“De VUB op de beurs”, standpunt van de ABVV-delegatie van de Vrije Universiteit Brussel

vubOp 10 november 2015 verscheen op dewereldmorgen.be een artikel van Ilke Koster – student Wijsbegeerte aan de UGent – met als titel: De speculaties van de VUB: leren we iets van onze noorderburen?

De auteur schrijft: De universiteit wordt echter als bedrijf gezien door op de beurs verhandeld te worden, mét bijhorende financiële risico’s. Net zoals bedrijven ziet ook de VUB zich nu verplicht winst te maken, want hoe moeten ze anders de beleggers de 61,5 miljoen euro terugbetalen met daarbovenop de verschuldigde rente?

Mede door dit artikel en vele meningen die weinig gefundeerd zijn, kregen vakbondsafgevaardigden vragen over wat ons standpunt hierover was en ongeruste reacties van collega’s die vreesden dat er personeel zou moeten verdwijnen omdat de universiteit ‘winst’ zou moeten maken die dan wordt uitgekeerd aan aandeelhouders.

Een kritische ingesteldheid is goed, het verspreiden van onjuiste informatie is niet goed. Sinds het universiteitendecreet van 12 juni 1991 wordt aan de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap een grote vorm van autonomie gegeven in combinatie met een enveloppefinanciering, niet enkel voor personeel maar ook voor infrastructuur (met inbegrip van de voorzieningen voor studenten).

Het ABVV (ACOD Onderwijs) is steeds kritisch geweest ten aanzien van het principe van enveloppefinanciering. De enveloppe is te klein om te doen wat moet gedaan worden. We opperden dat de overheid haar handen zou wassen in de onschuld door de verantwoordelijkheid voor besparingen te wijten aan de ‘autonome’ beleidsbeslissingen van de universiteitsbesturen. Vijfentwintig jaar later kunnen we ook vaststellen dat onze vrees gegrond is.

Toen het Vlaams Parlement in 2008 het nieuwe – op output gebaseerde – financieringsmodel stemde, hebben wij ook gewezen op de perverse gevolgen ervan. Universiteiten, faculteiten, vakgroepen worden gedwongen om met elkaar in concurrentie te gaan om marktaandeel te verwerven ten koste van de andere. Zelfs elke academicus is concurrent geworden van zijn collega’s. Door de recente besparingen van de huidige Vlaamse Regering wordt deze concurrentiestrijd nog vergroot.

Had de auteur zich beperkt tot deze vaststellingen, dan was er geen probleem. Over de visie van Paul De Knop kunnen wij op dit moment weinig zeggen behalve dat hij inderdaad niet onze visie deelt maar ondanks verschillende uitgangspunten wel soms geluisterd heeft naar de vakbondskritiek en er rekening mee hield.

Wat betreft de beursspeculatie en de mogelijke desastreuze gevolgen gaat Ilke Koster toch wel wat over de schreef.

Sinds de introductie van de enveloppefinanciering moest de universiteit niet meer aankloppen voor infrastructuurprojecten bij de overheid (zoals dit nog steeds het geval is voor het leerplichtonderwijs en dat is ook niet meteen een succesverhaal) maar zelf binnen haar jaarlijkse dotatie (subsidie) middelen reserveren voor herstel en nieuwbouw. Geen enkele universiteit kan met die jaarlijkse subsidie een groot bouwproject financieren en moet dus extern lenen. De afbetaling van die lening moet dan passen binnen de jaarlijkse dotatie, daarop wordt ook controle uitgeoefend door de Regeringscommissaris en de Inspectie van Financiën. Het klopt dat de jaarlijkse subsidie te laag is en de universiteiten daardoor te weinig kunnen investeren in renovatie en nieuwbouw. Voor al haar grote bouwprojecten heeft de VUB geld moeten lenen op de markt, net zoals u en ik bij de bank moeten aankloppen voor een hypothecaire lening om een huis te kopen.

Eind jaren 1990 financierde de VUB het nieuwbouwproject D&E via een leasing die in 2019 ten einde loopt. Op dat moment heeft de VUB de keuze om via de aankoopoptie over te gaan tot de definitieve aankoop mits betaling van de restwaarde of om nog 10 jaar verder te leasen op basis van de rentevoet die op dat moment gangbaar is. De rentevoet voor de leasingsovereenkomst bedraagt 4,45%. In 2007 (Jette) en 2008 (Oefenplein) renoveerde de VUB de ondertussen uitgeleefde studentenwoning met een klassieke investeringslening aan respectievelijk 4,19 en 4,01%.

Het huidige nieuwbouwproject voorziet in de vervanging van de uitgeleefde studentenwoningen op de campus plus een uitbreiding van het aantal studentenkoten, ruimtes voor onderzoek, onderwijslokalen, een congres en culturele infrastructuur, voor een totaal investeringspakket van 61,5 miljoen euro. Om dit te financieren, werd gezocht naar de voor de universiteit meest gunstige optie.

Obligaties bleken de meest gunstige optie te zijn. Er werd 61,5 M€ opgehaald in 3 tranches:13 M€ op 15j aan 1,4%; 20,5 M€ op 20j aan 1,653%; 28 M€ op 20j aan 1,835%. Het gaat om obligaties met jaarlijkse kapitaalsaflossing. Dit is geen groot verschil – voor de ontlener – met een klassieke investeringslening behalve dan dat de rentevoeten interessanter zijn. Ter info, in de huidige marktomstandigheden zou een klassieke lening circa 2,1% als rentevoet opleveren, met een meerkost voor de VUB van ongeveer 4 miljoen euro ten voordele van de banken.

We kennen de financiële details van de Vrije Universiteit Amsterdam niet en kunnen daar weinig commentaar op geven. Maar de suggesties van Ilke Koster dat de VUB een financieel drama tegemoet gaat, lijkt ons toch erover. Tenminste, op basis van de huidige context. De lening past vandaag volledig in het financiële plaatje en zal dus niet leiden naar de ondergang. Maar als de context verandert, kan de afgrond wel in zicht komen.

Als de Vlaamse Regering en het parlement verder blijven besparen op de budgetten van de universiteiten, dan gaan we uiteraard de dieperik in. Maar wat stelt de auteur ondertussen voor? Moeten we de studentenwoningen dan niet renoveren en wachten tot de brandweer ze onbewoonbaar verklaart? Moeten we de onderzoekers geen werkruimte geven en de studenten in de te krappe auditoria samenproppen zolang de overheid niet met extra middelen over de brug komt?

Ilke Koster eindigt met een verwijzing naar de acties in het Amsterdamse Maagdenhuis en schrijft: Het Maagdenhuis veranderde spontaan in een open forum waar alle geïnteresseerden, waaronder studenten, professoren, bestuursleden maar ook burgers discussieerden over de toekomst van de universiteit. Een van de eisen was bijvoorbeeld het verlaten van outputfinanciering ten voordele van een financiering op basis van kwaliteitsevaluatie. In plaats van voor beleggers had rector Paul De Knop de deuren van de VUB kunnen openen voor een soortgelijk open forum.

Studenten en personeel kunnen actie ondernemen in plaats van te wachten tot de rector dit doet. Dat is exact wat de vakbond aan de VUB ook daadwerkelijk doet. Op 16 maart 2006 organiseerde het ABVV van de Vrije Universiteit Brussel een betoging van meer dan 2000 personeelsleden en studenten van de Brusselse hogeronderwijsinstellingen tegen het outputfinancieringsmodel. Deels met succes want er kwam een bijsturing.

Sindsdien hebben wij bijna jaarlijks via kleine en grotere acties geprobeerd om het verzet tegen het financieringsmodel op gang te trekken en we doen nu hetzelfde tegen de besparingen die de Vlaamse Regering aan de universiteiten en hogescholen oplegt. Of de rector ons daarin zal volgen, is voor ons minder van belang. We hopen echter wel dat de studenten massaal komen opdagen. Maar om de studenten en personeel te mobiliseren zijn we toch gebaat bij correcte informatieverspreiding. Tendentieuze opinieartikels zullen eerder koren op de molen zijn van onze tegenstanders.

Jo Coulier, Hoofdafgevaardigde ABVV Vrije Universiteit Brussel

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie