Naar een verdere onstabiliteit op wereldvlak in 2007

Midden januari vindt het negende wereldcongres van het CWI plaats. Het CWI is de internationale organisatie waartoe LSP/MAS behoort (Committee for a Workers’ International). In het kader van dat congres zijn een reeks teksten verschenen waarvan we de komende weken stukken van publiceren. We beginnen met de tekst over wereldverhoudingen en meer bepaald met de inleiding op deze tekst. De komende dagen volgt de rest van de tekst in relatief korte leesbare stukken.

CWI, tekst geschreven in september 2006

Op het vorige wereldcongres werden de wereldrelaties nog gedomineerd door de effecten van 11 september. Het regime van Bush, onder leiding van neo-conservatieven, had die gebeurtenis aangegrepen om de macht van het VS-imperialisme te tonen in Afghanistan en Irak. Beide projecten en de mogelijke acties tegen Iran maakten deel uit van een hertekening van de regionale kaart en van het Midden-Oosten door de VS. Het omverwerpen van Saddam Hoessein zou het begin vormen van een periode van goedkope olie, er werd zelfs gespeculeerd dat de olieprijzen zouden dalen tot 6 dollar per vat. Dat zou op zijn beurt het wereldkapitalisme nieuwe adem geven en een nieuwe opgang van het systeem inluiden. Dit alles zou onderbouwd worden met een versterking van de enige wereldmacht, het VS-imperialisme, dat zonder enige tegenkanting zou in stand gehouden worden als het “nieuwe Rome”, en dat gedurende decennia of zelfs eeuwen.

Dat perspectief werd samengevat door de belangrijke theoreticus van het neoconservatisme, Francis Fukuyama, die stelde dat de zogenaamde “liberale burgerlijke democratie” een opgang kende en, door de nooit geziene militaire mogelijkheden en de macht van de VS in het bijzonder, aldus het ‘einde van de geschiedenis’ zou inluiden. De liberale burgerlijke democratie was het hoogste in de ontwikkeling van de mensheid vanuit de onbeschaafde voorwaarden waarin het zich eerder ontwikkelde. Fukuyama was nu echter ook één van de eersten die vragen stelt bij het perspectief van een uitgebreide werelddominantie door het VS-imperialisme, ook al werden zijn theorieën als propagandawapen gebruikt. De meeste burgerlijke commentatoren, daarin pessimistisch gevolgd door de niet-marxistische linksen, volgden het oorspronkelijke perspectief van Fukuyama. Het CWI is er echter steeds tegen in gegaan. Wij voorspelden een nieuwe wereldwanorde met nooit geziene nationale en sociale opstanden als gevolg van de buitenlandse avonturen van het regime van Bush. We stelden tevens dat dit op een bepaald ogenblik ook een weerslag zou kennen binnen de grenzen van de VS.

Dat perspectief heeft zich sneller en op een dramatischer wijze gerealiseerd dan wat we ooit hadden verwacht. De snelle overwinning in Afghanistan – ondanks de beperkingen die we aangaven – had moeten leiden tot een even snel succes in Irak. De situatie in Irak werd nu wat naar de achtergrond verdreven door de oorlog in Libanon. Maar zoals we voorspelden, had de invasie in Irak een omgekeerd effect dan wat verwacht werd door Bush en de neoconservatieven. Er is geen licht aan het einde van de tunnel van horror in Irak. Het uitgelekte ‘rapport-Baker’ – opgesteld door belangrijke figuren uit het establishment van de Republikeinse partij in de VS – lijkt zich uit te spreken tegen een behoud van de VS-troepen in Irak. Dat is een enorme veroordeling van de beslissing van Bush om Irak binnen te vallen. Het is ook een toegeving dat de oorlogsdoelstellingen van het VS-imperialisme niet werden gerealiseerd.

Het rapport-Baker was een wanhopige poging om de electorale gevolgen voor de Republikeinen in de parlementsverkiezingen van november te beperken. Om de pil te verzachten, spreekt Baker zich uit tegen het gewoon weglopen uit de situatie met een volledige terugtrekking van de troepen. Maar hij raadt Bush wel aan om met een aantal “vijanden” te spreken. Baker stelt dat Bush moet proberen Iran en Syrië te overtuigen om de hete kastanjes uit het vuur te halen voor het VS-imperialisme. We zien hier een schaduw van Vietnam met Baker als een soort opvolger van Kissinger die in Parijs ging onderhandelen met de ‘vijand’ om zo tot een ‘uitweg’ te komen. Het VS-imperialisme heeft nu een aantal opties die elk heel wat negatieve of zelfs catastrofale gevolgen in zich dragen voor zowel de VS, Irak als de regio. .

De nederlaag voor de as Israël-VS in Libanon heeft de positie van de VS in Irak verder verzwakt. Sectaire verdeeldheden die onder Saddam nog onder controle werden gehouden door brutale repressie, bedreigen vandaag de eenheid van het land en maken het mogelijk dat Irak uiteenspat langs etnische en religieuze lijnen. De gevolgen hiervan, als het zo ver komt, zullen catastrofaal zijn. En dat zowel voor het VS-imperialisme en haar bondgenoten als voor de bevolking van het Midden-Oosten. Ieder deel van de regio zal geraakt worden door het sectaire geweld in Irak.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie