaties, om die onschadelijk te maken. Wat we zien gebeuren in SP en PS is niet het gevolg van ‘politiek’ in het algemeen, maar net van de verburgerlijking van deze partijen.
De tegenstelling arbeid – kapitaal is toch niet meer zo belangrijk, is het niet slechts één van de vele tegenstellingen?
De heersende klasse probeert die fundamentele tegenstelling te verdoezelen, haar eigenbelang voor te stellen als het algemeen belang en haar politiek als dé politiek. Ze deelt de arbeidersklasse in in geschoolde en ongeschoolde, bedienden, arbeiders en kaders, katholieke en vrijzinnige, mannen en vrouwen, Vlaamse en Waalse, werkende en werkloze, holebi’s en hetero’s, autochtone en allochtone … om de aandacht af te leiden van de fundamentele tegenstelling tussen arbeid en kapitaal. Ze speelt met termen als burgers of citoyens. Op het terrein hebben rijke en arme ‘burgers’ echter weinig met elkaar te maken. De tegenstelling arbeid-kapitaal is niet afgenomen maar juist toegenomen. 100 jaar geleden was de arbeidersklasse nog een kleine ongeschoolde minderheid. Vandaag beschikt ze over moderne communicatiemiddelen, is ze zeer geschoold en vertegenwoordigt ze in België, maar dat is in heel wat landen niet minder, 88% van de actieve bevolking!