Een oorlog met zware gevolgen. Imperialisme leidt tot oorlog. Bevolking betaalt de prijs

De wapens zwijgen na 33 dagen van zware bombardementen in Libanon en raketaanvallen in het noorden van Israël. Zowel Israël als Hezbollah hebben zich uitgeroepen tot overwinnaars in het conflict. Deze oorlog zal echter diepe sporen nalaten in Libanon, Israël en de rest van het Midden-Oosten.

Thierry Pierret

De menselijke en materiële schade van deze oorlog is zeer groot voor Libanon. De Israëlische bombardementen hebben meer dan 1.800 mensen gedood en duizenden anderen verwond, waarvan een grote meerderheid burgers. Meer dan een miljoen mensen sloeg op de vlucht. Een vierde van de totale bevolking!

De materiële schade aan de infrastructuur in Libanon wordt geschat op meer dan 2,5 miljard dollar. Daarnaast moet men ook rekening houden met de economische schade, zoals het verlies van het toeristisch seizoen.

Rivaliteit tussen imperialisten

Bij het begin van de oorlog was de VN-Veiligheidsraad verdeeld tussen enerzijds de VS en Groot-Brittannië en anderzijds de andere leden van de raad. Blair en Bush wilden Israël zoveel mogelijk tijd geven om haar missie in Libanon uit te voeren. Die operatie werd door Condoleezza Rice cynisch omschreven als “het begin van de geboorte van het nieuwe Midden-Oosten”… Tegenover Bush en Blair stonden de andere landen, aangevoerd door Frankrijk dat een onmiddellijk staakt-het-vuren wenste.

De unanieme veroordeling van het bloedbad in Quana heeft er uiteindelijk voor gezorgd dat de VS en Groot-Brittanië hun standpunt hebben afgezwakt. Resolutie 1701 is een compromis dat een staak-het-vuren eiste vanaf 14 augustus zonder Israël te verplichten om het Libanees grondgebied te ontruimen en de lucht- en zeeblokkade op te heffen. De resolutie eist ook van Libanon dat het overgaat tot de ontwapening van Hezbollah.

Het Israëlische leger wordt vervangen door 15.000 buitenlandse militairen. Door de uiterst onstabiele situatie in de regio en eerdere mislukte “vredesmachten”, is er echter weinig enthousiasme voor deze troepenmacht. Frankrijk werd aangehaald als mogelijke voortrekker, maar deed reeds een stap achteruit.

De nederlaag van het Israëlische leger

Het Israëlisch leger bleek niet in staat te zijn om Hezbollah ten zuiden van de Litani-rivier te verdrijven, laat staan om het te vernietigen. De generale staf van het Israëlische leger dacht Hezbollah te kunnen verslaan vanuit de lucht.

Na drie weken van intensieve bombardementen bleef de militaire slagkracht van Hezbollah echter intact waardoor het leger gedwongen was om grondtroepen in te zetten. De Israëlische troepen botsten echter op zware tegenstand en verloren 101 soldaten in Libanon.

Men is er niet in geslaagd om de twee militairen die 12 juli werden ontvoerd te bevrijden. Wat erger is voor het Israëlisch leger, is dat men er niet is in geslaagd om het Israëlisch grondgebied te beschermen. Hezbollah was in staat om in totaal 4.000 raketten af te schieten op het noorden van Israël. Tot en met de laatste dag van het conflict bleven de raketten neerkomen. Daarbij kwamen 53 burgers en militairen om het leven. 330.000 Israëlis, of 4,5% van de bevolking sloeg op de vlucht. De raketten hebben zo’n 4.000 gebouwen vernield waardoor 16.000 huishoudens hun woning hebben verloren. Voor het leger is het vooral een klap dat de mythe van haar onoverwinnelijkheid een zware slag werd toegebracht. Het leger is er helemaal niet in geslaagd om het prestige dat ze verloor na de ontvoering van een aantal soldaten te herstellen, integendeel.

De nationale consensus ligt aan diggelen

De Israëlische bevolking schaarde zich in eerste instantie achter haar politieke en militaire leiders, maar stelt zich nu vragen over de manier waarop deze oorlog werd gevoerd. Volgens een opiniepeiling zouden slechts 20% van de Israëli’s denken dat Israël haar doelstellingen heeft gehaald. De manier waarop de bescherming van de burgerbevolking werd georganiseerd, wordt ook bekritiseerd. De brandweermannen die werden ingezet om de branden te blussen, die ontstonden na de inslagen van de raketten, werden al een tijdje niet meer betaald door de lokale besturen die geplaagd worden door corruptie. In het noorden werden de armen en de inwoners van Arabische dorpen aan hun lot overgelaten. Een aantal lokale besturen dreigden er mee hun personeel te ontslaan als ze weigerden om door te werken tijdens de raketaanvallen.

Recent kwam aan het licht dat de chef van de generale staf, Dan Halutz, voor meer dan 21.000$ aan aandelen heeft verkocht na de ontvoering van de twee militairen en vlak voor de Israëlische aanvallen. Daarmee anticipeerde hij op de verwachte daling van beurs in Tel Aviv tijdens het conflict. Op het moment dat hij zijn land in oorlog stortte, dacht hij toch eerst nog snel aan de waarde van zijn aandelenpakket.

De Israëlis ontdekken zo dat hun militaire leiding even corrupt is als hun politieke. De populariteit van Olmert en Peretz zijn in vrije val ten voordele van de leider van rechts, Benjamin Netanyahou, die zijn populariteit zag stijgen tot 58% op de dag na de oorlog.

In de Arabische landen heeft de bevolking Libanon gesteund. De regimes in die landen werden aangepakt omwille van hun slappe reactie ten aanzien van de Israëlische agressie. De Arabische regimes hebben alle moeite van de wereld om de woede van hun bevolking onder controle te krijgen. Steeds meer mensen in die landen durven openlijk hun autoritaire regimes aan te vallen. In Irak hebben honderdduizenden sjiieten de Amerikaanse bezetting getrotseerd om hun solidariteit te betuigen met Hezbollah.

In Libanon vertoonde de nationale eenheid rond Hezbollah tijdens de oorlog reeds enkele barstjes. Nu zal er meer druk komen op Hezbollah om zich te ontwapenen, met een mogelijkheid dat geprobeerd wordt om de Hezbollah-milities te integreren in het Libanese leger. Dat zou niet zomaar aanvaard worden door Israël, maar het zou ook de evenwichten in het Libanese leger kunnen verstoren. Het kan de aanleiding vormen voor nieuwe spanningen tussen de verschillende gemeenschappen in Libanon.

Vandaag kan al worden voorzien dat de enorme wederopbouw van het land de sociale ongelijkheid zal vergroten, net zoals dit na de burgeroorlog het geval was. Een minderheid van Arabische en Libanese ondernemers en bouwpromotoren zullen zich in een recordtempo verrijken door de enorme vraag naar aannemers en de input van kapitaal. De vitale infrastructuur van het land zal wellicht snel worden hersteld , terwijl de arme buurten aan hun lot zullen worden overgelaten. Hezbollah heeft de belofte gedaan om mee te helpen aan de wederopbouw, maar de schade is zo groot dat het geld uit o.a. Iran wellicht niet zal volstaan om aan alle noden te voldoen.

De Israëlische aanvallen op Libanon hebben de situatie in de regio verder verslechterd voor de overgrote meerderheid van de bevolking. Imperialisme en kapitalisme leiden tot oorlog en miserie voor de arbeiders en arme boeren.

Voor een socialistische oppositie tegen oorlog en uitbuiting

We verdedigen het recht van de Libanezen om zich te verdedigen tegen de Israëlische agressie, zelfs indien dat gebeurt onder het vaandel van een organisatie als Hezbollah die wij absoluut niet steunen.

Hezbollah is niet in staat om op lange termijn de communautaire breuklijnen te overstijgen omdat het zich baseert op één gemeenschap. Het politiek en sociaal model waar het zich aan spiegelt, is dat van het reactionair regime in Iran dat de revolutie in 1979 in haar voordeel heeft afgeleid. De kapitalistische uitbuiting, onderdrukking van vrouwen, jongeren en minderheden en de verdrukking van de democratische rechten maken onderdeel uit van het Iraanse regime.

Wij hebben sinds het begin van de aanvallen in Libanon gepleit voor verdedigingscomité’s die de communautaire breuklijnen overstijgen. Deze verkozen comités zouden niet alleen de controle kunnen nemen over de verdediging van het land, maar zouden ook de discussie hebben kunnen openen over de manier waarop het land wordt geleid. Ze zouden bijvoorbeeld kunnen eisen dat de wederopbouw van het land gebeurt onder controle van de bevolking en moet worden betaald door diegenen die zich hebben verrijkt tijdens de heropbouw van het land na de burgeroorlog.

Om dit te realiseren, is het noodzakelijk om de sleutelsectoren van de economie te nationaliseren en onder democratische controle van de bevolking te plaatsen zodat de rijkdom van het land ten dienste kan staan voor de bevolking. Alleen een socialistische confederatie van het Midden-Oosten kan een einde maken aan oorlog, ellende en onderdrukking.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie