Duterte: ‘Filipijnse Trump’, autoritaire populist die ook links in bad wil trekken

Nieuwe president dreigt met noodtoestand en doet tegelijk beroep op ‘linkse’ partijen voor steun

Duterte (links) met de vorige president, Aquino, op een bijeenkomst in Davao in 2013.
Duterte (links) met de vorige president, Aquino, op een bijeenkomst in Davao in 2013.

Op 9 mei werd Rodrigo Duterte de nieuwe president van de Filipijnen. Duterte heeft de reputatie van een harde man die met een ijzeren vuist regeerde als burgemeester van de stad Davao. Zijn beleid om al wie van criminaliteit verdacht wordt en drugdealers meteen neer te schieten, leidde tot 1.000 doden in de eerste twee maanden van zijn bewind. Zowat de helft van de doden vielen in handen van duistere doodseskaders. Human Rights Watch heeft het over een slachtpartij die door de overheid gesteund wordt. Duterte dreigde ermee de noodtoestand uit te roepen indien het Hooggerechtshof tussenkomt.

Tegelijk beweert Duterte dat hij de eerste ‘socialistische’ president van het land is. Hij vroeg vertegenwoordigers van de Communistische Partij van de Filipijnen om tot de regering toe te treden. Durterte hanteert een populistische retoriek tegen buitenlandse mijnbedrijven en delen van het establishment.

Anderzijds heeft Duterte nauwe banden met de familie van de vroegere dictator Ferdinand Marcos. Die familie blijft invloedrijk in het corrupte politieke systeem van de Filipijnen, ook al werd de dictator in 1986 omvergeworpen. Duterte kondigde aan dat hij toelaat dat het gebalsemde lijk van Marcos begraven wordt op het heldenkerkhof van Manila. Dit zou op 18 september gebeuren en gepaard gaan met alle mogelijke militaire eerbetuigingen.

Op zondag 14 augustus was er een protestactie hiertegen. Meer dan 1.500 mensen kwamen bijeen in het Rizal Park om het plan van Durterte aan te klagen. Deze actie ging uit van liberalen en enkele linkse groepen die protesteerden tegen het feit dat duizenden activisten gevangengenomen en gemarteld werden onder Marcos vooraleer de beweging van ‘People Power’ hem aan de kant schoof.

Vincent Kolo sprak met de in de Filipijnen wonende socialist Gabriel over de nieuwe president en waar die voor staat.

Duterte werd vergeleken met Donald Trump, een rechtse populist. Hoe zou jij zijn politieke positie omschrijven?

Gabriel: “Net zoals met Trump het geval is, kan je hem moeilijk exact plaatsen op het politieke spectrum. In het beste geval kan je hem omschrijven als een populist met meer autoritaire trekjes. Zijn verkiezingscampagne steunde op de belofte van verandering, maar dat betekende iets anders naargelang het publiek. Duterte gaat regelmatig van links naar rechts rond zowat alle kwesties, van buitenlandse investeringen tot rechten van LGBTQI-mensen of vakbondsrechten.

“Duterte is in de eerste plaats een uitdrukking van de staat van de Filipijnse politiek in het algemeen. Meer conventionele of traditionele politici – wij noemen hen ‘trapo’, wat smeerlappen betekent – en hun partijen hebben geen concreet programma. Hun stemmen hangen af van hun banden met kiesmachines van de heersende partij van dat ogenblik. In de provincies zijn er politieke dynastieën die stemmen aanleveren, ook al durven ze soms ingaan tegen de centrale regering.

“Duterte zelf is lid van een politieke clan in het zuiden van de Filipijnen. Hij is een vertegenwoordiger van deze fractie van de oligarchie. Hij krijgt wel bredere steun, deels omdat hij een kandidaat is van Mindanao, het verwaarloosde zuiden.

“Politici keren wel meer hun kar, gevestigde partijen staan niet echt voor iets buiten hun merknaam. Verkiezingen winnen doe je door (1) de juiste connecties te hebben en (2) op het juiste ogenblik populaire dingen te zeggen.

“Verder is Duterte een uitdrukking van de huidige frustraties tegenover de politieke elite en tegelijk baseert hij zich op zijn ervaring van twintig jaar bestuur in Davao. Hij kreeg daar zijn reputatie als sterke man die dingen gedaan krijgt. Dat staat in contrast met de vorige regering van Aquino die gezien werd als corrupt en onbekwaam, ondanks alle beloften van hervormingen.

“Davao onder Duterte wordt vaak vergeleken met Singapore onder Lee Kuan Yew, maar dat is sterk overdreven. Davao is geen Singapore, het blijft berucht voor drugs en misdaad. Dat zijn overigens  vooral symptomen voor een diepere structurele crisis. Duterte beloofde dat hij die crisis op nationaal vlak wil aanpakken zoals hij dit in Davao deed: een gewapend bestuur, doodseskaders, gemanoeuvreer met zowel links als rechts.

“Uiteindelijk zal Duterte niet in staat zijn om de problemen aan te pakken. Zo vormt zijn economisch programma geen verandering in vergelijking met de vorige regeringen. Ook Duterte zweert bij neoliberalisme. Hij stelde ministers aan uit verschillende fracties van dezelfde politieke oligarchie, vooral medestanders van de regering onder Gloria Arroyo (2001-2010).

“De vergelijkingen met Trump zijn begrijpelijk aangezien de verkiezingen in de VS en de Filipijnen in hetzelfde jaar plaatsvinden. De gelijkenissen van globale en lokale omstandigheden waarop beiden inspelen, zijn ook treffend. Duterte een fascist noemen, is er over. Hij kan eerder vergeleken worden met dictators of ‘caudillo’-figuren uit Latijns-Amerika en Zuidoost-Azië. Duterte staat voor een autoritair populisme. Hij wil de veiligheidsmachten sterker aan de regering binden en maakte in het verleden grapjes over het sluiten van het parlement.”

Duterte raakte pas laat in de kiescampagne betrokken als een wit konijn. Hoe slaagde hij erin om te winnen en van waar komt zijn steun?

“Tijdens de presidentsverkiezingen werd hij door de andere kandidaten niet echt als een bedreiging gezien. Ze zagen in hem eerder een clown. Het duurde heel lang voor er rekening mee werd gehouden dat hij echt kans maakte om te winnen.

“Roxas, de kandidaat van de Liberale Partij van Aquino, dacht dat Duterte geen kans maakte. Roxas was zegezeker in de roes van het zelfverklaarde succes van de aftredende regering. Roxas kondigde dan ook aan dat hij het ‘rechte pad’ (“daang matuwid”) van de hervormingen onder Aquino zou verderzetten. Maar de afgelopen jaren groeiden de frustraties tegen de blunders van de regering, vooral na het wanbeheer bij grote crisissen als de tyfoon Haiyan. Dat was de ergste storm in de geschiedenis met meer dan 6.000 doden.

“Duterte kreeg steun vanuit alle sociale groepen, maar vooral van de lagere middenklasse. Hij is in zekere zin een uitdrukking van een revolte van de middenklasse. Maar hij geniet ook steun onder belangrijke delen van de arbeidersklasse, zeker in de steden.

“Als je naar de cijfers kijkt, haalde Duterte net als andere presidenten een ‘meerderheid’ van minder dan 40% van de kiezers. Meer dan de helft van de kiezers stemde dus niet voor hem. In de verkiezingen van dit jaar was de opkomst wel bijzonder hoog. Duterte krijgt ook steun van enkele bijzonder reactionaire fracties van de burgerij, waaronder de Filipijnse Kamers van Koophandel die lokale zakenlui organiseren die minder voordeel haalden uit de economische groei onder Aquino in vergelijking met andere fracties van de kapitalisten zoals de buitenlandse investeerders of de immobiliënsector. Deze laag wil een meer efficiënte regering die de investeringen beter kan beschermen door criminaliteit en sociale onrust de kop in te drukken.

“Duterte kwam niet naar voor in een periode van openlijke economische crisis. De verkiezingen vonden plaats op een ogenblik dat de economie zogezegd in volle bloei was. Dat is toch de mening van de Wereldbank, Bloomberg en buitenlandse crediteurs. Het BBP groeide met 6,4% in 2015. Maar voor een meerderheid van de werkende bevolking bestaat het leven steeds uit crisis en onzekerheid. De voordelen van de economische groei waren altijd beperkt tot de burgerij die goede politieke banden had en soms haalde ook een kleine middenklasse in de hoofdstad Manila voordeel uit de groei.

“De reële economische ontwikkeling staat onder druk omdat corrupte zakenlui, dynastieën, multinationals en regionale krijgsheren de economie domineren. Het vertrouwen van de regering-Aquino in het ‘succes’ van de politieke en economische hervormingen zegt veel over hoe ver die politieke elite verwijderd staat van de realiteit van de meerderheid van de bevolking. Duterte paste perfect in het politieke vacuüm dat de linkerzijde niet had ingevuld.”

Wat is het standpunt van de Communistische Partij (Maoïsten) rond Duterte? En hoe kan hij zich ‘links’ noemen?

