Welk programma en welke methode tegen vervuiling en klimaatverandering?

19288364904_f8c547efb6_bAls we een fundamentele verandering willen bekomen in de manier waarop de mensheid en de maatschappij omgaan met de natuurlijke rijkdommen en onze leefomgeving, zullen we niet enkel een programma nodig hebben dat breekt met de winstlogica maar ook een methode om zo’n programma af te dwingen.

Dossier door Michael Bouchez, nationaal jongerenverantwoordelijke van LSP, uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

Zoals het schandaal van VW aantoont, botst zelf de kleinste inspanning om de CO2-uitstoot te reduceren met de wetten van het kapitalisme. Joke Schauvlieghe – Vlaams minister van leefmilieu – illustreert met de rel rond het bos van Essers dat de neoliberale politiek eerder voor de belangen van de winst loopt dan voor onze leefomgeving. Ook op grotere schaal en in de energiesector blijven patenten en onderzoek achter slot en grendel zitten omdat het de winsten van de multinationals in gevaar brengt.

Zoals eerder gesteld in deze krant is enkel de democratische controle van de gemeenschap over de productie en de natuurlijke rijkdommen in staat om noodzakelijke investeringen te doen in openbaar vervoer en hernieuwbare energie om zo de drastische verlaging van de CO2-uitstoot met 95% tegen 2050 mogelijk te maken. Zo’n programma vergt natuurlijk de onteigening van de petroleumgiganten en de energiesectoren zodat deze economische hefbomen in handen van de gemeenschap komen. Dit is in het belang van de meerderheid van de bevolking, maar het gaat regelrecht in tegen die van de private sector en de multinationals.

Vertrouwen in de wereldleiders en groen kapitalisme?

Moeten we ons neerleggen bij de dominantie van de vrije markt en klagen dat het allemaal verloren is? Volgens ons niet. De terugkerende betogingen, acties en mobilisaties tonen aan dat miljoenen mensen bereid zijn om te vechten voor een oplossing. Ook in Kopenhagen in 2009 waren er 100.000 betogers naar aanleiding van de klimaattop. Wat echter vaak ontbreekt, is enerzijds het besef dat de oplossingen niet van de top zelf zullen komen en anderzijds de oriëntatie op het uitbouwen van een kracht die echt kan breken met de belangen van het kapitalisme.

Dat de wereldleiders geen oplossingen zullen bieden, werd al 20 keer duidelijk op de voorgaande klimaattoppen. In plaats van ‘druk’ te zetten op de wereldleiders of om aandacht voor de problematiek te smeken, kunnen we ons beter richten op de werkende bevolking om via betogingen en stakingen een krachtsverhouding uit te bouwen waarmee we een alternatief op het kapitalisme naar voor brengen. Zonder werknemers is er immers geen productie en dus ook geen winst.

Het zijn de werknemers in de energiesector en de automobielsector die over de know-how en de kennis beschikken om een productieproces milieuvriendelijker te maken. Vandaag hebben zij echter niets te zeggen over het installeren van frauduleuze software of het lozen van pakweg chemicaliën. Onder het kapitalisme weten ze ofwel van niets, ofwel wordt gedreigd met het faillissement en lijkt milieuverontreiniging de enige manier om de fabriek draaiende te houden en dus jobs aan te bieden.

In een genationaliseerde sector die niet gebaseerd is op winst, maar op de behoeften van de bevolking en dus ook van de werknemers en consumenten, zouden de werknemers samen met de overheid en de consumenten beslissen welke investeringen gedaan worden en hoe milieuvriendelijke productie kan. Het zou een logische democratische beslissing zijn om niet meer te investeren in fossiele brandstoffen of kernenergie maar in alternatieven. Een publieke energiesector zou middelen investeren in onderzoek en ontwikkeling van deze alternatieven. Het zou een einde maken aan de schandalige verspilling door planned obsolecence (geplande veroudering), een voor het kapitalisme noodzakelijk principe waardoor producten gemaakt worden om na enkele jaren defecten te vertonen. De geplande verspilling om de winsten van een kleine minderheid op te krikken, zou plaats maken voor een democratisch socialistische planning die de belangen van de meerderheid van de bevolking en dus ook van het milieu centraal stelt.

Wat is de rol van de arbeidersklasse?

Daarom roepen de Actief Linkse Studenten en LSP op om naar Parijs te trekken met antikapitalistische eisen en een socialistisch programma dat zich baseert op het onderscheid tussen twee tegengestelde belangen in deze maatschappij: de belangen van de 1% rijksten en die van de 99% anderen. De enige kracht die in staat is om de milieuonvriendelijke productiewijze van het kapitalisme onder druk te zetten, is de georganiseerde werkende bevolking die zich als een klasse organiseert.

Alle verworvenheden van de welvaartstaat zijn verkregen doorheen acties en strijd van de arbeidersklasse. Het is via comités op de werkvloer dat werknemers overtuigd werden van de rol die ze konden spelen in de afschaffing van kinderarbeid, het afdwingen van betaald verlof, sociale zekerheid, … Het is door lange en harde stakingen dat de 12-uren werkdag werd ingekort. Hetzelfde zal gelden voor klimaateisen, op niveau van bedrijven zien we dat nu al in het bekomen van maatregelen inzake veiligheid, hygiëne en bescherming op de werkvloer. De milieubeweging zal zich moeten organiseren rond een programma dat de belangen van de 99% verdedigt en de verantwoordelijkheid klaar en duidelijk bij de 1% rijksten legt.

De rol van de vakbonden

Het belang van zo’n programma wordt geïllustreerd door de rol die vakbonden vandaag spelen in de discussie over kernenergie. Het klopt dat een kernuitstap binnen het kader van de vrije markt zou leiden tot jobverlies of het aanbieden van nieuwe jobs aan slechtere voorwaarden. Het is niet verwonderlijk dat de ACOD-afvaardiging in de kerncentrale van Doel of de Franse vakbond CGT zich verzetten tegen de kernuitstap.

Indien we de kernuitstap niet koppelen aan de eis tot nationalisatie van de energiesector gericht op de ontwikkeling van alternatieve milieuvriendelijke energie met bijhorende jobs, zullen we het personeel uit de sector niet meekrijgen. Zonder dergelijke eisen komt een kernuitstap voor hen gewoon neer op jobverlies. Een socialistisch programma werkt verenigend en kan ervoor zorgen dat de werknemers in de sector een belangrijke rol spelen in de uitbouw van een krachtsverhouding om de sector in publieke handen te nemen.

Lessen uit het verleden. Welke krachtsverhouding uitbouwen?

Er waren al verschillende kansen om een sterke milieubeweging uit te bouwen die verbonden is met de arbeidersbeweging. In de nasleep van de top in Kopenhagen hield de Boliviaanse president Evo Morales een alternatieve klimaattop in Cochabamba met vakbondsmilitanten, klimaatactivisten, inheemse mensen, … Daar werd onder meer door de toenmalige Venezolaanse president Chavez verwezen naar de rol van het kapitalisme, de passiviteit van de wereldleiders en de dringendheid van de problemen. De standpunten op de top waren een verademing, maar het leidde niet tot de uitbouw van een reële beweging. Het bleef bij een gemeenschappelijke verklaring.

Het was mogelijk geweest om vanuit deze alternatieve klimaattop een krachtsverhouding uit te bouwen met een actieplan dat jongeren, vakbonden, milieuorganisaties, … organiseerde op basis van een antikapitalistisch programma. Op deze manier had de alternatieve klimaattop het begin kunnen zijn van een massabeweging.

Het had bijvoorbeeld kunnen oproepen tot een internationale strijddag naar het voorbeeld van 1 mei, met personeelsvergaderingen in bedrijven en sectoren, betogingen en stakingen gericht op de nationalisatie van de sleutelsectoren van de economie.

Een democratisch georganiseerd actieplan

Het uitblijven van een perspectief op een alternatief, een duidelijk programma en een methode die de mensen organiseert rond gemeenschappelijke belangen, kan leiden tot frustratie, ongeduld en verwarde actiemethoden. Zo vallen tijdens internationale betogingen de methodes van de “black blocs” op. Dat zijn groepen die zich meestal beroepen op het anarchisme en denken dat ze op gewelddadige wijze moeten ingaan tegen de ordediensten en symbolen van het kapitalisme (zoals banken). Het is geen methode gebaseerd op collectieve strijd en het creëren van een zo groot mogelijke eenheid van de werkende bevolking op basis van een duidelijk programma dat tegen het kapitalisme ingaat.

De realiteit is dat dergelijke gewelddadige acties door het kapitalisme gebruikt worden om repressief op te treden en de hele beweging te criminaliseren, al dan niet door provocateurs van de politie in de betogingen in te zetten. Het kan bredere lagen die sympathie hebben voor de beweging afschrikken, zeker diegenen die nog moeten overtuigd worden om zelf actief te worden in de strijd. Betogingen zijn er net op gericht om de discussie naar een breder publiek te brengen, om een grotere steun op te bouwen. In plaats van argumenten te geven aan diegenen die ons protest willen isoleren, moeten we gaan voor een actieplan waarmee we het systeem aan het wankelen brengen.

De methoden van de arbeidersklasse zijn gebaseerd op democratisch georganiseerde strijd en op de kracht van ons aantal waarmee we een krachtsverhouding opbouwen om tot fundamentele verandering te komen. Dat betekent een einde maken aan het verspillende en milieuonvriendelijke systeem om plaats te maken voor een democratisch socialistische maatschappij.


De sponsors van COP21: wiens brood men eet, diens woord men spreekt

cop21De lijst van sponsors van de klimaattop geeft aan dat we niet op de wereldleiders en de klimaattop kunnen rekenen. Ondanks het schandaal van de sjoemelsoftware bij Volkswagen speelt bijvoorbeeld de automobielsector een prominente rol: BMW is een van de grootste sponsors. Maar ook Renault/Nissan en Air France zijn van de partij. Verder ook energiebedrijven als EDF en Engie, beide zijn goed voor zowat de helft van de uitstoot in Frankrijk. Een andere sponsor is het Zweedse dat de Duitse overheid aanklaagde over de kernuitstap.

Zullen deze bedrijven op basis van hun deelname aan COP21 investeren in groene alternatieven? Zullen ze timmeren aan een duurzame productie? Volkswagen doorprikte elke mogelijke illusie daarin. Maar er is meer aan de hand. Veel bedrijven gebruiken een groen imago om hun bedenkelijke ecologische staat van dienst te maskeren of om er extra winst uit te puren. Kijk maar naar Suez Environment, een bedrijf waar de energiemultinational GDF Suez de grootste aandeelhouder van is en dat ook de klimaattop sponsort. Suez Environment is actief op de watermarkt. Toen een beweging in de Argentijnse hoofdstad Buenos Aires afdwong dat de waterdiensten uit handen van Suez werden gehaald, volgde een rechtszaak van de multinational waarbij een schadevergoeding van 405 miljoen euro werd bekomen. Suez Environment investeert momenteel vooral in het verwerken van vervuild water, ondertussen investeert moederbedrijf GDF Suez in koolontginning en fracking waarmee watervervuiling ontstaat. Suez Environment heeft direct belang bij het verderzetten van de ontginning van fossiele brandstoffen en fracking. De lucrativiteit van het ‘groene’ kapitalisme kent geen grenzen.

De rol van deze multinationals beperkt zich niet tot het sponsoren. Er zijn ook parallelactiviteiten zoals het “Sustainable Innovation Forum” en uiteraard wordt van de gelegenheid gebruik gemaakt om lobbygroepen in te zetten die de ‘oplossingen’ van de bedrijven promoten. Tenslotte is een klimaattop een mediacircus waar bedrijven als BNP Paribas bijvoorbeeld graag een graantje van meepikken. Ondanks investeringen in fossiele brandstoffen biedt de top een kans om het bedrijf groen voor te stellen. Het resultaat van de klimaattop valt te voorspellen aan de hand van de sponsors. Wiens brood men eet, diens woord men spreekt!

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie

Reacties zijn gesloten.