De hoge scores van het Front National langs Franstalige kant leidt tot spanningen binnen de radicaal-rechtse scène in Brussel en Wallonië. Het FN van Féret beschikt niet over een stevig partijkader en wordt eigenlijk ondanks zichzelf groot. Reeds van bij haar ontstaan was het FN een kleine partij en leed de partij onder het feit dat een groot aantal extreem-rechtse figuren zich eerder bij traditionele partijen als de liberalen en de christen-democraten aansloot (denk maar aan de groep rond de ‘zwarte baron’ De Bonvoisin en Vandenboeynants, of de aanhangers van Nols bij de liberalen).
Het FN heeft nooit een stevige basis ontwikkeld, maar haalt nu in de peilingen degelijke resultaten. Ondanks het ontbreken van een partijwerking in veel regio’s, haalt het FN tot 8% in de peilingen. Dit is vooral op basis van de naambekendheid van de Franse collega’s van Jean-Marie Le Pen.
Het potentieel electoraal succes van het FN van Féret leidt echter tot tal van discussies binnen extreem-rechts. Een aantal figuren ziet hun kans gekomen om de lege doos van het FN mee op te vullen om zichzelf van een parlementaire mandaat te voorzien.
Eén van hen is Grégory Bourguignon, tot voor kort de nummer drie van ‘Nation’. Bourguignon werd uit ‘Nation’ gezet omwille van gesprekken met Féret. Naar verluidt zou dit een symbolische uitsluiting zijn om ook andere leden die met het FN spreken over eventuele samenwerking te waarschuwen. ‘Nation’ kwam bij de vorige verkiezingen zelf op en hoopte een verkiezingsdoorbraak te maken. Toen dit uitbleef en de minder actieve groep ‘Front National’ wel goed scoorde leidde dit bij sommigen wellicht tot de idee dat er beter in het FN kon gewerkt worden. Het is dan ook niet duidelijk of de overstap van Bourguignon van ‘Nation’ naar het FN geïnspireerd is door een persoonlijke ambitie om verkozen te worden, dan wel om via het FN een stevigere basis uit te bouwen.