Vluchtelingencrisis: ellende voor de enen, grote winsten voor de anderen…

Asielboot in Gent. Foto: Jean-Marie Versyp
Asielboot in Gent. Foto: Jean-Marie Versyp

Wie zijn de profiteurs?

“Als de vluchtelingencrisis morgen voorbij is en onze centra eerst worden afgebouwd, dan zal het financiële rendement heel gering zijn. Maar de verwachting is dat de vluchtelingencrisis weleens drie tot vijf jaar zou kunnen duren.” Zo sprak Luc Kluppels, directeur van Senior Assist.

Artikel door Michael Bouchez uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

Het is een zoveelste uitspraak die lijkt op een kruising tussen een tragikomedie en een satirisch programma. Helaas is het bloedige ernst. Voor een groep ondernemers doet de vluchtelingencrisis de kassa rinkelen. Een oplossing voor het menselijke leed is het laatste wat ze willen.

Neoliberalen zien in elke crisis een opportuniteit. Als mensen rijk kunnen worden op basis van oorlog en terreur, dan vinden ze in Theo Francken (N-VA) een welwillende partner. De minister liet een openbare aanbesteding opmaken voor het openhouden van 10.000 nieuwe, flexibele opvangplaatsen. Hiermee volgt ons land het voorbeeld van Ierland of Groot-Brittannië waar het beveiligingsbedrijf G4S marktleider is inzake opvang van vluchtelingen. Het leidde er al tot schandalen met huizen vol ongedierte en intimidatie van alleenstaande vrouwen door huisjesmelkers.

Er werd een aloud recept toegepast: eerst werd de dienstverlening afgebouwd en uitgehold, vervolgens werd beroep gedaan op de private sector. In 1999 en 2000 werden meer vluchtelingen opgevangen dan vandaag, maar sindsdien werd bespaard en gedesinvesteerd in de opvangmogelijkheden. Nu er onvoldoende opvangcapaciteit is, wordt naar de private sector gekeken.

Er wordt ons gezegd dat dit goedkoper is voor de overheid en dus voor de belastingbetalers. Niets is minder waar. De bedrijven krijgen 40 tot 46 euro per volwassen asielzoeker, terwijl er in de publieke opvang 40 euro per persoon per dag wordt uitgegeven. Private opvangbedrijven besparen op personeel en middelen om hun winsten te maximaliseren. Degelijke arbeidsvoorwaarden voor het personeel, begeleiding en maatschappelijke integratie van vluchtelingen zijn ‘kosten’ die de winsten in de weg staan.

Bridgestock, een Iers bedrijf dat in 2016 ook in ons land een vestiging opende, maakte in 2008 1,54 miljoen euro winst met de opvang van asielzoekers in Ierland. Zelfs de opbrengst van de belastingen op die winst werd de Ierse gemeenschap ontnomen. Bridgestock sluisde de winst door naar een offshore-vestiging op de Britse Maagdeneilanden, naar een belastingparadijs dus. Kapitaal van rijken kan nu eenmaal gemakkelijker naar gelijk welke bestemming vluchten. De overheid betaalt ondertussen meer voor minder dienstverlening. De winsten van private aandeelhouders worden gesubsidieerd op de kap van menselijke ellende.

Deze praktijken kennen ook bij ons een opmars. Zo gaf het Gentse stadsbestuur van SP.a en Groen toestemming aan zo’n privaat project. Corsendonk Hotels en G4S willen een asielcentrum vestigen op een ponton dat ooit dienst deed als gevangenisboot in Nederland. De voorziene openingsdatum eind februari werd niet gehaald: een controle wees uit dat de boot nog niet voldeed aan de voorwaarden.

De komst van een private asielboot leidt ook tot vragen en bezorgdheid onder omwonenden. Wat zal dit betekenen voor de volkswijken rond de Gentse haven? Zijn er begeleidende projecten om de asielzoekers op te volgen en te integreren? Een privaat bedrijf zal zich daar uiteraard niet mee bezighouden. De lusten zijn voor de privé, de lasten voor de gemeenschap.

Het privatiseren van de opvang van asielzoekers komt enkel de aandeelhouders ten goede. De vluchtelingen, het personeel en omwonenden zijn er de dupe van. LSP pleit voor asielcentra in publieke handen met volwaardige infrastructuur en voldoende personeel om te voorzien in gezondheidszorg, onderwijs en intensieve taallessen voor vluchtelingen.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie