Air France dankt 2900 personeelsleden af, media kijken enkel naar gescheurd hemd van directeur

Het sociale drama van de 2900 jobs die verdwijnen bij Air France haalde onze media omdat twee toplui van het bedrijf door woedende personeelsleden uitgekleed werden. Plots werd gesproken over onaanvaardbaar geweld. De linkse politicus Mélenchon merkte meteen na het incident op: “Iedereen reageert nu op beelden. Maar er is ook geweld dat we niet zien en dat tien keer erger is: dat is het geweld dat mensen wordt aangedaan die hun baan verliezen.”

Artikel door Geert Cool uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

Gevestigde politici zoals president Hollande beperkten zich in hun reacties tot een veroordeling van de woede onder het personeel. Onder de Franse bevolking was er wel begrip, 54% stelde de reacties van het personeel te begrijpen. En dat ondanks de enorme mediacampagne waarin een gescheurd hemd veel belangrijker was dan het leed dat duizenden werkenden wordt aangedaan om de winsten van het bedrijf in stand te houden. Die duizenden gezinnen verliezen wel wat meer dan een hemd dat ongetwijfeld betaald werd door de onkostenvergoedingen van de directeurs.

Hetzelfde fenomeen zien we bij ons. Bij de spoorstakingen eind oktober hadden verschillende kranten het over “levensgevaarlijk” daden van “sabotage” door de spoorbonden nadat militanten een rode seinfakkel hadden gebruikt om treinen te stoppen. Op een en dezelfde dag omschreef De Standaard het gebruik van een seinfakkel als ‘sabotage’ terwijl het in brand steken van een asielcentrum in Zweden slechts werd afgedaan als een ‘protestactie’. Het is dus maar hoe je het bekijkt.

Sommigen stellen dat we onze acties moeten aanpassen zodat de media geen argumenten kan vinden om ons weg te zetten als gevaarlijke geweldenaars die volgens dezelfde beeldvorming meer dronken dan nuchter vuurtjes stoken aan piketten die ze opzetten om anderen overlast te bezorgen. Deze beeldvorming is niet nieuw, het is een constante doorheen de geschiedenis van de klassenstrijd. Sinds de 19de eeuw is er op dat vlak weinig veranderd. Als we onze acties willen afstemmen op wat voor de werkgevers en hun papegaaien in de media aanvaardbaar is, dan kunnen we enkel maar stoppen met actievoeren.

Het dagelijkse geweld tegen de werkenden zouden we moeten aanvaarden, bij het minste verzet ertegen worden wij afgedaan als gevaarlijke hooligans. De betogers van 7 oktober ondervonden deze mediapraktijken. Na een vreedzame betoging hoorden ze ’s avonds op televisie bijna enkel nieuws over de ‘rellen’. Media zijn niet ‘neutraal’ of objectief, ze brengen de boodschap van diegenen die hen financieren. In het geval van de gevestigde media zijn dat de grote bedrijven en de autoriteiten, in ons geval zijn dat de lezers die zelf deel uitmaken van de arbeidersbeweging.

Natuurlijk stellen wij niet voor om alle personeelsdirecteurs de kleren van het lijf te halen. Maar dat duizenden mensen die hun job verliezen kwaad zijn, is toch niet zo vreemd? Dat ze hun woede willen tonen al evenmin. Als die directeurs het lef hebben om vlak voor de neus van die kwade werknemers te paraderen, dan is dit een pure provocatie. Het schandaal van het sociaal bloedbad wordt aangevuld met een staaltje van arrogante provocatie. Ongetwijfeld hebben ze dat geleerd op duurbetaalde managerscursussen? Het beste antwoord op sociale bloedbaden is een breed gedragen strijd van alle personeelsleden. Zonder de werknemers stijgt geen enkel vliegtuig van Air France op. Zonder onze arbeid is hun kapitaal niets waard.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie