Werkenden, jongeren en de planeet versus de winsthonger

Foto: PPICS
Foto: PPICS

Vrijhandelsverdragen vergroten de greep van de multinationals nog meer

Er is een groeiende woede tegen de “grote transatlantische markt” die met het vrijhandelsverdrag TTIP tot stand zou komen. Dit verdrag wordt onderhandeld tussen de EU en de VS om de grootste vrijhandelszone ter wereld te creëren. Deze zone zou betrekking hebben op 820 miljoen mensen en 45,5% van het wereldwijde BBP. Ondertussen wordt ook onderhandeld over CETA, het vrijhandelsverdrag tussen Canada en de EU, en TISA, een handelsakkoord over diensten tussen 23 leden van de Wereldhandelsorganisatie (goed voor 70% van de wereldwijde handel in diensten).

De Amerikaanse regering onderhandelt tegelijk over het TPP (Trans Pacific Verdrag) met Australië, Brunei, Canada, Chili, Japan, Maleisië, Mexico, Nieuw-Zeeland, Peru, Singapore en Vietnam. Samen zijn die landen goed voor 40% van het wereldwijde BBP. Het vrijhandelsverdrag dat in 2000 tussen Mexico en de EU gesloten werd, zou ‘gemoderniseerd’ worden om het aan te passen aan de vele nieuwe vrijhandelsverdragen. Na de economische crisis van 2008 zoekt het kapitalistische systeem een oplossing in een overdosis aan verdragen.

Jobs, het algemeen gebruikte voorwendsel

Er wordt niet enkel gesproken over het opheffen van fiscale en douanebelemmeringen, maar ook de zogenaamde niet-tarifaire belemmeringen. Dit gaat onder meer om wetgeving inzake sociale, hygiënische of ecologische bescherming die gezien worden als obstakels voor de vrije concurrentie tussen bedrijven. Deze vrijhandelsverdragen zijn gericht op toenemende concurrentie tussen de werkenden, vernietiging van de kleine landbouwbedrijven en de desintegratie van onze openbare diensten die al zwaar onder druk staan.

Zo zou TTIP toelaten dat de praktijk van  het schoonmaken van kippen met chloor kan gecommercialiseerd worden in Europa. De verplichte etiketten van producten op basis van genetisch gemodificeerde organismen (GGO) zouden verdwijnen. Energie op basis van fracking zou geliberaliseerd worden in Europa. Telkens weer wordt de meest soepele regel voor bedrijven langs de ene of de andere kant van de Atlantische Oceaan de regel. Als kers op de taart kunnen bedrijven staten voor private rechtbanken slepen op basis van een mechanisme voor geschillenbeslechting tussen investeerders en staten (ISDS). Zo werd Guatemala in 2010 veroordeeld tot een schadevergoeding van 25 miljoen dollar omdat het een wettelijke maximumprijs voor elektriciteit oplegde. Canada moest Exxon Mobil 11 miljoen euro betalen omwille van een wet waarin de offshore oliewinning gekoppeld werd aan voorwaarden inzake investeringen in hernieuwbare energie.

In zijn ‘state of the union’ van 2013 kondigde de Amerikaanse president Obama aan: “We zullen onderhandelingen opstarten voor een groot transatlantisch partnerschap inzake handel en investeringen. Vrijhandel langs de Atlantische Oceaan zal ons toelaten om miljoenen goede jobs te creëren in de VS.” De toenmalige Europese commissaris voor handel, de liberaal Karel De Gucht, verdedigde dezelfde logica en had het over “honderdduizenden jobs” die zouden gecreëerd worden. Nochtans spreken verschillende studies die stellingen tegen.

Professor Clive George van de universiteit van Manchester merkte op: “de economische modellen waarop hun schattingen gebaseerd zijn, worden door heel wat vooraanstaande economen omschreven als bijzonder speculatief.” Hij stelt dat er beter kan gekeken worden naar eerdere ervaringen met vrijhandelsverdragen. Die zijn veel minder rooskleurig.

20 jaar NAFTA

Toen NAFTA (een vrijhandelsakkoord tussen de VS, Mexico en Canada) in 1994 gesloten werd, verklaarde het Economic Policy Institute (EPI) dat dit maar liefst 20 miljoen jobs zou creëren in de VS. Tegen 2013 hadden 845.000 Amerikanen beroep gedaan op het hulpprogramma als gevolg van commerciële aanpassing, een programma gericht op werkenden die hun job verloren door delokalisatie naar Canada en Mexico of door de toename van de import uit die landen. Arbeiders die hun job in de industrie verloren, richtten zich op de reeds verzadigde dienstensectoren (horeca, onderhoud, catering, …) met lagere lonen en slechtere arbeidsvoorwaarden. Die toevloed van nieuwe werkenden heeft bovendien een nieuwe neerwaartse druk op de lonen gezet. De voedingsprijzen in de VS stegen tussen 1994 en 2014 met 67% ondanks een verdrievoudiging van de import.

In Mexico waren de gevolgen van het vrijhandelsverdrag eveneens rampzalig. De VS hebben het land overspoeld met gesubsidieerde maïs geteelt via intensieve landbouw. Het deed de prijzen in elkaar storten waardoor de economie op het platteland gedestabiliseerd raakte. Miljoenen landbouwers konden niet langer overleven en trokken naar de steden, waar de lonen hierdoor onder druk stonden, of probeerden naar de VS te migreren. De leegloop van het platteland  bleef niet zonder gevolgen in de Mexicaanse steden waar de problemen groter werden terwijl de drugsoorlog intensiever werd. Op 20 jaar tijd is de prijs van basisproducten verzevenvoudigd. Het minimumloon daarentegen verviervoudigde en blijft dus sterk achter op de prijsstijgingen. NAFTA moest welvaart brengen, maar vandaag leven meer dan de helft van de Mexicanen onder de armoedegrens.

Een overwinning is mogelijk

In 1995 werden onderhandelingen opgestart voor een gelijkaardig akkoord, toen onder de naam Multilateriaal Investeringsakkoord (MIA). Dit gebeurde in het grootste geheim, net zoals bij de huidige onderhandelingen. Het leidde tot grote mobilisaties die er uiteindelijk voor zorgden dat er niets van het initiatief in huis kwam. “MIA was als een politieke Dracula, het kon niet overleven in het zonlicht,” stelde Lori Wallach, de oprichtster van Global Trade Watch.

In de zomer van 2012 maakte een campagne een einde aan ACTA (Anti-Counterfeiting Trade Agreement), een erg controversieel akkoord waarover even ondoorzichtig onderhandeld werd als nu over TTIP. Voor de Europese Commissie was het afvoeren van ACTA een zware klap.

In 2014 kwam er vlak voor de derde onderhandelingsronde over TTIP een gedeeltelijke opschorting van de onderhandelingen om raadplegingen van de publieke opinie te houden. Dit werd afgedwongen door mobilisaties van syndicalisten, ecologisten, radicaal linkse verkozenen, … Het was een eerste overwinning. Kort voordien verloor Obama in de Senaat en de Kamer een stemming over de “Trade Promotion Authority Act” waarmee beslissingen in het voordeel van TTIP zouden genomen worden. De belangrijkste reden voor die nederlaag was de enorme druk van onderuit, onder meer georganiseerd door de grootste vakbondsfederatie in het land, AFL-CIO. Sindsdien is de woede tegen die verdragen nog toegenomen.

Vandaag is slechts 20% van de Duitsers voorstander van TTIP en dit ondanks de inspanningen van kanselier Merkel. In de VS moesten zowel Hillary Clinton als Donald Trump zich tegen het TTP uitspreken. We weten natuurlijk dat hun woorden weinig waard zijn, maar het is toch een uitdrukking van de impact die de mobilisaties hebben en van de groeiende bekommernissen onder bredere lagen van de bevolking voor deze handelsmanoeuvres.

De kapitalistische elite wil alle mogelijke middelen inzetten om de rust te bewaren en de vrijhandelsverdragen verkocht te krijgen. Desnoods worden gedeeltelijke toegevingen gedaan om de grote brokken van de verdragen erdoor te krijgen. Een andere methode is het opnemen van clausules die uitblinken van de goede intenties, maar nooit toegepast worden. Zo voorzag het akkoord tussen de EU en Mexico in een “democratische clausule”: het verdrag kon opgeschort worden indien er sprake was van schendingen van de mensenrechten. Deze bepaling werd nooit gebruikt, terwijl geweld schering en inslag is in Mexico. De afgelopen tien jaar werden bijna 70.000 mensen vermoord  en 27.000 anderen verdwenen. In juni was er harde politierepressie tegen een betoging van leerkrachten in het zuiden van Mexico waarbij 9 doden vielen. In 2014 werden 43 studenten in Ayotzinapa vermoord. Dat zijn enkel de meest bekende voorbeelden. Vakbonden, NGO’s en internationale instanties klagen al jarenlang over de inbreuken op de mensenrechten en de straffeloosheid in Mexico.

De zaken verlopen moeilijker dan verwacht voor het kapitalistische establishment. Dat moet ons aanmoedigen om de strijd met hernieuwde kracht door te zetten. We kunnen de beweging tegen TTIP, CETA, … het beste versterken door het te koppelen aan het wereldwijde verzet tegen het besparingsbeleid. Er is op 20 september de nationale betoging tegen TTIP. Negen dagen later is er de nationale vakbondsbetoging die gevolgd wordt door een stakingsdag op 7 oktober. Dat zijn belangrijke data om de strijd verder te zetten. Enkel door massale mobilisaties kunnen we de poging tot afbraak van onze sociale verworvenheden stoppen. Doorheen de mobilisaties kunnen we bouwen aan een politiek alternatief op de schadelijke logica van vrijhandel en besparingen. TTIP en CETA bieden niets nieuws voor de kapitalistische logica, ze trekken door wat al bestaat en maken het erger. We moeten ons richten tegen het volledige kapitalistische systeem en opkomen voor een socialistisch alternatief.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie