Na de betoging van de 100.000 op 7 oktober: Samen kunnen we winnen!

22139350979_6fcb2936a8_zDe 100.000 betogers van 7 oktober bevestigden het nogmaals: het ontbreekt bij de werkenden niet aan bereidheid tot strijd tegen deze rechtse regering. Niet in het noorden en niet in het zuiden van het land. Zowel in de publieke als in de private sector. Samen kunnen we winnen!

Vertaling van het pamflet dat eerder deze week in Luik werd verdeeld

De mobilisatie heeft iedereen verbaasd. De rechtse regering wreef zich in de handen en verklaarde dat er koppen geteld zouden worden. Net zoals de vakbondsleiding en veel militanten en delegees, merkte de regering de twijfel op, de ontgoocheling door de magere resultaten na het prachtige actieplan van vorig jaar. Maar op 7 oktober moest de regering een andere plaat opleggen. De sfeer op de betoging veranderde van ingetogen naar enthousiast toen bekend raakte dat we met meer dan 70.000 waren en uiteindelijk zelfs met 100.000!

De twijfels op de werkplaatsen zijn er nog altijd. Maar wat de vakbonden, de delegees, de militanten en de linkse organisaties onderschat hadden, was de impact van het vorige actieplan op een hele reeks vakbondsmilitanten en -leden. Zonder het actieplan van vorig jaar zouden we bijna gaan geloven dat de vakbondsleiding niet in staat was om het potentieel te benutten. Het is mogelijk om de regering te doen vallen, allemaal samen kan dat. Maar de vakbondsleidingen kunnen geen alternatief op deze regering naar voor schuiven en ze vinden geen akkoord over een actieplan om de krachtsverhoudingen echt te doen kantelen.

Zwakheid zet aan tot agressie

Dit verklaart de groeiende arrogantie van deze rechtse regering. Moesten we de zogenaamde netto loonsverhoging al zoveel keer hadden gekregen als de regering erover spreekt, we waren allemaal rijk! Wat we moeten afgeven, zoals de indexsprong, de verhoging van de pensioenleeftijd, de duurdere tarieven voor openbaar vervoer en andere openbare diennsten, … is daarentegen wel concreet. In vergelijking met wat we verliezen, zijn de beloofde netto verhogingen slechts wat zakgeld dat bovendien uit sociale zekerheid wordt gehaald. Van dat zakgeld moeten we dan ook nog de frisdrankentaks, de Turteltaks op energie, … betalen.

En dan komt er nu een nieuw akkoord van de ‘Groep van Tien’ met daarin de uitbreiding van de RVA-controles op deeltijdse arbeid (wat vooral vrouwen treft) en een verlaging van de garanties op aanvullende pensioenen (de tweede pensioenpijler). Eerst werden we door de vakbondsleiders meegesleurd naar de tweede pensioenpijler en nu laten ze de garantie op het rendement fors zakken zonder de minste compensatie! En als we hen mogen geloven, zouden we bijna een front met de werkgevers moeten vormen opdat de regering “het resultaat van het sociaal overleg” zou respecteren. Hoe is het zo ver kunnen komen?

Voor een actieplan!

Het Waalse ABVV pleit al sinds het voorjaar voor een actieplan naar het model van dat eind 2014. De top van het ACV weigert iets te doen en geeft de voorkeur aan zogenaamde onderhandelingen waarmee we steeds verder stappen achteruit zetten, denk maar aan het loonakkoord van februari. We hebben niets gewonnen. Het Vlaamse ABVV durft niet in actie te gaan omdat het ACV langs Nederlandstalige kant sterker staat. Het Waalse ABVV heeft tenminste de verdienste dat het voor een actieplan opkomt en in Luik een open brief verspreidde naar de militanten en leden van het ACV waarin voor een gemeenschappelijk front van onderuit werd opgeroepen.

Om ervoor te zorgen dat er effectief een actieplan komt, moeten we algemene vergaderingen organiseren, zowel op interprofessioneel vlak als op de werkplaatsen. Deze vergaderingen moeten open zijn voor iedereen en bespreken hoe het verder moet nu de onderhandelingen niets opleveren. Ze moeten een actieplan van de basis uitwerken om onze krachten te verenigen. Dat gebeurt momenteel niet door het Waalse ABVV. Dit geeft een argument aan de leiding van het ACV die ermee wegkomt als ze zegt: ‘Ja, maar let op want het ABVV luistert niet naar de basis.’ Het geeft ook een argument aan die ABVV-centrales in Vlaanderen die niets willen doenen en het verzwakt diegenen die er wel voor willen gaan.

De wijze waarop het verzet bij het spoor wordt georganiseerd is er een voorbeeld van. Sinds lange tijd dringen strijdbare militanten er bij de leiding op aan om de strijd tegen de liberalisering van het goederenverkeer en binnenkort ook het personenverkeer ernstig te organiseren. Er wordt al lang gepleit voor een eenheid van de verschillende sectoren die door liberalisering bedreigd worden, zoals de havens, de luchthavens en het spoor. En wat gebeurt er bij de NMBS? Er wordt door de leiding van bovenaf een staking uitgeroepen, zelfs een 48-urenstaking. Maar zou het niet beter geweest zijn om eerst personeelsvergaderingen te organiseren en daar formeel over de staking te stemmen?

Voor de leiding van het ACV is het altijd te vroeg. Maar door zo te handelen, kan de ACV-leiding een zekere ingang vinden onder collega’s. Het patronaat gebruikt vervolgens de ‘syndicale verdeeldheid’ om voor het eerst naar de rechter te stappen om een spoorstaking te breken. De inzet is nochtans groot. De NMBS wil 663 miljoen euro besparen tegen 2019, dat is ongeveer 20% van de totale werkingsmiddelen. Het wettelijke kader voorziet 38.000 personeelsleden, terwijl dat er nu maar ongeveer 34.000 zijn en dat aantal blijft afnemen. Het personeelsstatuut is bedreigd en ook het stakingsrecht ligt onder vuur.

Met al die maatregelen zou het logisch zijn dat we iedereen bijeenbrengen om een verzet te organiseren dat aangepast is aan de ernst van de aanval.

De bereidheid tot strijd is nog altijd aanwezig. Maar daarvoor zullen we een vakbondsleiding nodig hebben die de strijd ernstig neemt en deze op een aangepaste wijze organiseert. Zoniet dreigen we met onze kop tegen de muur te lopen en grote nederlagen te lijden. We hopen dat we dan niet te horen krijgen dat het ‘onze fout niet is, het was de basis die niet wilde volgen.’

Een zaak is duidelijk: de militanten aan de basis en de delegees moeten in hun rangen orde op zaken stellen en ervoor zorgen dat er bij de sociale verkiezingen strijdbare militanten verkozen worden, militanten voor wie het belang van de werkenden centraal staat en die ook tegen hun vakbondssecretaris durven zeggen waar het op staat.

 

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie