Betoging afgelopen zondag toont potentieel voor verzet tegen neoliberale poppenkast

Zondag trokken zo’n 35.000 mensen door de straten van Brussel om te protesteren tegen het aanhoudende communautaire opbod en de verdelende retoriek die de afgelopen periode dominant was. Er weerklonk een terechte afkeer tegenover dat communautaire opbod, maar jammer genoeg was er ook een sterke Belgicistische sfeer. Voor de vakbonden moet deze betoging een signaal zijn: er is een actiebereidheid en een groot ongenoegen. Als de vakbonden daar niets mee aanvangen, is er ruimte voor Belgicistische initiatieven.

De betoging van afgelopen zondag was heel wat groter dan verwacht. De petitie van de Luikse ambtenaar Marie-Claire Houard was eveneens een groot succes met meer dan 100.000 handtekeningen. Het ongenoegen is groot tegenover de politieke spelletjes van de afgelopen weken. Vorige week waren er zelfs krantenkoppen in Vlaamse kranten als "Stop dit theater" of "Wie gelooft hen nog?". Als er van Nederlandstalige zijde minder aanwezigen waren op de betoging zondag, komt dit wellicht ook deels door het feit dat er minder sterk werd gemobiliseerd. Uiteraard is het daarnaast ook zo dat de Franstalige politici in hun versie van het communautair opbod een meer Belgicistische klok laten luiden, wat dichter aansluit bij het opzet van de betoging zondag. Hierdoor kreeg de betoging in de aanloop naar zondag veel meer aandacht in alle Franstalige media. Met Belgicisme bedoelen we het verdedigen van een Belgisch-nationalistisch standpunt waarbij vertrokken wordt van een Belgische eenheid met inbegrip van de monarchie, het patronaat,…

De optocht van zondag was een volkse optocht met heel veel aanwezigen. Een spontaan initiatief kan enkel 35.000 aanwezigen trekken als er iets leeft onder bredere lagen van de bevolking. Doorheen de optocht domineerde het idee van solidariteit tegen diegenen die opkomen voor een splitsing van het land, de sociale zekerheid,… Het was vooral een afkeer van de traditionele politici die sterk tot uiting kwam. Wij zijn het daar volledig mee eens en delen deze afkeer. Alleen denken we niet dat de tricolore Belgische vlaggen daar een antwoord op zullen bieden.

De problemen waarmee de meerderheid van de bevolking wordt geconfronteerd (aanvallen op sociale zekerheid, dalende koopkracht, onbetaalbare huisvesting, dure gezondheidszorg,…) zijn ontwikkeld binnen het huidige Belgische kader. Als de afbraak gebeurt binnen België of binnen Vlaanderen, doet daarbij weinig ter zake. Tenzij natuurlijk de vaststelling dat een splitsing van de sociale zekerheid de aanvallen zou versterken en de strijd ertegen bemoeilijken.

Als vandaag koning Albert wordt ingezet om een actievere rol te spelen in het vinden van een oplossing voor de politieke crisis, dan is dat niet in eerste instantie om de solidariteit in het land te tonen. Neen, het is een bewuste interventie van een marionet van de Belgische burgerij om haar belangen veilig te stellen. Het patronaat en de burgerij vrezen nadelen te ondervinden door de politieke crisis en de wellicht zwakke regering die daaruit zal voortkomen. Ze willen hardere maatregelen doorvoeren tegenover de arbeiders en hun gezinnen. Daartoe heeft de burgerij een stabiele regering nodig. Als de politici die hen niet onmiddellijk kunnen geven, wordt de Koning ingezet om de zaken te bespoedigen. Eerder speelde hij ook reeds een rol in het tegengaan van crisismomenten. Denk maar hoe hij in 1996 de ouders van de vermiste kinderen op het paleis ontving om de Witte Beweging te recupereren. Nu kan de koning en het establishment het verzet tegen de politieke spelletjes van de traditionele politici en hun communautaire opbod onmiddellijk recupereren met de vele tricolore vlaggen en uitingen op de betoging van zondag.

Maar de betoging van zondag was geen eindpunt. Het gaf enkel aan dat er een groot ongenoegen is, iets dat – op een andere wijze – ook al tot uiting kwam op de ABVV-militantenconcentratie van afgelopen vrijdag. Ook daar was de opkomst veel groter dan verwacht en was er een strijdbare stemming. Ook daar overheerste de wil om te strijden voor solidariteit: tegen de stijgende levensduurte, tegen de aanvallen op de sociale zekerheid,… Alleen kwam het er niet tot een actieplan dat werd aangekondigd waardoor het initiatief bij anderen kan liggen. Als de vakbonden de beweging niet in handen nemen, kan het initiatief bij spontane (of semi-spontane) mobilisaties liggen waarbij het eisenplatform ruimte laat voor heel wat onduidelijkheid.

Wij zijn voor solidariteit onder alle werkenden en hun gezinnen, gepensioneerden, werklozen, jongeren,… Die solidariteit is nodig om ons te verzetten tegen de geplande aanvallen op onze sociale zekerheid. Het communautaire opbod, langs beide kanten van de taalgrens, dient niet om onze sociale zekerheid te versterken. Het zijn de politieke spelletjes van de neoliberale politici wiens beleid ervoor gezorgd heeft dat momenteel 15% in armoede leeft, die hebben geleid tot de huidige politieke crisis. Om het neoliberale beleid te verstoppen, werd een communautaire retoriek gevoerd. Dat ontploft nu in hun eigen gezicht, met alle gevolgen van dien. Daarop moeten we niet antwoorden met Belgische vlaggen, maar met rode en groene vakbondsvlaggen van solidariteit onder de werkenden en hun gezinnen over de taalgrenzen heen.


Foto’s: Christophe Verleysen

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie