Klimaatverandering: wat kunnen we van COP21 verwachten?

16791557438_6479c55fab_zOp internationaal niveau bouwt de strijd tegen klimaatveranderingen voort op het Klimaatverdrag van de Verenigde Naties, een verdrag dat in 1992 op de top van Rio de Janeiro werd ondertekend. Nadien volgden meer dan 20 jaar waarin de 195 staten die het verdrag tekenden zich bezig hielden met het bespreken van een nieuw akkoord. Dit nieuw internationaal akkoord zou concrete voorstellen moeten doen om de uitstoot van schadelijke gassen te beperken. Sinds de top in Berlijn in 1995 komen duizenden vertegenwoordigers van regeringen elk jaar bijeen op de Conferenties van Partijen (COP). COP21 vindt eind dit jaar in Parijs plaats.

Artikel door Nicolas Croes uit de oktobereditie maandblad ‘De Linkse Socialist’

We zullen de spanning er niet langer inhouden, alle vorige klimaattoppen hebben niets opgeleverd en het ziet er niet naar uit dat het in Parijs anders zal zijn. Nochtans is het een dringende kwestie. Wetenschappers zijn het erover eens dat een wereldwijde stijging van de temperatuur met 2 graden of meer rampzalig zou zijn. Om dit te vermijden, zou de uitstoot van broeikasgassen na een piek in 2014 vanaf dit jaar een daling moeten kennen. We zijn daar nog lang niet. En dat moet je nog weten dat de grens van 2 graden (zoals naar voor gebracht door het Internationaal Klimaatpanel) volgens velen een conservatieve inschatting is. Tussen 1880 en 2012 was er al een verhoging van de temperatuur met 0,85 graden. Verschillende wetenschappers stellen dat 1,5 graden een maximale grens moet zijn.

Wie heeft het voor het zeggen?

In het collectieve werk “Stop klimaatmisdaden. Een oproep van het maatschappelijke middenveld”, vertelt Pablo Solon, de voormalige verantwoordelijke van de Boliviaanse onderhandelaars over klimaatverandering, een anekdote. Een ambassadeur die lange tijd actief was als onderhandelaar rond klimaat beschreef de veranderingen die hij in 20 jaar onderhandelingen zag: “Vroeger werd onderhandeld door mensen die om het milieu bezorgd waren, nu zijn het vooral onderhandelaars die de belangen van de bedrijven voor ogen hebben.”

Dat de commerciële belangen van de grote bedrijven voorgaan op de bescherming van het milieu, is niet nieuw. Het was al duidelijk van bij het begin van de onderhandelingen, van het raamakkoord over klimaatverandering op de VN-top in Rio de Janeiro in 1992. Artikel 3.5 van dat akkoord stelt dat er geen sprake van kan zijn dat “maatregelen in de strijd tegen klimaatverandering (…) een middel vormen om willekeurige discriminatie of verdoken beperkingen van de internationale handel op te leggen.”

Er is inderdaad een trend naar een grotere impact van de bedrijfswereld. De neoliberale machine doet zijn werk. Toen de onderhandelingen over klimaatverandering begonnen, waren de bedrijven slechts een van de partijen die als observator aan de onderhandelingen deelnamen. Vandaag speelt de bedrijfswereld een centrale rol, ze zijn met duizenden vertegenwoordigers aanwezig. Qua aantal zijn ze met meer aanwezigen dan het zogenaamde ‘maatschappelijke middenveld’.

De greep van de multinationals op de onderhandelingen is bijzonder groot geworden. Dat blijkt overigens uit de lijst van bedrijven die de COP21 financieel ondersteunen. Amis de la Terre, Attac Frankrijk, Corporte Europe Observatory, WECF en 350.org onthulden dat de professionele vervuilers de belangrijkste financierders van de COP zijn: “De meerderheid van deze bedrijven is verantwoordelijk voor een grote uitstoot van broeikasgassen die verantwoordelijk zijn voor klimaatverandering. Het gaat onder meer om EDF of Engie. De uitstoot van hun steenkoolcentrales zijn goed voor een equivalent van ongeveer de helft van de uitstoot in Frankrijk.”

Pablo Solon is scherp in zijn conclusies: “Voor het kapitaal zou het ideaal zijn indien de onderhandelingen leiden tot een akkoord dat hen geen beperkingen oplegt, dat hen niet verplicht om weinig winstgevende investeringen te doen, dat de ontginning van grondstoffen die al een beurswaarde hebben niet aan banden legt, dat niet raakt aan de consumptie waar de verkoop van afhankelijk is, dat geen versneld ritme van transformatie oplegt zodat de winsten niet bedreigd zijn – en tegelijk moet het akkoord toelaten dat de bedrijfswereld zijn imago oppoetst. Dat is het soort akkoord waar de COP naartoe gaat.”

Concreet

De onderhandelingstekst van COP21 heeft het over “het volledig stoppen van uitstoot tegen het midden of het einde van de eeuw.” Dat is niets meer dan een mooi voornemen waar echter geen tussentijdse doelstellingen binnen vijf, tien of vijftien jaar aan verbonden worden. De noodzaak om te stoppen met de winning van fossiele brandstoffen uit de ondergrond om zo de uitstoot van koolstofdioxide te verminderen, komt nergens in de tekst aan bod. Toonaangevende studies stellen dat het beperken van de globale opwarming tot 2 graden (een cijfer dat zoals eerder gezegd door velen als conservatief wordt gezien) vereist dat 80% van de bestaande reserves aan fossiele brandstoffen niet ontgind worden. Hoe kan de uitstoot van CO2 beperkt worden zonder dat probleem aan te pakken?

Er is geen sprake van een bindend akkoord. Er wordt gegaan voor een “vrijwillige bijdrage” waarbij landen vrij beslissen wat ze doen. Nadien wordt de impact hiervan bekeken. COP21 zal die logica van INDC (Intended Nationally Determined Contributions) doortrekken tot in 2030.

Tenslotte gaat de onderliggende logica van de COP ervan uit dat bossen, grond en landbouw slechts opslagplaatsen zijn of verantwoordelijk voor de uitstoot van broeikasgassen. Verder gaat het niet. De natuurlijke cycli (de watercyclus, stikstof, koolstof, …) of nog de biodiversiteit worden volledig buiten beschouwing gelaten. Dat is niet verwonderlijk, de kapitalistische economie ziet de natuur slechts als een voorraad van grondstoffen die zoveel mogelijk benut moet worden. Als deze logica kan domineren, aanvaarden we een ecologische zelfmoord.

De planeet van het kapitalisme redden!

De mobilisaties in het kader van de klimaattop in Parijs vormen een kans om een andere stem te laten horen, een stem die de belangen van het milieu, de inheemse bevolkingsgroepen, de bewoners van met overstroming bedreigde landen en de werkenden en armen in brede zin van het woord niet onderwerpt aan de inhaligheid van de kapitalistische klasse. Diegenen die het argument van jobs in de sector van de fossiele brandstof naar voor brengen, kunnen we antwoorden dat hernieuwbare energie wereldwijd voor miljoenen jobs kan zorgen.

De verantwoordelijkheid van het kapitaal en de grote bedrijven wordt vandaag door brede lagen erkend. Maar toch worden de eisen vaak beperkt tot een legaal kader of andere maatregelen die jammer genoeg niet antwoorden op de vaststelling dat we geen controle hebben op wat we niet bezitten. De discussie over het milieu moet dan ook dringend ingaan op de noodzaak van de onteigening van de multinationals en de sleutelsectoren van de economie om deze in publieke handen te brengen zodat de energietransitie op democratische wijze kan gebeuren in het kader van een rationeel en democratisch geplande economische productie. Dat is wat wij onder socialisme verstaan.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie