Neen aan de Turkse staatsterreur tegen de Koerden!

Protest tegen de Turkse staatsterreur eerder deze zomer in Brussel. Foto: MediActivista
Protest tegen de Turkse staatsterreur eerder deze zomer in Brussel. Foto: MediActivista

De Turkse president Erdogan maakte eenzijdig een einde aan het bestand tussen de regering en de Koerden. Na de verkiezingen waarin de AKP van Erdogan haar meerderheid verloor en de electorale doorbraak van de linkse HDP, met ook pro-Koerdische krachten, kondigde Erdogan aan dat Turkije het front tegen Islamitische Staat zou vervoegen. Het werd meteen gekoppeld aan een strijd tegen ‘alle vormen van terreur’, waarbij vooral de Koerdische PKK een doelwit is en niet zozeer IS.

Artikel uit maandblad ‘De Linkse Socialist’ op basis van bijdragen door Dikili

Economische groei stokt

De Turkse lira is sinds begin dit jaar met een vijfde gedevalueerd, waardoor de geïmporteerde grondstoffen duurder worden. De beperkte toegevoegde waarde en dalende benutting van de productiecapaciteit zorgen ervoor dat amper nog wordt geïnvesteerd. De werkloosheid schommelt rond de 10%. De economische groei zal de voorspelde 3% dit jaar niet halen.

De gewone bevolking wordt geconfronteerd met sterk stijgende prijzen. De toerismesector laat het afweten, onder meer de belabberde toestand van de Russische economie die zorgt voor minder toeristen uit dat land. De politieke instabiliteit en de aanslagen wegen eveneens door.

Veel mensen zetten hun spaargeld in euro of dollar om. De reserves van de centrale bank volstaan niet om de schulden af te betalen. Grote bedrijven kregen grote leningen zonder waarborgen, er dreigen slechte leningen uit de kast te vallen. Een verhoging van de rentevoeten in de VS zou de problemen in Turkije nog versterken.

Bij de parlementsverkiezingen begin juni verloor de conservatieve AKP haar absolute meerderheid. Naast de groeiende economische problemen, botsten ook de pogingen van Erdogan om een presidentieel systeem te vestigen op verzet. Ook zijn ultranationalistische retoriek leverde weinig op, kiezers van het extreemrechtse MHP verkozen het origineel boven de kopie. Erdorgan verklaarde dat er geen Koerdisch probleem meer is, waardoor de AKP ook onder Koerden verloor. De brede steun voor de linkse HDP duwde deze partij boven de bijzonder ondemocratische kiesdrempel van 10%. Het leidde tot een parlement waarin AKP niet langer over een meerderheid beschikt.

Op 1 november komen er vervroegde verkiezingen. Erdogan hoopt dat de staatsterreur tegen de Koerden de steun voor HDP kan terugdringen om links uit het parlement te krijgen en zelf opnieuw een meerderheid te behalen.

Rampzalig buitenlands beleid

De toenmalige regering-Erdogan was ervan overtuigd dat het Syrische regime van Assad snel zou vallen en koos onmiddellijk de kant van de gewapende oppositie. Elke oppositiekracht tegen Assad, waaronder het met al-Qaeda verbonden al-Nusra, kreeg steun. Erdogan dacht dat er een regime van de Moslimbroederschap aan de macht zou komen na Assad. De Syrische oppositie verbrokkelde en Islamitische Staat verscheen op het toneel.

Het sterkste verzet tegen IS kwam van de Koerden in onder meer Kobane. Turkije weigerde enige hulp te geven aan Kobane. Turkije stelde zich integendeel erg laks op tegen IS in de hoop dat deze organisatie de Koerden een nieuwe nederlaag zou toebrengen. Maar Kobane vocht terug en sprak steeds meer tot de verbeelding. Een Koerdisch gebied met aaneengesloten provincies aan de grens met Turkije, was voor de AKP een nachtmerriescenario.

Onder het mom van deelname aan de anti-IS coalitie werd een militaire campagne opgezet die vooral tegen de Koerden is gericht. De IS-militant die in Suruç een bom liet ontploffen waarbij tientallen jonge vredesactivisten omkwamen, werd niet opgepakt. Een vergeldingsactie door een commando van de PKK tegen twee politieagenten – volgens de PKK agenten met banden met IS – werd aangegrepen om het bestand met de Koerden op te zeggen.

De hypocrisie van de Turkse regering over de ‘strijd tegen terreur’ blijkt uit de cijfers. Op enkele dagen tijd werden drie doelwitten van IS bestookt met bommen, in dezelfde periode werden meer dan 180 bombardementen uitgevoerd tegen de PKK in het Kandil-gebergte. Het leger stelde na twee dagen dat meer dan 260 ‘PKK-terroristen’ waren uitgeschakeld. Onder IS-militanten viel nog geen enkele dode. Het Turkse regime kocht het stilzwijgen van de VS af door toelating te geven om Turkse luchtmachtbasissen te gebruiken voor aanvallen op IS.

Chaos die niemand wil

Turkije gebruikt de officiële steun aan de coalitie tegen IS om opnieuw de oorlog tegen de Koerden aan te gaan. Meer dan honderd Koerdische dorpen of steden vallen onder de ‘staat van beleg.’ Het betekent dat alle democratische vrijheden er opgeschort zijn, internetverbindingen en telefoons werken niet, de pers krijgt er geen toegang. Honderden Koerdische websites zijn afgesloten. Tegelijk wil Turkije een ‘neutrale zone’ in Syrië opzetten, vooral gericht tegen de Koerden.

De Koerdische doden worden niet geteld, de zowat 40 slachtoffers van de PKK worden elke dag op de Turkse televisie getoond. Het gaat vooral om militairen en nationale politie, maar de geïsoleerde aanslagen worden door het regime gebruikt om de repressie en oorlog te rechtvaardigen en om anti-Koerdische gevoelens op te zwepen. Het geweld en de chaos die niemand wil, moeten een eenmaking van een massale beweging in Koerdisch gebied en een groeiend ongenoegen onder de rest van de Turkse arbeidersklasse stoppen. Dat is waar Erdogan het meest van al bang van is.

Door een oorlog te starten, dreigt het geweld uit de hand te lopen. Wat indien er ook in de toeristische gebieden aanslagen plaatsvinden? Deze oorlog kan niet gewonnen worden door de Turkse staat en evenmin door de PKK. Het beste antwoord op de verdeel-en heerspolitiek is een programma dat de democratische rechten en nationale verlangens van elk volk verdedigt. Het betekent opkomen voor democratische controle over de rijkdom in de regio zodat alle werkenden en armen een degelijke levensstandaard bereiken. Zo’n socialistisch programma zou meteen de steun van wanhopige volkeren voor reactionaire en repressieve organisaties als IS ondermijnen.


 

Hoe verder in Rojava?

Op basis van een langer artikel door Serge Jordan

De luchtaanvallen van het Turkse regime tegen de Koerdische PKK, de poging om een bufferzone in Noord-Syrië op te zetten en de reactie van de PYD (Democratische Eenheidspartij, de zusterorganisatie van de PKK in Syrië) leidt tot belangrijke vragen over de revolutionaire strategie.

Sinds de zomer van 2012 heeft de PYD de controle verworven over grote delen van Noord-Syrië waar een Koerdische meerderheid leeft. Dat was mogelijk na het terugtrekken van de Syrische troepen uit die gebieden. Assad wilde zijn militaire macht concentreren om de opmars van Soennitische groepen elders in het land te stoppen.

De machtsovername door de PYD, een politieke kracht die zich baseert op de Koerdische massa’s, leidde tot een golf van enthousiasme onder de Koerdische bevolking, zowel in Syrië als elders. De gewapende eenheden van de PYD (YPG en YPJ) spraken tot de verbeelding wegens het moedige verzet tegen IS en wegens de strijdbare bataljons van vrouwelijke militanten. De pogingen om een alternatief bestuur uit te bouwen op basis van eenheid over religieuze en etnische grenzen heen,  midden in een sectaire oorlogszone, was inspirerend voor de linkerzijde doorheen de wereld.

Maar er duiken ook gevaren op. De houding van de PYD tegenover Assad is soms dubbelzinnig. alleszins heeft PYD totnogtoe elke confrontatie met het Syrische leger vermeden. In delen van Rojava bleven er Syrische overheidsdiensten bestaan. Met de Turkse aanvallen op Koerdische doelwitten in Turkije, maar ook in Syrië, dreigt het gevaar van een wanhopige toenadering tussen de PYD en het Syrische regime.

Terwijl het op zich natuurlijk niet verkeerd is om verdeeldheid tussen heersende machten uit te spelen om massastrijd te versterken, mag dit niet gepaard gaan met de minste illusies in de bedoelingen van die machten. Socialisten baseren zich op onafhankelijke mobilisatie van onderuit als belangrijkste factor in het bekomen van verandering.

Het is gevaarlijk om op kortzichtige wijze te balanceren tussen de verschillende kapitalistische machten die allen meermaals aantoonden dat de belangen van de Koerdische massa’s hen niet interesseren. Het bedreigt bovendien de opbouw van solidariteit over sectaire tegenstellingen heen. In een gebied als Rojava met tal van minderheden is dat een belangrijke zaak.

Enkel een strategie die vertrekt van een consequent programma gericht op eengemaakte actie van de arbeidersbeweging en voor democratische rechten voor alle volkeren in de regio, zonder enige hoop te stellen in gelijk welke imperialistische macht of regionale autoritaire heersers, maakt kans om een uitweg te vinden uit de huidige rampzalige situatie.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie