Turkse staatsterreur tegen Koerden – reactie van een lezer in Turkije

turkijeWe kregen een reactie van Dikili, onze correspondent in Turkije, die bericht over de nieuwe ontwikkeling met het eenzijdige einde van het bestand tussen de Turkse regering en de Koerden. Na de verkiezingen waarin de AKP van Erdogan zijn meerderheid verloor en de electorale doorbraak van de linkse HDP, met ook pro-Koerdische krachten, kondigde Erdogan aan dat Turkije het front tegen Islamitische Staat zou vervoegen. De militaire operaties onder de noemer van terreurbestrijding lijken echter vooral gericht op de Koerdische beweging PKK en niet zozeer tegen IS.


Sinds 1993 volg ik de ontwikkelingen in Turkije op de voet en wat ik nu zie gebeuren is de grootste terugval in de politieke ontwikkeling van het land. Wie vandaag de Turkse televisiezenders aanzet hoort nog één woord, dat bijna elke minuut terugkeert, ’terreur’. Eigenlijk was dat in de jaren negentig ook het geval, en ik zie een terugkeer naar de situatie van de jaren negentig, waar onder het mom van ’terreurbestrijding’ democratische vrijheden en rechten worden teruggedrongen.

In de jaren negentig was er volop strijd tussen de Koerdische PKK en de Turkse staat. De meeste Koerdische provincies kenden de staat van beleg (uitzonderingstoestand) waarbij een militaire gouverneur het alleenrecht had inzake beslissingen. In die tijd ontkende men zelfs dat er sowieso Koerden bestonden, het waren ‘Bergturken’. Zelfs het gebruik van de Koerdische taal in privé-conversaties was verboden. Het Koerdisch was immers geen taal, het was een dialect.

Ik bereisde, samen met mijn gezin, de toenmalige Koerdische provincies. Wat ik zag was schokkend. Bij controles (en er waren er overal) werden mensen uitgepikt en onderworpen aan mensonterende controles en willekeurige arrestaties. Soldaten of jandarma’s namen zonder iets te vragen groenten en fruit van passerende boeren. Wie durfde te protesteren kreeg het hard te verduren, heb gezien hoe men willekeurig watermeloenen doorprikte en doorsneed. Dat is maar een klein voorbeeld van het misbruik van militaire macht.

Maar er zijn andere voorbeelden. Een van mijn vrienden, iemand die werkte voor de mensenrechtenorganisaties in Mardin, Midiyat en Urfa, wou afscheid nemen van zijn vriend die in het leger moest. Dit gaat altijd gepaard met een ceremonie van afscheid nemen, dansen en zingen. Wel, twee mensen van de geheime dienst namen plots mijn vriend mee naar een terras. Daar stelden ze hem vragen, terwijl de ceremonie plaatsvond. Later vertelde hij dat het domme vragen waren, het was zogezegd een routinecontrole. De vragen gingen door tot de bus vertrok. Dan lachten ze mijn vriend uit en gingen opgewekt de straat op.

Och, ik kan vele verhalen vertellen over de tijd van toen. Ben er trouwens zelf bij betrokken geweest. Regelmatig werden ikzelf en mijn gezin gecontroleerd. ‘Wat kom je hier doen?’, ‘Waarom kom je naar hier?’ Buitenlanders kwamen toen bijna nooit in de Koerdische gebieden. Nochtans prachtige streken. Ik hoorde verhalen, van verkrachtingen, willekeurige arrestaties en folteringen, ‘verdwenen’ mensen. Wat ik zag was ‘staatsterrorisme’ want er bestaan inderdaad twee soorten van terrorisme, het individueel terrorisme en het staatsterrorisme. In Turkije werd slechts één vorm van terrorisme veroordeeld, dat van de PKK.

Het zal jullie misschien verwonderen, maar ben absoluut geen aanhanger, zelfs geen sympathisant van de PKK. Ik ben wel een voorstander van een oplossing van het Koerdische probleem en denk, tot op de dag van vandaag, dat de PKK daarin veel fouten heeft gemaakt.

Anderzijds was de realiteit, er was geen enkele democratische ruimte voor de Koerden. Ieder democratisch initiatief werd afgeblokt, leden van NGO’s gearresteerd, Koerdische partijen die werden opgericht werden om de haverklap verboden.

Het resultaat was de enorme sympathie voor de PKK omdat zij de enige organisatie was die men niet kon uitroeien. Ik zag kinderen, vijf, zes jaar oud. Ze maakten met hun vingers het vredesteken en riepen, ‘ik ga naar de bergen’, dat is zo goed als zeggen, ik ga bij de PKK. Ik vind dat niet leuk. Kinderen moeten het recht hebben zich te ontplooien, moeten het recht hebben kind te zijn. Ieder volk heeft recht op zelfbeschikking, ook het Koerdische volk. Dit heeft niks met nationalisme te maken, dit heeft te maken met democratie en vrijheid!

Bovendien waren (en zijn) de Koerdische provincies heel arme provincies. Er (was) is geen werk, geen toekomst. Ik zag overvolle steden, leeggelopen dorpen. Vele van die dorpen (je kon er trouwens niet heen) werden in het kader van de strijd tegen de PKK ‘leeggemaakt’. Dorpen die werden verdacht van sympathie met de PKK werden vernietigd. Volgens een rapport van Tesev (NGO), je kan het trouwens terugvinden op internet in het Engels, duizenden dorpen. Veestapels werden uitgeroeid, huizen opgeblazen en tijdens dit gebeuren moest het victorieuze Turkse leger natuurlijk in de marge nog wat verkrachten en vermoorden. In andere gevallen kwam het dorp in handen van de ‘kurucu’, opgezet naar Vietnamees model, lokale handlangers van het Turkse leger, die betaald werden om leger en jandarma te helpen. Op het hoogtepunt, ongeveer 100.000 leden, bewapend en ‘collaborerend met de Turkse staat. Tussen één en tweeënhalf miljoen Koerden werden zo verdreven uit hun agrarische Koerdische provincies, zij kwamen terecht in de grote Turkse steden.

Ik zag de foto’s, triomferende Turkse soldaten met afgehakte hoofden van PKK-strijders (die vind je trouwens terug op het internet). Maar ik zag ook privé-foto’s van een vroegere Koerdische parlementskandidate. Eén van haar broers was ‘verdwenen’, twee andere werden vermoord door het Turkse leger. Ze waren lid van de PKK. De lichamen, totaal verminkt. Eén van haar broers werd gearresteerd in een Koerdisch dorp, daarna vermoord, daarna bond men het naakte lijk aan een paard dat tien keer (ja je leest het goed) tien keer, rondom het dorp werd gejaagd! Toen kreeg de familie het lijk terug!

Dan vraag IK MIJ AF, als dat gebeurt met je familie, wat zou jij dan doen? Zou jij zeggen, ik doe niks, of zou jij zeggen, teveel is teveel? Ik ben een pacifist, ik zou nooit wapens opnemen, maar in dit geval, ik weet het niet, en zeg dat heel eerlijk.

Staatsterrorisme, maar Turkije is een bondgenoot, lid van de NATO, Westers bondgenoot. En over het staatsterrorisme werd nooit gepraat.

Ach, voor de zoveelste keer, ik verdedig de PKK niet, daarvoor hebben ze betere advocaten dan ikzelf. Ik verdedig wel het recht op zelfbeschikking! En de PKK deed stommiteiten, vele stommiteiten, maar maak dan een balans tussen ‘hun’ terrorisme en het Turkse ‘staatsterrorisme’.

Tussendoor, een verhaaltje, absoluut niet sensationeel, maar het zegt veel. Een van mijn vriendinnen, afkomstig uit Dersim (Tunceli in het Turks, waar eind dertiger jaren een genocide heeft plaatsgegrepen en dat zegt zelfs de Turkse president Erdogan), daar leven de Koerdisch Alevieten, tweemaal gediscrimineerd, enerzijds omdat zij Aleviet zijn (is de enige provincie met een overwegend Alevitische meerderheid) anderzijds omdat zij Koerden zijn en zaza spreken (hebben eigen Koerdische taal). Ze is leerkracht Turks (haar dorp is trouwens ‘leeggemaakt’) en kreeg een leeropdracht in een Koerdisch dorp nabij Van. Haar leerlingen (eerste leerjaar) kenden geen woord Turks, het eerste dat zij hen moest aanleren is ‘hoe fier ben ik erop dat ik mezelf Turk kan noemen’. Geen grapje, hoor. Iedere morgen moesten de leerlingen de groet aan de Turkse vlag brengen en in het Turks deze slogan citeren. Ik vroeg haar, ‘het moet toch wel moeilijk zijn voor jou als Koerdisch Alevi, enkel in het Turks les te geven met verbod op het gebruik van de Koerdische taal’. Haar antwoord schokte mij. Ze zei, ik ben een ‘geassimileerde’ Koerd, ik ken mijn taal niet meer. Mijn grootouders spreken het perfect, mijn ouders redelijk, ik ken slechts enkele woorden! Dus zelfs al had ik Koerdisch willen spreken, ik kon het niet!’

Staatsterrorisme. Dit is staatsterrorisme, het bestaat onder veel vormen, dit is er één van. Mensen die worden geassimileerd, die men hun roots ontneemt. En dat gebeurde doorheen de geschiedenis van Turkije.

Democratie, Turken kennen dat woord niet. Het is misschien het meest ge- en misbruikte woord, maar een echt parlementaire democratie heeft nooit bestaan. De meest liberale grondwet die Turkije ooit kende was na de staatsgreep van 1960. En de meest conservatieve grondwet is die welke de militairen instelden na hun putch van 1980.

De jaren negentig zijn vergeten. Hoewel de meest democratische hervormingen aan de militaire grondwet gebeurden tussen 1999 en 2001 (en ik daag iedereen uit op basis van de teksten dit te weerleggen, ook de AKP-sympatisanten en politieke professoren), na de door de CIA en MIT georganiseerde kidknapping van Ocalan, brak het tijdperk van de AKP aan.

Een conservatief liberale (vooral op economisch vlak) partij, die dankzij het ondemocratisch kiesstelsel met een nationale kiesdrempel van 10%, met één derde van de stemmen, bijna twee derden van de zetels behaalde.

Er verbeterden dingen, zeker in de beginperiode. Het folteren, tot dan toe een bijna normale praktijk, nam serieus af, willekeurige arrestaties verminderden, er waaide een ‘hervormingsgezinde wind’ doorheen Turkije. Onder het motto, wij willen deel uitmaken van EU, kon de AKP een aantal hervormingen doorvoeren (maar niet in die mate als tussen 1999 en 2001).

Het Westen juichte en jubelde. Een democratie was geboren, een democratie op Turks model. Maar de basis bleef hetzelfde, echte democratie was onbestaande, vakbondsrechten bleven onbestaande, oude rechtbanken werden vervangen door nieuwe, voorheen gecontroleerd door de militairen, toen gecontroleerd door de AKP, rechtbanken die volgestopt werden met Gülen-aanhangers, want zij beschikten over de know-how.

Na de arrestatie (of liever kidknapping) van Ocalan in 1999, daalde het geweld in de Koerdische gebieden. Verschillende keren riep de PKK een eenzijdig wapenbestand uit! Maar meestal had de regering daar geen oren naar. De noodtoestand werd echter opgeheven en de controles tot een minimum herleid. Maar overal waren nog de militaire posten, die werden zelfs uitgebreid. Je voelde de haat tussen de Koerdische bevolking en bijvoorbeeld de nationale politie of jandarma, de mensen voelden (en voelen) dit nog steeds aan als een bezettingsmacht.

Maar, iedereen wou vrede, de Koerden wilden dit, de regering wou dit. Een totaal verarmde regio, zonder investeringen, met weinig toekomstperspectief, het werd tijd voor vrede. Groot probleem waren de militairen die tot op dat moment een enorme controle hadden op het regeringsapparaat. Een vredesproces zou alleen kans van slagen hebben als de politieke macht (de militairen hebben trouwens ook een enorme economische macht via de Oyak holding, de vierde grootste holding van Turkije) van het leger aan banden werd gelegd.

De AKP slaagde erin de macht van de militairen te beteugelen (niet te breken, want het leger blijft nog altijd een cruciale factor in Turkije) en in 2009 kwam het vredesproces op gang.

Het was een Turkse (en Koerdische) lente. Voor het eerst las ik echte journalistiek over het Koerdische probleem. Journalisten die jarenlang aan zelfcensuur hadden gedaan, schreven open. Toen schreef ik reeds, ik hoop dat deze Turkse lente niet zal uitdraaien op een Koerdische winter. Ik ben geen profeet, heb trouwens geen religieuze aspiraties, maar mijn woorden werden (helaas) waarheid.

De AKP is wat men zegt een volkspartij, met vele elementen. Je had er vooruitstrevende Koerden, maar ook hardleerse Turkse nationalisten. Water en vuur kan je moeilijk met elkaar verzoenen en dan is zo een initiatief gedoemd om te mislukken. Trouwens, tot op de dag van vandaag heeft de AKP nog nooit haar programma uiteengezet over de oplossing van de Koerdische kwestie. De AKP-aanhang zal nu wel beweren, de reden ligt in de grootse manifestaties die de Koerden organiseerden naar aanleiding van de terugkeer van Koerden uit het vluchtelingenkamp Dohuk, nauw gelieerd met de PKK. Tactisch was dit misschien niet de meest slimme zet, maar de vreugde naar een oplossing, moet zich toch ergens uiten. Bovendien werd bij die terugkeer geen enkele vorm van geweld gebruikt, integendeel, het waren vreedzame manifestaties! Het proces werd dus stopgezet!

De AKP sloeg en zalfde. Het ene moment leek het alsof er terug vredesbesprekingen kwamen, het andere moment koos men weer (voor de nog nooit geslaagde) militaire oplossing.

Er heerst een idee fixe in de Turkse politiek. De Koerdische kwestie kan niet opgelost raken omdat er een kwestie is van ’terreur’. Eens er geen terreur meer is, is het Koerdisch probleem opgelost. Dat is een beetje de omgekeerde leefwereld. Omdat de Koerden nooit een democratische oplossing kregen, kon daaruit de PKK ontstaan. Een beweging met een niet te onderschatten aanhang, zowel in de Koerdische gebieden als in de massasteden.

De Koerden zijn wantrouwig geworden. Grote incidenten (zoals de Roboski moord op tientallen jonge smokkelaars, overigens kurucu, die verkeerdelijk werden aanzien voor PKK-militanten) die in de doofpot werden gestopt, massale arrestaties van jongeren en HDP-aanhangers (de AKP-aanhang zal dit wel steken op de Gülen beweging, wat slechts ten dele waar is), er is altijd wantrouwen geweest tussen de AKP en de ‘Koerdische beweging’. Overigens niet onterecht.

En dan kreeg je na 2011 ook een veranderende AKP. Tot 2009 kan je zeggen, was de AKP een hervormende partij, weliswaar ultra-liberaal, maar ook voorstander van meer democratische vrijheden. Sinds 2011 is de AKP steeds autoritairder en religieus conservatief geworden. De AKP werd steeds meer een instrument van de eerste minister, Erdogan, een religieuze conservatief en demagoog, tegelijk een stemmentrekker. De liberale vleugel in de AKP moest steeds meer inbinden voor een steeds autoritairder wordende Erdogan.

Natuurlijk leidde de conservatief religieuze politiek, de inmenging in het persoonlijk leven van mensen, tot een breuk, waarvan de Gezi-park protesten (juni-juli 2013) de belangrijkste uiting zijn.

Maar intussen was iets anders gebeurd. In 2012 veranderde de PKK van tactiek. Voor het eerst (was ook begin negentiger jaren het geval) viel de PKK (er was immers geen vredesproces meer) gebieden binnen en behield er de controle (ik denk aan Semdimli). Gedurende maanden was er een persstop, maar het leger slaagde er niet meer in de gebieden onder controle te krijgen! Bijna geen enkele journalist schrijft daarover, maar het was een keerpunt. De AKP-regering besefte toen dat een militaire oplossing onmogelijk was en dat opnieuw het vredesproces moest worden opgestart wat eind 2012 gebeurde!

Toen heeft de Koerdische beweging mijn inziens een catastrofale fout gemaakt. In plaats van aan te sluiten bij de Gezi-protesten, hield zij zich op de achtergrond (behoudens in Ankara en Istanboel). Terwijl gans het land in beweging was, was het rustig in de Koerdische gebieden. Nationale politie werd teruggetrokken uit de Koerdische gebieden om te gaan kloppen op Gezi-manifestanten.

Hadden de Koerden toen massaal aangesloten bij de Gezi-protesten, dan denk ik dat de symbiose van het Koerdisch en anti-autoritair verzet tot een nieuwe symbiose had kunnen leiden! Maar wie ben ik?

Maar er was een vredesproces, en dat wilden de Koerden niet opgeven.

Ik wens hier toch even te verwijzen naar de rol van Ocalan, de opgesloten leider van de Koerden. Hij is voor de Koerden een symbool, en symbolen bekritiseer je niet. Ocalan heeft de Gezi-protesten niet echt gesteund. Hij heeft, laat me toe, soms heel rare dingen geschreven, op bepaalde momenten steunde hij zelfs impliciet een presidentieel systeem. Het zou me te ver leiden om in details in te gaan, maar wie alle partijen kritisch bekijkt, stelt toch vast dat Ocalan ook zijn fouten maakt.

Maar zoals ik al zei, symbolen bekritiseer je niet. Raar, maar het is zo. Zoals vele Turks nationalisten de figuur van Atatürk onaantastbaar vinden, zo vinden vele Koerden de figuur van Ocalan onaantastbaar, net zoals vandaag vele aanhangers van de AKP de figuur van Erdogan onaantastbaar vinden. Eigenlijk getuigt dit van een politieke onrijpheid!

De onaantastbare leider van de AKP, Erdogan, had echter een hoofdrol van Turkije in het oog, gebaseerd op zijn milli-gorus ideologie, laat ons maar zeggen, de moslimbroederschap. Het leidde tot een vijandschap met bijna alle omliggende staten. De Syrie politiek van Turkije was (en is) immers een politiek van de chaos. Neem Assad weg en het land stort in elkaar. Ik weet dat Assad een dictator is, en steun geenszins zijn politiek. Maar nog minder steun ik de terroristische organisaties die momenteel in delen van Syrie kampen om de macht.

Turkije liet terroristische islamitische organisaties ongemoeid. Huda Par (het vroegere Hizbullah) juichte met zijn honderdduizend aanhangers in Diyarbakir de Turkse premier Davutoglu toe. Blijkbaar mag en kan dit!

Maar, de verkiezingen wezen anders uit. De AKP verloor de absolute macht en de president, die volgens de grondwet neutraal moet zijn, blies al voor de verkiezingen het vredesproces met de Koerden op.

Erdogan wil nieuwe verkiezingen. Plots gaat Turkije deel uitmaken van de anti-Islamitische Staat coalitie. Zij bombarderen verlaten gebieden van de IS, zij arresteren hoofdzakelijk Koerdische activisten, zij bombarderen de PKK en zelf een PYD dorp in Syrië.

Turkije is nu in oorlog. De chaos is uitgebroken. Zij is veroorzaakt door de politiek van de president! Zij zal Turkije in de dieperik sleuren. De president rekent er nu op dat hij zijn volledige presidentiële machten zal kunnen gebruiken in een oorlogssituatie. Een oorlogspresident dus! Daarna nieuwe verkiezingen.

Maar, het gevaar is niet denkbeeldig dat aanslagen zullen plaatsgrijpen over het ganse Turkse grondgebied, ook in de toeristische gebieden (een voorname bron van inkomsten in Turkije). De fascisten van de MHP en de president roepen op om verkozen parlementairen van de HDP hun mandaat te ontnemen. Wij gaan dus terug naar de negentiger jaren! Met aanslagen, illegale arrestaties, moorden en bommen. Triestig, omdat alles in het belang staat van één man, de omstreden president Erdogan.

Is dit artikel objectief? Neen, ik ben een oude syndicalist en linkse socialist. Maar alles wat ik schrijf kan ik ondersteunen met bewijzen. Ik ben voorstander van een links en democratisch Turkije met erkenning van alle volkeren en oplossing van de Koerdische kwestie. Democratie is echter meer dan etnische rechten, het zijn ook syndicale rechten, politieke rechten, afschaffing van de kiesdrempel, onafhankelijke rechtbanken, veroordeling van de corrupte politici. Maar zoals ik al zei, democratie is het meest ge- en misbruikte woord ter wereld. Laat ons hopen dat ik het totaal mis heb! Maar ik denk dat het totaal verkeerd aan het lopen is in dit land, ook mijn land!

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie