2008 werd niet goed ingezet in Sri Lanka. Op nieuwjaarsdag zelf werd een parlementslid van de oppositie, Thiyagarajah Maheswaran, vermoord in Colombo. Minstens 12 burgers werden gewond bij de aanval. Een dag later was er een bomaanslag op een militaire bus in Colombo waarbij minstens 5 doden en 28 gewonden vielen. Dezelfde dag werden de luchtaanvallen van de regering op de gebieden Vavunia en Kilinocchi opgedreven in een poging om de Tamil Tijgers (LTTE) in het noorden van het land te raken.
Op 3 januari kondigde de regering aan dat het zich terugtrok uit het vredesakkoord dat het in 2002 overeenkwam na bemiddeling van vertegenwoordigers van de Noorse regering. De algemeen secretaris van de United Socialist Party (USP – onze Sri Lankese zusterpartij), Siritunga Jayasuriya, verklaarde hierover: “Dit betekent wellicht het doodvonnis voor duizenden Sri Lankezen.”
Moord veroordeeld
De USP sprak zich uit tegen de moord op Maheswaran, de enige Tamil die ooit werd verkozen voor de United National Party (UNP) in het noorden van het land en reeds het derde Tamil-parlementslid dat werd vermoord onder de regeringstermijn van Rajapakse. De USP eist dat de regering de oorlog stopzet en haar steun aan paramilitaire krachten beëindigt om terug te gaan naar de vredesonderhandelingen.
Maheswaran werd voor het eerst verkozen in Jaffna in 2001 als vertegenwoordiger van de UNP. In 2004 kon hij niet opkomen in Jaffna omdat de LTTE steun gaf aan de TNA (Tamil National Alliance) om op te komen in het Noord-Oosten, het Tamilsprekende deel van Sri Lanka. De LTTE maakte toen duidelijk dat andere partijen niet welkom zouden zijn bij de verkiezingen in deze regio. Maheswaran nam hierop deel aan de verkiezingen in Colombo. Hij werd in 2004 meermaals bedreigd en ontsnapte aan de dood toen er een moordpoging was tijdens een verkiezingsbijeenkomst in Colombo.
Maheswaran was een gekende zakenman en tevens parlementslid. Hij sprak zich recent uit tegen de regering, hij deed dit zowel in het parlemennt als erbuiten. Recent gaf hij nog een interview aan Tamil TV waarin hij de regering ervan beschuldigde verantwoordelijk te zijn voor een reeks moorden en ontvoeringen. Hij stelde dat paramilitaire krachten werden gebruikt, onder meer de krachten gelieerd aan de EPDP (Eelam People’s Democratic Party) onder leiding van Douglas Devanda, een Tamil parlementslid die van de LTTE was afgesplitst en een trouwe bondgenoot is geworden van president Rajapakse.
Iedere dag verdwijnen er minstens zes mensen in Sri Lanka. Het vermoorde parlementslid stelde dat de regering daarvoor verantwoordelijk is. Maheswaran leverde ook forse kritiek op de beslissing van de regering om de middelen voor de bescherming van Tamil parlementsleden terug te schroeven. Dat gebeurde overigens vlak na een stemming over de begroting waarbij Maheswaran weigerde voor te stemmen. Het aantal lijfwachten van Maheswaran werd hierop onmiddellijk verminderd van 17 tot 2.
Parlementslid Mano Ganesan van de Civil Monitoring Commission (CMC) en andere parlementsleden, waaronder Rauf Hakeem van de Sri Lanka Muslim Congress, uitten ook hun ongenoegen over het beperken van de veiligheid van publieke vertegenwoordigers van de Tamilsprekende bevolking. Hakeem verliet de regering en gaf zijn ministerpost op om naar de oppositie over te stappen.
Verantwoordelijkheid
Voor de moord verklaarde Maheswaran in een toespraak in het parlement: “Als er iets met mij gebeurt, dan moet de regering de volle verantwoordelijkheid daarvoor dragen.” De UNP eist nu dat de regering effectief de verantwoordelijkheid opneemt. De minister van defensie maakte bekend dat de moordenaar, Vasanthan, gewond raakte bij het incident en werd opgepakt. Ook werd bevestigd dat Vasanthan werkte voor de geheime dienst en betrokken was bij de paramilitaire krachten van de EPDP. Er wordt echter niets gedaan om het onderzoek verder te voeren en de opdrachtgevers bekend te maken.
Dit is het derde Tamil parlementslid dat werd omgebracht door krachten die vermoedelijk verbonden zijn aan de regering. Geen enkele dader werd al voor het gerecht gebracht. Vanuit de VS en Europa werd snel gereageerd met een veroordeling van de moord. Maar er werd geen enkele druk op de regering gezet om de moorden effectief te stoppen.
Nationalistische krachten zoals de JVP (Volksbevrijdingsfront) en de Boeddhistische partij JHU hebben druk gezet op de regering om zich uit het vredesproces terug te trekken en een openlijke oorlogsvoering in te zetten tegen de Tamilbevolking. De recente gebeurtenissen werden door de regering van Rajapakse als excuus gebruikt om zich officieel terug te trekken uit het zes jaar oude vredesakkoord.
Tegen de regering
De splitsing van de LTTE heeft ertoe geleid dat er in het oosten en zuiden van het eiland Tamil krijgsheren zijn opgedoken. Dat zorgt voor heel wat problemen voor de gewone bevolking in die regio. De regering wil zich nu op een openlijke oorlog storten, ondanks de stijgende prijzen en de onstabiele economie. De regering vervolgt tegelijk al wie opkomt voor de rechten van de Tamils en de armen in sri Lanka.
Siritunga Jayasuria van de USP (en voorzitter van de CMC) sprak zich uit tegen de acties van de regering en vreest de gevolgen van de oorlog voor de arbeiders en armen. Tevens vreest hij voor de persoonlijke veiligheid van wie opkomt voor de rechten van de arbeiders of voor democratische rechten. Het verdedigen van de rechten van de Tamilsprekende bevolking zorgt ervoor dat het leven van de belangrijkste leiders van de CMC in gevaar is. Mano Ganesan, een Tamil parlementslid die samen met Siritunga aan de basis van de CMC lag, verloor zijn veiligheidspersoneel. Ook hij sprak zich uit tegen de regering.
De begrafenis van Maheshwaran vond plaats in Colombo op 3 januari. Dat ging gepaard met een betoging met zo’nj 25.000 deelnemers. Alle leiders van de oppositiepartijen, waaronder Siritunga Jayasuriya, en vakbondsleiders spraken de betogers toe. Er werd een oproep gedaan om de strijd van de vakbonden, arbeiders en armen verder te zetten tegen de regering en de oorlogsplannen. De moorden, ontvoeringen, prijsstijgingen en oorlog moeten gestopt worden door massa-actie en een strijd voor een socialistisch alternatief.
