Overlijdensbericht: Ted Grant (1913-2006). Pionier van Militant gestorven

Overlijdensbericht: Ted Grant (1913-2006)

Ted Grant, één van de stichters van Militant, voorloper van de Socialist Party, is op 93 jarige leeftijd gestorven in London. Grant, afkomstig uit Zuid-Afrika, was één van de belangrijkste figuren van de marxistische, trotskistische beweging van de laatste 60 jaar. Hij deed een aantal belangrijke bijdragen in theoretische en politieke discussies zoals zijn analyse van het ‘proletarisch bonapartisme’, de ontwikkeling van gedeformeerde arbeidersstaten in Oost Europa en China in de naoorlogse periode.

Peter Taaffe

Oorspronkelijk leunde hij aan bij de analyse dat Rusland en Oost-Europa ‘staatskapitalistisch’ waren, maar hij stapte daar al snel van af. Ironisch genoeg pikte Tony Cliff, de inmiddels overleden en belangrijkste theoretisch leider van wat nu de Socialist Workers’ Party (SWP) is, deze ideeën op. Het antwoord van Ted Grant in zijn brochure ‘The Marxist Theory of the State’, is tot op vandaag een goed antwoord op de theorie van het staatskapitalisme en de evolutie van stalinistische staten na de 2de wereldoorlog. Hetzelfde kan worden gezegd van zijn analyse van de Chinese Revolutie en een aantal andere zaken.

Zelfs op dit moment was Ted Grant uiteraard niet politiek onfeilbaar, zoals een aantal van zijn latere medestanders suggereren. Hij maakte de correcte beslissing om zich eind de jaren ‘40 niet aan te sluiten bij de Labour Party om uiteindelijk toch te capituleren voor diegenen binnen de trotskistische beweging die zich aansloten bij de Labour Party na de desintegratie van Revolutionary Communist Party in 1949. Hij verantwoordde dit met de stelling dat het er uiteindelijk niet toe deed, gezien het isolement van de marxisten op dat moment, of marxisten nu lid waren van de Labour Party of niet. Op dat moment zou een onafhankelijke koers effectiever geweest zijn met werk geconcentreerd in de vakbonden.

Desondanks bleef Ted Grant de fundamenten van het trotskisme verdedigen tegen gauchisme en opportunisme. Dit stelde een nieuwe generatie, met o.a. Keith Dickinson, Ted Mooney, and Terry Harrison, in staat om de trotskistische beweging te vervoegen, later gevolgd door Tony Mulhearn en mezelf in Liverpool. Dit was de belangrijkste kern, samen met Londen en geïsoleerde elementen in o.a. South Wales and Nottingham, van wat later Militant is geworden.

De oprichting van Militant

In zijn overlijdensbericht van Ted Grant, beweert Alan Woods: “In 1964 beslisten we om een nieuw blad te maken met als naam Militant. We hielden onze eerste bijeenkomst in een café in Brighton". Dit is een historische fout, wat helaas kenmerkend is voor zijn kleine organisatie wanneer het gaat over de geschiedenis van het trotskisme in Groot-Brittannië. Alan Woods was niet actief in de nationale werking van de Labour Party Young Socialists tot na 1964. Militant was opgericht in 1964 maar zeker niet in een "in een café in Brighton", waar Alan Woods op dat moment toevallig studeerde. De stichting van Militant was het product van discussies die hoofdzakelijk in Liverpool en Londen plaatsvonden.

Deze poging om de geschiedenis te herschrijven doet de nalatenschap van Ted Grant en de bijdragen die hij heeft gedaan geen eer aan. Het is een poging van Alan Woods om zijn historisch belang te vergroten. Ik werd verkozen als eerste redacteur van Militant in 1964, en was de enige voltijdse kracht, met Keith Dickinson als enorme steun als halftijdse onbetaalde kracht voor het blad vanaf 1965. Hiermee begon een lange samenwerking met Ted Grant, die niet altijd eenvoudig was, maar die 25 jaar lang duurde.

De sterkte van Ted Grant was zijn verdediging van het marxisme toegepast op concrete gebeurtenissen. Zijn zwakte, die duidelijk waren van bij aanvang van onze samenwerking, was zijn dogmatische benadering en zijn onvermogen om de talenten van anderen te erkennen en te ontwikkelen, zeker die van nieuwe generaties die zich aansloten bij Militant. Dit werd getolereerd door de andere leiders van Militant omdat er globaal geen politieke meningsverschillen waren, hoewel er regelmatig botsingen waren over sommige onderwerpen, meer bepaald de benadering en de nuances.

Ted Grant leverde een belangrijke bijdrage in de ontwikkeling van Militant in de jaren 60 en 70 tot een belangrijke kracht in de Britse arbeidersbeweging. Hij maakte echter fouten in de snelle evoluties die kenmerkend waren voor de jaren 80. Bijvoorbeeld zijn gebrek aan tactisch doorzicht en flair was een bron van conflict met een aantal leiders van de organisatie in Liverpool tijdens de turbulente periode 1983-87. Hoewel Ted Grant in deze periode werd gerespecteerd door sympathisanten en leidinggevende figuren van Militanten, was het al een tijd duidelijk dat zijn beste dagen, zeker als publiek figuur, achter de rug lagen.

Dit was niet de eerste keer in de geschiedenis van de Marxistische beweging dat iemand een belangrijke en leidinggevende rol kan spelen in één periode maar tekort schoot op een moment dat de situatie veranderde. Het tragisch voorbeeld van Plekhanov, de ‘vader van het Russisch Marxisme’, springt in het oog. Hij was cruciaal in de periode dat het er op aan kwam om de fundamenten van het marxisme te leggen in Rusland en te verdedigen tegen gauchistische en opportunistische stromingen. Plekhanov bleef echter compleet hulpeloos in het licht van grote veranderingen wanneer het ritme van de klassenstrijd en geschiedenis veranderde.

Nieuwe tijden, nieuwe tests.

Toen Militant uitgroeide tot één van de grootste en effectiefste trotskistische organisaties in Groot-Brittannië en het grootste deel van Europa, was het noodzakelijk om onze ideeën in een populaire en toegankelijke vorm naar buiten te brengen zonder die te verwateren of te verbergen waarvoor we stonden. Andere jongere sprekers en leiders van Militant waren meer betrokken en vermogend om die taak te doen dan Ted Grant. Op geen enkele manier deed dit afbreuk aan zijn bijdrage in het verleden noch de rol aan die hij op dat moment nog steeds kon spelen in de ontwikkeling van Militant en marxistische ideeën.

Ted Grant erkende zijn beperkingen echter niet wat zorgde voor steeds meer botsingen in de rangen van Militant eind jaren 80. Dit ging gepaard met foute analyses van belangrijke gebeurtenissen in die periode. Een van die gevallen was de beurscrash van oktober 1987 in Wall Street. Ted Grant was van mening dat dit de voorbode was van een lange recessie zoals in 1929. Deze visie werd bestreden door mezelf, Lynn Walsh, en de meerderheid van wat later de Socialist Party is geworden.

Vergelijkbare meningsverschillen waren er over andere onderwerpen, zoals de perspectieven voor Zuid-Afrika, en voor het stalinisme, op het moment dat er indicaties waren dat de Sovjetunie niet alleen uit elkaar aan het vallen was, maar dat een kapitalistische restauratie kon plaatsvinden in Rusland en Oost-Europa, wat nog nergens eerder was gebeurd. Ted Grant en Alan Woods, door hun onvermogen om de veranderde situatie in te schatten gaven kritische steun aan de leiders van de coup in de Sovjetunie in 1991. Ze rechtvaardigden hun positie op basis van een hypothetisch idee dat Trotski naar voor had geschoven om eventueel kritische steun te geven aan een deel van de bureaucratie. In 1991 was de bureaucratie zodanig gedegenereerd dat er geen deel was die de geplande economie verdedigde. Ironisch genoeg zoals we eerder hebben gezien was één van Ted Grants grootste historische verdiensten zijn analyse van de na-oorlogse situatie en de ontwikkeling van de stalinistische staten in Oost-Europa onder druk van het Russisch stalinisme. Hij was echter niet in staat om de veranderde realiteit in deze landen in te schatten in het begin van de jaren 90. Samen met Alan Woods duurde het tot eind jaren 90 vooraleer hij tot de conclusie kwam dat het kapitalisme inderdaad was teruggekeerd in Rusland.

Dit was de achtergrond waarin de splitsing plaatsvond van de Ted Grant/Alan Woods groep van de rangen van Militant in 1992. Hij slaagde er niet in om steun te vinden voor zijn ideeën. Hij haalde slechts 7% van de stemmen op een nationaal congres van Militant. De directe aanleiding voor de splitsing zou de oprichting zijn van een open organisatie in Schotland wat door de Ted Grant/Alan Woods groep werd afgekeurd als een “verlaten van meer dan 40 jaar van werk”.

De strategie om binnen de Labour Party te werken was helaas zo vastgeroest in de gedachten van Grant en Woods dat het een permanente strategie was geworden, onafhankelijk van de ontwikkeling binnen de Labour Party. Ongelooflijk, stellen ze nog steeds dat socialisten en marxisten binnen de Labour Party en de sociaal-democratie moeten werken omdat het nog steeds arbeiderspartijen zouden zijn aan de basis!

Na de splitsing in 1992, bevonden hun groepen in Groot-Brittannië en elders zich in de marge van de arbeidersbeweging. Ze zijn geen factor in de meeste van de essentiële vraagstukken waarmee de vakbonden en de arbeidersbeweging worden geconfronteerd. Alan Woods is een ‘welwillend adviseur’ geworden van Hugo Chávez en is afgestapt van het perspectief van een arbeidersdemocratie in Cuba. Hij gelooft dat Fidel Castro ‘kritisch’ het werk doet van het marxisme en trotskisme in Cuba omwille van de laatste aanvallen van Castro op corruptie en zijn intentie om jongeren te betrekken in die strijd. Wij erkennen de enorme verworvenheden van de Cubaanse revolutie, maar stellen dat het van cruciaal belang is om arbeidersdemocratie te vestigen om die verworvenheden te behouden en om stappen vooruit te zetten met revolutionaire bewegingen in heel het Latijns-Amerikaanse continent.

In het gedenken van de dood van Ted Grant moeten nieuwe generaties van socialisten de belangrijke bijdragen die Grant heeft gemaakt, in één van de moeilijkste periodes in de geschiedenis van de marxistische beweging erkennen. Tegelijkertijd moeten we leren van de fouten die hij heeft gemaakt en ze voorkomen als we een beweging willen bouwen om een democratische socialistische samenleving te stichten in Groot-Brittannië en in de rest van de wereld.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie