Elke vonk kan tot nieuwe explosie leiden

Afblazen of afzwakken actieplan neemt ongenoegen niet weg

Betoging 6 november 2014. Foto: Jean-Marie
Betoging 6 november 2014. Foto: Jean-Marie

De staking van 7 oktober, op de tweede verjaardag van de rechtse regering, werd deze zomer geleidelijk van tafel geveegd door de vakbondsleidingen. ACLVB-voorzitter Mario Coppens was het duidelijkst: “Tenzij de regering plots enkele maatregelen aankondigt die onaanvaardbaar zijn, zie ik weinig redenen om te staken.”

Standpunt dat zal verschijnen in de oktobereditie van maandblad ‘De Linkse Socialist’ (die uitkomt op de vakbondsbetoging van 29 september)

Is Coppens de open brief van die verpleegster over het tekort aan collega’s om een menswaardige zorg aan bejaarden te bieden al vergeten? Of de klachten van koks die voor 3 euro per dag drie maaltijden op tafel moeten toveren in de bejaardenzorg? De postbodes die de toenemende flexibiliteit van de georoutes niet aankunnen waardoor naar nog goedkopere vluchtelingen uitgekeken wordt om de post te bezorgen? Erg ‘werkbaar’ is het werk in de praktijk niet. Voor de zomer kookte het ongenoegen al over met spontane acties bij onder meer de cipiers en het spoorpersoneel. Zelfs de magistraten klaagden over een tekort aan middelen. Na de zomer werd de retoriek van ‘jobs, jobs, jobs’ op pijnlijke wijze doorprikt met collectieve afdankingen bij Caterpillar, Axa, P&V verzekeringen, Douwe Egberts, … Voor gewone werkenden zijn er veel onaanvaardbare maatregelen.

Een vaak voorkomend argument is dat we ons best kunnen klaarhouden voor nog ergere maatregelen, waarna iedereen wel in actie zal schieten. Zonder voortrekkers die meteen de toon zetten en met een actieplan het verzet opbouwen, is er het gevaar dat het wachten op zich een vastgeroeste strategie wordt. Ondertussen worden onze levensstandaard en arbeidsvoorwaarden steeds verder uitgehold. Gebrek aan actie van onze kant, zal de arrogantie van de regering en werkgevers enkel versterken. Elke zwakheid langs onze kant zet immers aan tot agressie van de andere kant.

Met deze rechtse regering zitten de werkgevers in een zetel en volgen de aanvallen elkaar in snel tempo op: verhoging pensioenleeftijd, indexsprong, BTW-verhogingen, verlenging arbeidsweek, … Vakbondsleiders die nog de illusie hebben dat deze Thatcherianen zullen matigen of dat er ernstig mee kan onderhandel worden, vergissen zich over het karakter van de regering. De scherpste kantjes afveilen, lukt niet met deze regering.

Wachten tot volgende verkiezingen biedt evenmin een garantie op succes. Dat zagen we in Groot-Brittannië. Door het stopzetten van de acties na 2011 kon rechts het publieke debat domineren waarna Cameron zichzelf in 2015 opvolgde. De conservatieve Britse regering is erin geslaagd om de lonen met 10% naar beneden te duwen en de vakbondsrechten verder te beknotten.

Indien de vakbondsleiding de acties niet of niet ernstig organiseert, zal het ongenoegen niet verdwijnen. Hier en daar zal het tot frustratie leiden, elders ook tot spontane acties waarmee de leiding voorbijgestoken wordt. Elke vonk kan tot een explosie leiden. Het ontbreekt momenteel vooral aan een leiding met een programma dat breekt met het besparingsbeleid.

Elke strijdbare syndicalist en linkse socialist heeft een grote rol te spelen: strijd organiseren, collega’s betrekken, richting geven met suggesties inzake programma en methoden, collectief evalueren, … kortom in de opbouw van een krachtsverhouding waarmee we de rechtse regering en haar besparingsbeleid wegkrijgen.

Groeiende ruimte voor consequent links : PTB op 15% in peilingen

Het actieplan eind 2014 toonde het aan: met eengemaakte en goed georganiseerde opbouwende acties kunnen we de regering doen wankelen. Laat ons op die ervaring verderbouwen, te beginnen met de groeiende groep voortrekkers binnen de arbeidersbeweging waarmee we elke opening kunnen aangrijpen om zoveel mogelijk collega’s actief te betrekken. Het potentieel voor acties blijft groot, het ongenoegen neemt toe en zal opnieuw tot uitbarstingen leiden.

Ook op politiek vlak groeit de ruimte voor consequent links. Wie was er niet onder de indruk van de recente peiling waarin de PTB, de Franstalige PVDA, op 14,6% staat en de derde partij wordt, nog voor Ecolo en CdH? Ook in Brussel wordt een mooi resultaat neergezet en in Vlaanderen wordt de kiesdrempel genomen. Volgens deze peiling zouden de 2 huidige PVDA-verkozenen er na de volgende verkiezingen 10 worden. LSP juicht deze vooruitgang toe.

Beeld je in wat 10 federale parlementsleden en een veelvoud daarvan op regionaal vlak zouden kunnen betekenen voor de arbeidersbeweging? Het zou onze bekommernissen en onze eisen tot in het parlement brengen. Het zou het parlement verplichten daar niet zomaar over te stappen. De media zouden niet anders kunnen dan onze stem mee aan bod laten komen. Het zou de mogelijkheid bieden om niet alleen de ongelijkheid aan te klagen, maar ook maatschappijverandering en socialisme te populariseren. Gedurfde initiatieven, niet enkel op gericht op de verkiezingen maar ook en vooral op strijd, kunnen onze standpunten en voorstellen centraal op de politieke agenda plaatsen.

Verkiezingen zijn belangrijk, maar het is door bewegingen op straat dat de arbeidersbeweging verworvenheden afdwingt. Dat is hoe de sociale zekerheid of nog het stakingsrecht werden bekomen. Een sterkere electorale positie kan strijd op straat versterken door deze te populariseren en door het grotere platform te gebruiken om ordewoorden te verspreiden.

Een grotere electorale steun is op zich niet voldoende om tot verandering te komen. Er waren grotere linkse krachten dan de PVDA die het spijtig genoeg niet waarmaakten. Kijk maar naar Syriza in Griekenland dat gecapituleerd heeft en nu zelf het besparingsbeleid van de trojka uitvoert. Of Bernie Sanders die zijn politieke revolutie niet doorzet maar probeert te laten stranden bij de Democraten van Hillary Clinton, de establishmentkandidate bij uitstek. Aan goede bedoelingen ontbrak het niet, wel aan een consistent programma en een methode om een krachtsverhouding mogelijk te maken waarmee we effectief breken met het besparingsbeleid.

We hopen dat de PVDA daar ook lessen uit trekt en niet in dezelfde vallen trapt. Coalities, zelfs op het lokale terrein van de gemeenteraden, met de ‘linkerzijde’ van het besparingsestablishment, lijken ons bijzonder gevaarlijk. De tactische oproep tot een kartel met SP.a en Groen in Antwerpen – wellicht in de wetenschap dat beide partijen daar niet tot bereid zijn – geeft aan dat PVDA bereid is om heel ver te gaan om tot coalities te komen. De eisen en het programma waarmee de PVDA naar buiten komt, worden nu al aangepast aan wat voor de toekomstige coalitiepartners aanvaardbaar is. Op termijn kan dit de weerstand ondermijnen tegen de druk van het establishment om in de logica van dit systeem te stappen.

LSP is voorstander van een brede linkse strijdpartij die meer te bieden heeft dan ‘stem volgende keer voor mij’. De volledige radicale linkerzijde, de PVDA in de eerste plaats, heeft daar een rol in te spelen. Een brede linkse strijdpartij waarin al wie zich tegen het besparingsbeleid verzet een plaats vindt, gekoppeld aan een gedurfd programma dat resoluut breekt met de logica van dit systeem, is de beste garantie om tot echte verandering te komen. Wil je dit idee versterken en ons programma ondersteunen? Sluit dan aan bij LSP.


Dit artikel zal in de oktobereditie van maandblad ‘De Linkse Socialist’ verschijnen. Steun socialistische media zoals socialisme.be en maandblad ‘De Linkse Socialist’ door je te abonneren op ons maandblad.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie

Reacties zijn gesloten.