“De CPP is erg verdeeld over Duterte. De electorale krachten van de partij helden eerst over naar de kandidatuur van Grace Poe. Maar Joma Sison, de officiële woordvoerder van de partij, was altijd positief over Duterte. De partij kwam met verklaringen die kritisch zijn tegenover Duterte, maar tegelijk oproepen tot “kritische wittebroodsweken.” Het is niet duidelijk wie het eigenlijk voor het zeggen heeft in die partij.

“In de regio Davao heeft de CPP al langer banden met Duterte. Partijleden en militanten van de gewapende vleugel uit het zuidelijke Mindanao, New People’s Army (NPA), stonden duidelijk positief tegenover Duterte. Hij stond bekend voor zijn onderhandelingen met zowel de regering als de NPA in Mindanao waarbij enkele politieke gevangenen langs beide kanten vrijgelaten werden.

“De frontorganisaties van de CPP werkten soms samen met Duterte om politieke vooruitgang te bekomen voor kleine boeren, de stedelijke armen of de inheemse bevolking in het zuiden van de Filipijnen, in het bijzonder tegenover grootschalige mijnbedrijven. Maar nu gaat het om meer dan Davao. Duterte heerst over een land waar het grote kapitaal, de grote macht en de grote geweren belangrijker zijn voor presidenten dan allianties met linkse krachten.

“Delen van de CCP-leiding denken dat Duterte een kans biedt voor een duurzaam vredesproces waarbij de “lange volksoorlog” (de plattelandsguerrilla), waarin meer dan 30.000 doden vielen, beëindigd wordt. Duterte gaf vier ministerposten aan de CPP, waaronder de ministers van arbeid en landbouwhervormingen. Maar dan moest de NPA wel de wapens neerleggen. De CPP omzeilde dit door te zeggen er geen partijleden op zich zouden genomineerd worden, maar leden van wettelijke frontorganisaties die ‘nationalistisch’ en ‘progressief’ zijn.

“De CPP rekent ook op de belofte van Duterte om de staalindustrie in het land herop te leven. Er zijn illusies dat het nog mogelijk is om tot nationale industrialisering te komen via partnerschappen met een deel van de ‘nationale burgerij’, terwijl die met handen en voeten gebonden is aan het buitenlandse kapitaal en er niets progressief aan is.

“Maar het is niet enkel de CPP die op de kar van Duterte springt. Een andere brede ‘linkse’ partij, Akbayan, sloot zich aan bij een coalitie van partijen in het kamp van Duterte (PDP-Laban) in het parlement. Een meerderheid van de ‘trapos’ is al bij Duterte aangesloten, waardoor er wellicht een parlementaire meerderheid zal zijn voor de economische en politieke hervormingen die Duterte wil doorvoeren, in het bijzonder de herinvoering van de doodstraf en de herziening van de grondwet om beperkingen van buitenlands bezit op lokale investeringen te verwijderen en de economie verder te liberaliseren.

“Akbayan sloot op gelijkaardige wijze aan bij een coalitie onder de regering-Aquino en verschillende leden hadden belangrijke regeringsposten, waaronder woordvoerders van de president. Maar in het geval van Aquino werd al voor de verkiezingen van 2010 een alliantie gesloten. Akbayan overwoog nooit om een alliantie met de partij van Duterte te vormen. De leiding was erg kritisch over Duterte. De plotse bocht is alarmerend, maar niet echt verrassend. Het geeft aan dat Akbayan niet zo anders is als de voormalige leden van Aquino’s Liberale Partij die overgestapt zijn.

“Het betekent wel dat  er geen sterke oppositie zal zijn van de zelfverklaarde linkerzijde. In beide gevallen bestaat de strategie van de linkse krachten erin dat gedacht wordt dat links ‘wint’ als leden van specifieke partijen deel uitmaken van een regering. Ze zien hun rol niet zozeer als die van een kracht die een politiek programma naar voor schuift en opkomt voor een onafhankelijk alternatief waarbij van onderuit gebouwd wordt aan een strijdbare oppositie.

“Dit is niet goed voor de rest van de al sterk verdeelde linkerzijde die wel kritisch blijft staan tegenover Duterte. Als ‘links’ volledig de weg van een alliantie met Duterte opgaat, zal het steeds onduidelijker worden wat een progressief beleid nu eigenlijk inhoudt. Het is zowat alles waar Duterte niet voor staat.”

Wat verwacht je van het economische beleid van de nieuwe regering en wat zal dit betekenen voor gewone mensen en armen?

“In het beste geval komt er geen echte verandering in het huidige beleid. De beurzen en investeerders slaakten een zucht van opluchting toen Duterte zijn “8-puntenagenda” op economisch vlak aankondigde. Dit is  de gebruikelijke neoliberale agenda van liberalisering van investeringen, belastinghervormingen, voorzichtige verwijzingen naar landbouwhervormingen en industrialiseringen. Het programma kon van gelijk welke van de vorige presidenten komen.

“In toespraken voor zakenlui herhaalde Duterte meermaals dat hij buitenlandse investeringen wil aantrekken. Zijn nadruk op federalisme moet de macht van de lokale politieke dynastieën versterken en de basis leggen voor concurrentie tussen staten bij het aantrekken van investeerders. Dit zal de neerwaartse spiraal inzake arbeidsvoorwaarden opvoeren.

“Ondanks de illusies van de CPP is Duterte zeker geen Chavez. Dit is niet ons Latijns-Amerikaans moment met leiders die op basis van massaprotest, stakingen en druk van onderuit overgaan tot verbeteringen voor de massa’s. Duterte staat voor een vorm van neoliberaal autoritair bewind met een sterke regering en een groter veiligheidsapparaat terwijl de technocraten de economie in handen nemen en er gezorgd wordt voor een progressief vijgenblad door de ‘linkerzijde’ in de regering op te nemen.”

Denk je dat er een mogelijkheid is van protest zoals destijds tegen Estrada in 2001?

“De populistische trekjes van Duterte werden wel eens vergeleken met die van Estrada in het verleden. Estrada was bij de bevolking bekend als Erap. De steun voor Erap was erg sterk onder de armen in de steden. De protestacties ‘People Power II’ waarmee Erap in 2001 van de macht werd verdreven, kwamen vooral van de stedelijke middenklasse en werden uiteindelijk gesteund door de CPP. De revolte was beperkter onder de armen in de steden die het ervaarden als een ‘staatsgreep’ tegen hun president.

“Duterte vindt momenteel nog steun onder verschillende klassen en dit leidt tot een zekere rust. Zijn capaciteit om een erg brede politieke coalitie rond hem te vormen, maakt van hem een ongewoon nuttig instrument van de heersende klasse. Ik denk niet dat er onmiddellijk grote protestbewegingen zullen zijn.

“Er waren geruchten dat Aquino zou overgaan tot een nieuwe ‘People Power’-beweging tegen Duterte indien hij het haalde. Maar zijn huidige populariteit maakt dat een door de elite georganiseerde coalitie tegen hem onwaarschijnlijk is.

“Er is integendeel een groeiende steun onder de elite voor Duterte. De regionale spanningen met China en een tragere economische groei maken dat binnenlandse stabiliteit belangrijk is voor de verschillende fracties van de politieke elite en ook voor het Amerikaanse buitenlandse beleid.

“Maar gezien de algemene volatiliteit is het niet uitgesloten dat het vertrouwen van de bevolking in Duterte op een bepaald ogenblik verdwijnt. Een positief element is dat we het failliet zien van de politieke elite die hervormingen belooft, zoals Aquino dit deed. Duterte stelde zich op als de antithesis van Aquino. Als Duterte ontgoochelt, zal het duidelijker worden dat verandering niet bekomen wordt door de acties van één man of een andere president, maar dat er nood is aan collectieve strijd door de meerderheid van de bevolking tegen de volledige oligarchie.”

In deze verkiezingen waren er enkel kandidaten van het kapitalistische establishment en de elite, er was geen kandidaat van de werkende klasse en de armen. Hoe kan er een echt links alternatief tot stand komen?

“Het ontbrak aan een onafhankelijk politiek alternatief met een programma dat een expliciete klassenpositie innam, een programma waarin het falen van onze zogenaamde democratie wordt aangetoond en gewezen wordt op de oorzaken daarvan.

“Het zal moeilijk zijn om de associatie tussen ‘links’ en Duterte te doorbreken. Duterte omschrijft zichzelf immers als ‘links’ en de zelfverklaarde linkerzijde – van maoïsten over sociaaldemocraten tot zelfs liberalen – richt zich op Duterte. Je zou haast denken dat we Nelson Mandela of zelfs Che Guevara als president krijgen.

“Er is in de toekomst ruimte voor een beweging die de basis kan vormen voor nieuwe politieke partijen. Het zal geen herhaling van ‘People Power’ zijn, die beweging draaide rond enkele individuele ‘helden’ en fracties van de oligarchie.

“Een onafhankelijk alternatief betekent wellicht breken met de traditionele linkse partijen. Ik hoop dat er daarbij minstens enkele bruggen kunnen gevormd worden met enkele militanten die nu actief zijn bij de CPP.”

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie