Bernie versus Hillary. Een feministisch standpunt

Opiniestuk door Kshama Sawant, socialistisch gemeenteraadslid in Seattle. Dit opiniestuk verscheen in het Engels op Huftington Post

In de herfst van vorig jaar bracht ik een voorstel van 12 weken betaald ouderschapsverlof op de gemeenteraad van Seattle. Als vrouwelijk raadslid en socialiste zie ik regelmatig hoe de kwestie van vrouwenrechten botst op de belangen van de grote bedrijven.

Zoals maar al te vaak het geval is, stemden de twee andere vrouwen in de raad (beiden Democraten) tegen dit progressieve voorstel terwijl de twee andere linkse leden van de gemeenteraad (beiden mannen) met mij mee stemden.

In de strijd voor het minimumloon van 15 dollar per uur in Seattle stemden dezelfde vrouwelijke gemeenteraadsleden voor een mogelijkheid om onder het minimumloon te gaan op basis van fooien, een maatregel die vooral vrouwelijke werknemers treft. Ze steunden alle mogelijke achterpoortjes die de bedrijven in de regelgeving probeerden te krijgen.

Zien deze vrouwen zich dan niet als feminist? Ik denk dat ze dit wel doen, maar zal hier niet in hun naam spreken. Een belangrijkere vraag is die of verkozen vertegenwoordigers zoals zij de steun van feministes verdienen? Voor linkse vrouwen staat deze vraag centraal in de presidentscampagne.

Jonge vrouwen en Hillary

Doorheen de Democratische voorverkiezingen probeerden Hillary Clinton en haar aanhangers de kandidatuur van een vrouw voor te stellen als de volgende logische stap in de richting van gendergelijkheid in de VS. Gedurende lange tijd leek de nominatie van Clinton als eerste vrouwelijke Democratische kandidate verzekerd.

Maar in plaats van de verwachte bekroning, moet Hillary Clinton een strijd leveren met de zelfverklaarde socialist uit Vermont. Deze wending kwam wellicht nog het meest duidelijk naar voor uit de enthousiaste steun van jonge vrouwen voor Sanders.

Het establishment van de Democratische Partij was met verstomming geslagen toen bleek dat jonge vrouwen zich tegen Hillary keerden. Er waren onhandige pogingen om het tij te keren.

Debbie Wasserman-Schulz, de voorzitter van het Democratische Nationaal Comité, gaf de aanzet toen ze verklaarde dat jonge vrouwen “zelfgenoegzaam” zijn als het over vrouwenrechten gaat en ze Hillary niet steunen. Het leidde tot een terugslag in de media. Maar de storm barstte pas in februari echt los toen Gloria Steinem en Madeleine Albright hun veelbesproken opmerkingen maakten. Steinem stelde dat jonge vrouwen Bernie steunen omdat “de jongens daar zitten”. Dit raakte een gevoelige snaar onder jonge vrouwen die voorheen naar Steinem opkeken maar geschokt waren door een uitspraak die meer dan een beetje seksistisch overkwam.

Feminisme en identiteit

Waarom zijn de feministische iconen van het establishment zo defensief tegenover jonge vrouwen?

De kern van de zaak is een scherpe kloof tussen de inhoud van vrouwenrechten en de identiteitskwestie van gender in deze verkiezingscampagne. Het grootste probleem voor de aanhangers van Clinton is dat ze niet kunnen ontkennen dat het programma van Sanders veel vrouwvriendelijker is.

De standpunten van Sanders gaan van een consequente steun aan  reproductieve rechten over een minimumloon van 15 dollar per uur tot algemene gezondheidszorg en tal van andere thema’s. Het is duidelijk dat gewone vrouwen veel te winnen hebben van de punten waar Bernie campagne voor voert.

Hillary’s eigen politieke geschiedenis toont hoe hol haar zogenaamde band met gewone vrouwen is. Ze verdedigde de aanval van Bill Clinton op de gezondheidszorg in de jaren 1990. Dit dwong honderdduizenden vrouwen (vooral zwarte vrouwen) in een vreselijke spiraal van armoede die generatie op generatie in stand bleef.

Clinton’s positie over abortus was lange tijd dat het “veilig, wettelijk en uitzonderlijk” moet zijn. Veilig en legaal, uiteraard. Maar de toevoeging dat het ‘uitzonderlijk’ moet zijn, is een angstaanjagende stap terug in de hardbevochten strijd voor reproductieve rechten. Het versterkt vooral de rechtse aanvallen op de rechten van vrouwen. In september vorig jaar nog zocht Clinton toenadering tot anti-keuze Republikeinen toen ze stelde: “Als er een manier is om een soort van grondwettelijke beperking [rond abortus] door te voeren waarin rekening wordt gehouden met het leven van de moeder en haar gezondheid, dan sta ik daar open voor.”

Als minister bleef Clinton opmerkelijk stilzwijgend over het breedverspreide misbruik van vrouwenrechten in door de VS gesteunde regimes zoals dat van Saoedi-Arabië. De belangen van de grote Amerikaanse bedrijven ging steeds voor op de kwestie van vrouwen- en mensenrechten. Bloomberg Businessweek stelde instemmend vast dat “Clinton het ministerie omvormde tot een promotiemachine voor de Amerikaanse bedrijven” waarbij ze zichzelf probeerde op te werpen als “de hoogstgeplaatste lobbyist in de regering.”

Zoals velen opmerkten, heeft Clinton zich als Senator en nadien als minister steeds laten gelden als een havik op vlak van buitenlands beleid. Dit bleek niet alleen uit haar steun aan de oorlog in Irak, maar ook in de bombardementen op Libië en de rampzalige rol die ze in het bloedbad in Syrië speelde. Die oorlogen hebben een brutaal en verwoestend effect op vrouwen.

Haar steun aan NAFTA en nadien TTP (waarrond ze een electorale bocht genomen heeft tijdens de campagne) bevestigen de bereidheid van Clinton om tegen de werkende bevolking in te gaan, niet in het minst tegen werkende vrouwen die hard geraakt worden door de handelsakkoorden die door de grote bedrijven opgelegd worden.

Sanders wordt daarentegen gezien als een consequente voorstander van reproductierechten en staat vooraan in het verzet tegen zowel de ‘hervorming’ van de sociale zekerheid die Clinton voorstelt als tegen NAFTA en TTP.

Als we kijken naar wat de kandidaten voorstellen op vlak van beleid en maatregelen, dan leidt het geen twijfel dat Bernie Sanders de echte feminist in deze campagne is.

Vrouwen en het Witte Huis

Het is natuurlijk begrijpelijk dat de verkiezing van een eerste vrouwelijke president zou gezien worden als een progressieve gebeurtenis in de Amerikaanse geschiedenis. We hebben in het algemeen meer nood aan verkozen vrouwen.

Maar welke vrouwen? We hebben uiteraard geen nood aan meer Sarah Palins of Margaret Thatchers. We hebben evenmin nood aan meer Nany Pelosis of Hillary Clintons.

Op dit ogenblik zorgt de dominantie van de twee partijen van de grote bedrijven ervoor dat er erg weinig oprechte activisten die voor de belangen van 99% opkomen effectief verkozen raken. Ik ben het dan wel niet over alles met Bernie eens, maar hij is wel zo iemand.

Aan welke kant sta je?

Misschien zijn jonge vrouwen nog het meest beledigd door de veronderstelling dat ze hun politieke standpunten maar aan de kant moeten schuiven, en daarmee meteen ook de belangen van de overgrote meerderheid van de vrouwen, om bij wijze van ‘solidariteit’ vrouwen uit de heersende klasse zoals Hillary Clinton te verkiezen.

In plaats daarvan vragen ze iemand die voor hun belangen opkomt. Ze zijn zijn terecht kwaad tegen de dominantie van de grote bedrijven op de politiek, tegen de ongelijkheid en tegen het falen van het establishment van de Democratische partij om zelfs maar verworvenheden van vrouwen uit het verleden te verdedigen.

Met een dergelijke ‘leiding’ moeten vrouwen steeds opnieuw dezelfde strijd voeren die hun moeders en grootmoeders al voerden. Bovendien verliezen ze steeds meer terrein.

De campagne van Bernie gaat in de andere richting – het is een lichtpunt op een ogenblik dat het asociale en anti-vrouwenbeleid van het establishment dominant over ons leven en ons lichaam. Als onderdrukte mensen moeten we antwoorden op de vraag hoe en met wie we de nodige solidariteit kunnen uitbouwen om tot progressieve verandering te komen. De solidariteit die we nodig hebben, is met de 99%, niet met de vrouwen van de heersende klasse tegen de rest van ons.

Het is onze taak om die solidariteit uit te bouwen – om op te komen voor de noden van vrouwen, kleurlingen, migranten, werkenden, de LGBTQ-gemeenschap, … kortom voor alle werkenden. Dit betekent dat we momenteel bouwen aan #Movement4Bernie en deze campagne gebruiken om op te komen voor een nieuwe onafhankelijke kracht die de strijd na de presidentsverkiezingen kan verderzetten. We zullen onze eigen politieke partij nodig hebben, een partij van de 99%.

Als we geen onafhankelijke kracht opbouwen, kan de rechterzijde blijven groeien. De Tea Party kon ontwikkelen in het vacuüm dat voor de Occupy beweging bestond. Donald Trump en co zullen terrein blijven winnen als er geen alternatief komt op de door de grote bedrijven gedomineerde Democratische Partij.

Ik denk dat een van de belangrijkste zaken van de campagne van Bernie bestaat uit het populariseren van socialistische ideeën. De strijd voor socialisme is een strijd van alle onderdrukten voor gelijkheid, los van afkomst of geslacht. Het betekent opkomen voor een duurzame wereld waarin de economie en het politieke stelsel beheerd worden door de 99%.

Feminisme, solidariteit en socialisme zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Laat er ons samen voor strijden.

Delen:
Printen:
Voorpagina van De Linkse Socialist