Besparingsmachine draaide ook in de zomer op volle toeren, dit najaar de strijd ertegen organiseren

Foto: MediActivista
Foto: MediActivista

De regering verklaarde tot voor kort dat ze tegen 2018 een begroting in evenwicht wilde bereiken. Volgens het Planbureau is daar 8 miljard euro voor nodig. De regering stelde dat ze in 2016 en 2017 samen voor 2,4 miljard euro aan maatregelen wil nemen. Er was maandenlang verwarring over de cijfers.

Artikel door Baptiste (Henegouwen) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

De grote verschillen in de cijfers zijn deels toe te schrijven aan verschillende boekhoudkundige inschattingen die verbonden zijn aan de eerste tax shift en de gevolgen van de besparingsmaatregelen die al genomen zijn: negatieve gevolgen voor de koopkracht, het gewicht van de cadeaus aan de werkgevers op de tekorten, …

Achter de cijferdiscussie zit een ander debat. Er wordt een politieke keuze gemaakt om de vermindering van het begrotingstekort over een langere termijn te spreiden om meer nadruk te kunnen leggen op ‘structurele’ hervormingen. Anders gezegd: het besparingsbeleid heeft niet het gewenste effect, maar toch gaat de regering verder op het ingeslagen pad.

Pogingen om het beleid goed te praten falen. De cijfers van de economische groei zijn positief, maar blijven onder de inflatie. De consumptie door gezinnen volgt bovendien niet, deze zomer raakte bekend dat de kleinhandel in België in de eerste zes maanden van dit jaar 2,4% minder verkocht. Enkel in België en Griekenland was er een terugloop.

Kris Peeters wil nog flexibelere en goedkopere arbeid

Kris Peeters maakte van de op sociaal vlak rustige zomerperiode gebruik om zijn voorstellen over ‘werkbaar werk, wendbaar werk’ in een wetsvoorstel te gieten. Sinds begin dit jaar zorgen deze voorstellen al voor heel wat ongenoegen. Terecht: ze betekenen het einde van de 8-urendag en de 38-urenweek en zetten de deur open voor werkweken tot 45 of zelfs 50 uur. Deze maatregelen gaven aanleiding tot het tweede actieplan met de betoging van 29 september en de staking van 7 oktober.

De arbeidsvoorwaarden afbreken volstaat niet voor Kris Peeters. Hij wil ook de lonen aanpakken. Daartoe werkt Peeters aan een wetsvoorstel om de wet van 1996 over het concurrentievermogen aan te passen. Die wet stelt dat de tweejaarlijkse loonnorm die in het Interprofessioneel Akkoord vastgelegd wordt moet vergeleken worden met de loonontwikkelingen in de buurlanden (Duitsland, Frankrijk en Nederland). Het doel is collectieve onderhandelingen over loonsverhogingen aan banden te leggen. Sinds 2009 is er in de praktijk sprake van een loonbevriezing. Maar ook dat volstaat niet voor deze regering! Ze wil de berekeningswijze verder aanpassen om de onderhandelingsruimte nog meer te beperken. Daarbij wordt geen rekening gehouden met de vermindering van sociale bijdragen van de werkgevers. De regering wil fors hogere sancties indien bedrijven of sectoren de loonnorm overschrijden.

Waarom worden deze ‘structurele’ hervormingen voorgesteld? De regering heeft het over de concurrentiekracht en de loonhandicap in vergelijking met de buurlanden. Met onder meer de indexsprong en de invoering van een minimumloon in Duitsland is de zogenaamde loonhandicap verdwenen. Maar de neerwaartse spiraal moet uiteraard verdergaan en dus wordt een herziening van de berekening van de loonhandicap voorgesteld.

Het gaat om regelrechte aanvallen op onze sociale verworvenheden en onze levensstandaard om een steeds grotere transfer van rijkdom naar de elite te organiseren. Terwijl er voor ons een eeuwige loonstop wordt bepleit, eist N-VA dat het loonplafond van 650.000 euro per jaar voor topmanagers in publieke bedrijven wordt afgeschaft. Ondertussen maken de grootste bedrijven in ons land grote winsten en kunnen ze gebruik maken van fiscale spitstechnologie om amper belastingen te betalen. Deze regering verdedigt de belangen van de kleine minderheid van superrijken tegenover die van de overgrote meerderheid van de bevolking.

Werkgevers vragen nog meer inspanningen van hun regering

De aankondiging van de wetsvoorstellen over flexibiliteit en de loonstop leidde tot ontevredenheid bij het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO). Topman Pieter Timmermans vond het allemaal onvoldoende: de flexibiliteit is niet flexibel genoeg en de lonen worden nog niet genoeg aan banden gelegd. De werkgevers willen dat deze regering verder gaat, ze willen zoveel mogelijk binnenhalen.

De inflatie is dit jaar opgelopen tot 1,6% in België, dat is veel meer dan alle buurlanden. Het leidt ertoe dat de indexering van de lonen opnieuw in het vizier komt te liggen.  Kris Peeters vroeg een studie om de oorzaken van de inflatie te onderzoeken. Wat een hypocrisie! Het is het beleid van de regering-Michel zelf dat verantwoordelijk is voor deze inflatie. Denk maar aan de verhoging van BTW op elektriciteit van 6 tot 21% of de Turteltaks waardoor de elektriciteitsprijzen met 40,6% verhoogd zijn. De verhoging van het inschrijvingsgeld voor hoger onderwijs draagt ertoe bij dat onderwijs 29% duurder werd. De verhoging van de accijnzen op alcohol en tabak zorgden voor een prijsstijging met 7%.

De regering zal wellicht nog niet meteen overgaan tot de volledige afschaffing van de indexering van de lonen. Er wordt eerst gezocht naar methoden om die indexering verder uit te hollen. Zo stelde de N-VA voor om de prijsverhogingen als gevolg van regeringsbeslissingen uit de index te halen, hierdoor zouden de accijnsverhogingen en BTW-verhogingen niet meegerekend worden. Agoria, de werkgeversfederatie in de technologische industrie stelde voor om de lonen met 30 euro te verhogen in plaats van een indexering. Dit zou betekenen dat alle lonen het moeten stellen met de indexering van het minimumloon. Voor een gemiddeld loon komt dit neer op een verlies van 384 euro op jaarbasis!

Er wordt ook onderhandeld over een verlaging van de vennootschapsbelasting tot 20% waarbij de enige discussie onder de rechtse partijen beperkt lijkt te zijn tot de vraag hoe wij dit miljardencadeau zullen betalen. De verlaging van de vennootschapsbelasting moet de afschaffing van onder meer de excess profit rulings en de notionele intrestaftrek opvangen. Die fiscale cadeaus gaan immers zelfs voor de Europese Commissie te ver. In plaats van de cadeaus af te schaffen, wil de regering ze nu veralgemenen voor alle werkgevers. De miljardenkost wil werkgeversfederatie VOKA opvangen met BTW-verhogingen: werkenden en uitkeringstrekkers moeten er dus voor opdraaien.

Nieuw actieplan uitbouwen

In september worden de acties tegen het asociale beleid hernomen. Deze tweede fase van het actieplan heeft als voordeel dat er een gemeenschappelijk vakbondsfront is. Dit kan de mobilisatie naar zowel de nationale betoging als de algemene staking van 7 oktober versterken. Die acties vormen een kans om een krachtsverhouding tegenover deze regering op te bouwen. Een mobilisatie- en informatiecampagne op de werkvloer met personeelsvergaderingen is nodig om van de acties een succes te maken en de strijd tegen de rechtse regering op te voeren.

Wat moet het doel van onze acties zijn? Een teken van leven geven naar aanleiding van de tweede verjaardag van de rechtse regering? Dat is wel heel beperkt. De regering tot onderhandelingen dwingen? Dat is utopisch, het DNA van deze regering bestaat uit sociale afbraak. Kwamen er toegevingen na de betoging van eind mei en de staking van 24 juni? Niet bepaald. Kris Peeters kwam integendeel met zijn wetsvoorstellen voor meer flexibiliteit en lagere lonen. Moeten we wachten tot in 2019 om tot verandering te komen? Dat betekent dat we de regering nog eens bijna drie jaar van harde besparingen laten doorvoeren. Na de verhoging van de pensioenleeftijd, de indexsprong, de tax shift, … zal deze regering niet inbinden.

We moeten met het actieplan de regering doen vallen en het momentum gebruiken om eindelijk te bouwen aan een politieke vertaling van onze eisen en bekommernissen. Het idee dat de vakbonden zich moeten beperken tot een sociale tegenmacht die lobbyt bij de historische politieke partners botst op de realiteit dat alle gevestigde partijen het neoliberalisme verdedigen. Deze strategie kon enkel een zeker effect hebben in een periode van economische groei. Dit model van een ‘sociaal pact’ is door de crisis van het kapitalisme beëindigd om plaats te maken voor een confrontatiemodel. We moeten breken met de gevestigde politieke partijen om de impasse te doorbreken en een politiek alternatief op te bouwen. Zo’n alternatief moet de productie en distributie in dienst stellen van de behoeften van de bevolking in plaats van de inhaligheid van een kleine minderheid van superrijken.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie