7 oktober als startpunt van nieuw actieplan – lessen uit het vorige actieplan

betaaldOp woensdag 7 oktober zal er een nationale vakbondsbetoging plaatsvinden tegen het besparingsbeleid van de regering-Michel. Op verschillende plekken circuleren al pamfletten en in bepaalde regio’s werden reeds militantenvergaderingen aangekondigd. Het zal belangrijk zijn om van deze betoging een succes te maken, zodat ze het begin kan zijn van een nieuwe beweging die een einde kan maken aan deze regering en haar besparingsbeleid. Daarbij is het nuttig om terug te kijken op de ervaringen van de vorige strijdbeweging eind 2014.

Door Tim (Brussel)

Geen toegevingen, maar steeds meer aanvallen

Diegenen die ons de voorbije maanden vertelden dat er met deze regering kon onderhandeld worden, hebben ofwel zichzelf bedrogen ofwel hebben ze ons doelbewust voorgelogen. Op geen enkel vlak heeft deze regering een toegeving gedaan. Integendeel, vaak is de regering nog een stap verder gegaan dan iedereen had verwacht. De “tax shift” werd geen maatregel om de speculanten, grote bedrijven en superrijken een steentje te laten bijdragen. Er werd integendeel beslist om nieuwe lastenverlagingen aan het patronaat te geven en dit te betalen met onder meer een BTW-verhoging, een belasting die vooral de lage en middelgrote inkomens treft. Met de BTW-verhoging voor elektriciteit werd meteen de discussie over een nieuwe indexsprong geopend. En Open Vld kwam dan nog met een nieuwe aanval op de lonen met een discussie over de anciënniteit.

Zelfs een kleine symbolische sociale overwinning werd CD&V niet gegund. De regering ging voor de frontale aanval van directe sociale afbraak. Ze zal daar niet van afwijken zolang ze niet door de arbeidersbeweging gestopt wordt. De Duitse socialiste Lucy Redler stelde over de rampzalige houding van de Griekse regering in de onderhandelingen met de trojka: “Als je met haaien gaat onderhandelen, kan je maar beter geen goudvis zijn.” Een waarschuwing die ook geldt voor onze vakbondsleiding in haar houding tegenover deze regering.

Opbouwend actieplan brengt regering aan het wankelen

Met het actieplan eind 2014 kwam de regering in de problemen. De syndicale beweging gedroeg zich niet als een goudvis, maar als een sterke walvis die met een extra slag de regering van haaien ten val had kunnen brengen. Het opbouwende actieplan was een succes. Er werd gestart met een militantenconcentratie in oktober waar een actieplan van langere duur werd aangekondigd. Pamfletten en infobrochures waren ruim op tijd beschikbaar. Er werd gewerkt met regionale militantenvergaderingen. Syndicale delegaties werden aangespoord om ook op de werkvloer vergaderingen te organiseren. Daar waar dit gebeurde, was het een succes en werd de mobilisatie versterkt. De nationale betoging van 6 november 2014 was de grootste vakbondsbetoging sinds decennia. De regionale stakingen en uiteindelijk de nationale staking van 15 december waren enorme successen.

De vakbondsbeweging bepaalde het politieke debat: een tax shift voor sociale rechtvaardigheid, het stopzetten van de besparingen, het einde van het gemorrel aan de index. Deze ideeën werden algemeen bediscussieerd in de maatschappij en genoten brede steun.  Wie erop gokte dat de regering nog langer dan enkele maanden zou standhouden, was een sociale paria geworden.

Vakbondsleiding maakt het niet af

De vakbondsleiding liet na om het af te maken. Hierdoor kreeg de regering de kans om zich opnieuw te organiseren. Door de illusie te wekken dat er kon onderhandeld worden en door tegelijkertijd geen nieuwe ernstige mobilisaties te voorzien als die onderhandelingen zouden mislukken, ging het momentum verloren. Dit was niet gewoon een tactische misvatting van onze vakbondsleiding, het was fundamenteler. Het ontbrak aan een alternatief voor wanneer de regering effectief zou vallen.

Het enige alternatief dat de vakbondsleidingen in de aanbieding hadden, was een nieuwe tripartite onder leiding van de sociaaldemocratie en de christendemocratie. Zo’n regering zou niet breken met het besparingsbeleid van haar voorganger, ze zou er hoogstens de scherpste kantjes van afvijlen. Na de val van een rechtse regering door een sociale beweging, zou ook zo’n tripartite snel op massaal sociaal protest botsen. Het gebrek aan een echt alternatief beperkte de opties voor de vakbondsleiding. De regering meteen laten vallen, werd te riskant.

Niet alleen strijd, ook alternatief nodig

De discussie over een alternatief op de besparingen wint overal in Europa aan belang. Dat is niet alleen het geval in landen als Griekenland, Spanje of Ierland waar nieuwe linkse partijen opduiken. Ook in Groot-Brittannië duikt de discussie op nu Jeremy Corbyn met een antibesparingsimago favoriet geworden is in de voorzittersverkiezingen bij Labour. In de VS blijkt de zoektocht naar een links alternatief uit de enorme respons op de campagne van Bernie Sanders. De vraag naar een alternatief komt naargelang de omstandigheden op erg diverse manieren tot uiting.

Hetzelfde geldt voor België. De aankondiging van de nationale betoging op 7 oktober biedt een kans voor een algemene beweging tegen de rechtse regering en haar asociale beleid. We kunnen de positieve elementen van de beweging eind 2014 opnieuw gebruiken: een opbouwend actieplan over langere termijn waarbij bredere lagen van de bevolking bij de strijd betrokken worden, werkt mobiliserend en heeft meer effect. Een nieuwe reeks van regionale acties in opbouw naar een nationale staking is nodig.

Tegelijk moeten we zien wat beter kan. Regionale militantenvergaderingen en personeelsvergaderingen bleken heel goed voor de mobilisatie en organisatie van onze strijd. We kunnen dit verder versterken. Door op zo’n vergaderingen democratisch en collectief te beslissen over volgende acties en over ons programma, maken we de beweging breder en actiever. In de vorige beweging waren er alleen bijeenkomsten om de acties te plannen, niet om ze te evalueren en verdere stappen te bespreken. Dat maakte het voor de vakbondsleidingen mogelijk om het momentum voorbij te laten gaan.

De basis heeft een manier nodig om zelf te discussiëren over wat de doelen van de beweging zijn: de val van de regering, het stoppen van de besparingen, het terugdraaien van de maatregelen rond de pensioenen, de index, een echte sociaal rechtvaardige tax shift, nieuwe investeringen in openbare voorzieningen, degelijke lonen en uitkeringen, … Dit kwam reeds aan bod op de personeelsvergaderingen eind 2014, maar ze werden nog niet samengebracht in een democratisch uitgewerkt programma voor het actieplan.

Politiek instrument

Onze eisen leiden onmiddellijk tot de vraag naar een politieke kracht die zo’n programma kan verwezenlijken. De traditionele politieke partners van onze vakbonden hebben geen dergelijk programma en het ziet er niet naar uit dat dit snel zal veranderen. Een breuk met deze partijen is onvermijdelijk en een campagne voor een brede formatie die wel de belangen van de werkende bevolking verdedigt eveneens. De vakbonden hebben een enorme kracht in handen en kunnen deze discussie vooruitstuwen. Waarom geen duidelijk politiek alternatief op de besparingen uitwerken, hiervoor brede steun verwerven bij de vakbondsbasis en consequent de noodzaak van een politieke partij die dat programma wil verdedigen naar voren brengen? Organisaties zoals Hart Boven Hard/Tout Autre Chose, politieke organisaties of militanten en iedereen die wil meewerken aan zo’n politiek alternatief kunnen dan uitgenodigd worden om de discussie mee aan te gaan.

Dit zou betekenen dat de strijd niet enkel meer zou gaan over voor of tegen deze regering, maar wel over een alternatief op de besparingen. Over hoe we de enorme rijkdommen die er zijn in deze maatschappij kunnen gebruiken voor sociale vooruitgang. Vandaag zit de meerderheid van die rijkdommen in de zakken van een kleine minderheid superrijken, die niet langer mogelijkheden ziet voor investeringen in de reële economie en maatschappij en die zich beperkt tot speculatie. Hoe kunnen we die rijkdommen inzetten voor het belang van de hele bevolking?

De taken voor zo’n beweging zijn enorm, maar de mogelijkheden zijn nog veel groter. Steeds meer mensen zijn op zoek naar een alternatief op dit systeem van ellende en uitbuiting. Door dit debat op te starten, kunnen we de beweging versterken. De elite zal elke mogelijkheid gebruiken om zo’n politiek alternatief tegen te houden. Maar wij beschikken over een dynamische kracht van honderdduizenden militanten die de strijd willen aangaan. Door van de betoging van 7 oktober een overweldigend succes te maken en daarop verder te bouwen aan een beweging, kunnen we niet alleen deze regering maar heel het besparingsbeleid stoppen!

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie