De eerste maanden van Syriza in de Griekse regering

Werkende klasse en sociale bewegingen moeten strijd voor hun rechten voeren!

syrizagovernmentOp woensdag 11 februari en zondag 15 februari werden het Syntagmaplein in Athene en de centrale pleinen in een 40-tal andere Griekse steden overspoeld door honderdduizenden betogers. De mobilisaties moesten een boodschap van verzet brengen tegenover de dreigementen van de EU, het IMF en de Duitse heersende klasse.

Analyse door Andros Payiatsos, Xekinima (Griekenland)

Op vrijdag 20 februari waren er nog 500 betogers op Syntagma in Athene en 150 in Thessaloniki. Een aantal commentatoren weten deze achteruitgang van het aantal betogers aan het feit dat maandag 23 februari een vakantiedag was en de werkenden een lang weekend namen. Een dergelijke interpretatie is een belediging van onze intelligentie. We hebben het niet over een beperkte afname van het aantal betogers, we spreken over een complete mislukking van de nieuwe betogingen. En dat kan enkel politiek verklaard worden: de werkenden waren niet bereid om opnieuw te betogen. Wat uiteraard niet wil zeggen dat er in de toekomst geen geslaagde massamobilisaties meer zullen zijn, maar dat hangt af van de weg die de regering van Syriza opgaat.

Syriza blijft de steun van de overgrote meerderheid van de Griekse bevolking genieten. En Syriza weerspiegelt de hoop op een betere toekomst na het rampzalige bewind van Nieuwe Democratie en PASOK. Het verschil tussen vrijdag 20 februari en zondag 15 februari moet gezocht worden bij het feit dat het enthousiasme dat in de eerste 20 dagen van de nieuwe regering heerste een zware klap heeft gekregen.

Wat veranderde er?

Twee factoren speelden een belangrijke rol in de psychologie van de massabeweging, de ‘activisten’ en de samenleving waardoor er op maandag 16 en dinsdag 17 februari een verandering plaatsvond.

Een eerste factor was het harde verzet van Wolfgang Schäuble, de Duitse minister van Financiën, en zijn vele medestanders in de EU en de verduidelijking dat Syriza bezig was met een proces van toegevingen en compromissen. De tweede factor was de verkiezing van de rechtse Pavlopoulos als nieuwe president van Griekenland.

De belangrijkste en doorslaggevende factor is natuurlijk het eerste. Maar het is ook nuttig om het tweede element kort te bekijken. Het voorstel en de verkiezing van Pavlopoulos heeft de mensen niet dichter bij Syriza gebracht zoals de leiding had gehoopt. De confrontatie met Schäuble en co zorgde daar wel voor. De verkiezing van Pavlopoulos zorgde voor verwarring onder de mensen die het niet begrepen en bij de linkerzijde was er ontgoocheling omdat het erop wees dat de regering een tendens van toegevingen vertoonde.

Harde landing

De confrontatie met Schäuble en zijn kliek die de EU leidt, zorgde voor een harde landing van de leiding van Syriza dat de onderhandelingen met de trojka nog erg ‘ontspannen’ en zelfs wat ‘speels’ was begonnen. Zoals we echter voorspelden zouden de pogingen van de regering van Syriza om het beleid van de trojka in Griekenland bij te sturen niet leiden tot ‘vriendschappelijke onderhandelingen’ maar tot een ‘oorlog’.

Zo schreven we enkele dagen voor de verkiezingen nog op xekinima.org (23 januari):

“De leiding van Syriza denkt niet dat het volledige systeem verkeerd is, maar dat de EU en de trojka het verkeerde beleid voeren waarbij Syriza hen er op basis van druk toe kan dwingen om van koers te veranderen zodat de EU en de trojka een sociaal gevoelig beleid zouden voeren. Wij delen dit ‘optimisme’ niet. We denken dat de trojka samen met de Griekse heersende klasse en de ‘markten’ enorme druk zal zetten op Syriza om afstand te doen van de beloften van voor de verkiezingen en om het beleid van voorheen verder te zetten.

“Als de regering onder leiding van Syriza wil ingaan tegen deze druk en een beleid wil voeren waarin met de besparingen wordt gebroken, waarbij Griekenland het ‘slechte’ voorbeeld voor de rest van Europa zou worden (Spanje, Portugal, Ierland, Italië, Cyprus, …), dan zal niet geaarzeld worden om een volledige ‘oorlog’ tegen Syriza te voeren en het mes op de keel te zetten met de keuze tussen ofwel toegeven aan de eisen van de trojka ofwel buiten gegooid te worden.

“’Oorlog’ betekent economische sabotage, zoals de weigering om de tekorten van de Griekse staat te financieren, de weigering van de ECB om liquiditeiten te voorzien (waardoor het afhalen van geld drastisch zou beperkt worden), een kapitaalvlucht uit het land door de grote bedrijven, een stopzetting van investeringen door het grootkapitaal, afdankingen en de economie verder in een diepere crisis duwen.”

Het compromis van 20 februari

Dit is exact wat er gebeurde. De EU stelde een ultimatum aan de regering van Syriza waarbij werd aangekondigd dat er vanaf 24 februari geen liquiditeiten meer aan de banken zouden geleverd worden. Het was een eerste stap in de richting van een gedwongen exit uit de euro. We kregen dus geen ‘onderhandelingen’ maar wel degelijk een ‘oorlog.’ De leiding van Syriza moet daar conclusies uit trekken, ook voor de toekomst.

Schäuble en de rest van de kliek die in Europa regeren waren bereid om enkele erg beperkte toegevingen aan Syriza te doen, maar wel op voorwaarde dat Syriza het gros van hun eisen inwilligde. De regering van Syriza gaf toe en het kwam tot het compromis van 20 februari.

Daarmee werd overeengekomen dat de Griekse regering elke euro staatsschuld zal terugbetalen. De positie van het “kwijtschelden van het grootste deel van de schulden” is dus verlaten.

De trojka wordt “afgeschaft”, maar diegenen die deze trojka vormden (EU, ECB en IMF) blijven bestaan, discussiëren en controleren wat er in Griekenland gebeurt. Van nu af aan zullen ze echter onder een andere naam bekend staan, namelijk “de instellingen”.

Het akkoord over de leningen (in essentie het memorandum, ook al wordt die naam niet meer gebruikt) wordt niet stop gezet, maar met vier maanden verlengd. In deze vier maanden zal het volgende “programma” van de regering opgemaakt worden en mogelijk ook goedgekeurd.

De ‘instellingen’ zullen de gedetailleerde toepassing van het programma strikt opvolgen, net zoals de trojka dit deed met de memoranda.

De Griekse regering stemde ermee in om geen eenzijdige acties te ondernemen. Volgens de ‘instellingen’ zijn eenzijdige acties deze die niet werden besproken en overeengekomen. De regering van Syriza kan met andere woorden geen enkele stap zetten zonder toestemming van de ‘instellingen’ – het is niet toegelaten om stappen te zetten in de richting van maatregelen die tegen de besparingen ingaan.

Wat heeft Syriza bekomen?

De belangrijkste stap vooruit voor Syriza in dit akkoord is het feit dat de ‘instellingen’ ermee instemden om ‘flexibel’ te zijn inzake het primair begrotingsoverschot. De regering van Syriza vroeg om dit primair begrotingsoverschot de komende jaren van gemiddeld 4% terug te brengen naar 1,5% in de periode van 2015 tot 2020.

Dit zou de regering enkele miljarden per jaar uitsparen, waardoor maatregelen voor de armsten kunnen genomen worden. De regering hoopt op ongeveer 6 miljard euro per jaar hierdoor. Als er rond deze kwestie een compromis komt tussen de Griekse regering en de ‘instellingen’ (wat mogelijk is), dan kan de Griekse regering ongeveer 2,3 tot 4 miljard per jaar ‘winnen’. Dat geld zou gebruikt worden voor het verzachten van de humanitaire crisis en het zou wat hulp bieden aan diegenen die het hardste geraakt waren door de recessie. De verzachting van de humanitaire crisis zou volgens het verkiezingsprogramma van Syriza ongeveer 2 miljard euro kosten.

Wat daarna?

Het verzachten van de humanitaire crisis is zeker geen onbelangrijke kwestie. Maar het laat de regering niet toe om erg ver te gaan.

Het verkiezingsprogramma van Syriza zou indien het volledig doorgevoerd wordt een belangrijke stap vooruit betekenen voor de werkende bevolking en de lagen die het hardste geraakt zijn door de crisis. Sommigen zouden betere pensioenen krijgen, het minimumloon zou stijgen tot het niveau van voor de crisis, … Dit minimumprogramma zou volgens de berekeningen van Syriza zelf 12 miljard euro kosten.

Twee vragen dringen zich op. Waar zal de regering het geld vinden om de rest van de maatregelen van het verkiezingsprogramma – het programma van Thessaloniki – te realiseren? (op voorwaarde natuurlijk dat de ‘instellingen’ toelaten dat middelen worden aangewend om de humanitaire crisis aan te pakken). En welke garantie is er dat de instellingen een sociaal beleid zullen toelaten?

Een aantal van de beloften waarvan Syriza meteen na de verkiezingen stelde dat ze zouden doorgevoerd worden, zijn de volgende:

  • Herstellen van de arbeidsverhoudingen (met het recht op collectief overleg en akkoorden) naar wat voor de crisis bestond;
  • Heropname van het personeel uit de publieke sector dat “onwettig “ werd afgedankt (naar schatting gaat het om 4.000 tot 10.000 mensen);
  • Afschaffing van de zogenaamde ‘evaluatie’ die door de trojka werd opgelegd om ongeveer 15% van het personeel in de publieke sector af te danken op basis van negatieve evaluaties;
  • Herstel van het minimumloon op 751 euro bruto (ongeveer 670 euro netto) per maand;
  • Eindejaarspremie voor lage pensioenen (van minder dan 700 euro bruto);
  • Afschaffing van de eigendomstaks, stopzetting van de uithuiszetting en bescherming van het eerste huis voor wie een laag inkomen heeft, verhoging van het niet-belastbare inkomen tot 12.000 euro bruto per jaar;
  • Stopzetting van de privatiseringen.

Dit zijn slechts enkele van de meeste belangrijke maatregelen uit het programma van Thessaloniki van voor de verkiezingen.

Confrontatie met trojka is nodig

De kost van het programma van Thessaloniki werd dus door Syriza op ongeveer 12 miljard euro geschat. Waar zal Syriza de rest van de 8 tot 10 miljard vinden (indien de instellingen natuurlijk al bereid zijn om de eerste 2 tot 3 miljard voor de humanitaire crisis willen toelaten)?

Syriza stelt dat het wil ingaan tegen corruptie, belastingontduiking en dat het de rijken wil belasten om de rest van het programma te financieren. Zal dat ook lukken?

Wie meteen zegt dat dit wel het geval zal zijn, beseft niet dat deze opstelling betekent dat regelrecht wordt ingegaan tegen het grote kapitaal en de rijken waarbij een groot deel van hun rijkdom wordt afgenomen en overgedragen aan de werkenden en de gewone bevolking.

Wat zullen het kapitaal en de rijken dan doen? Denkt er iemand dat ze gewoon zullen zitten toekijken terwijl hun rijkdom wordt aangepakt? Is het niet logischer dat ze dan gewoon hun rijkdom, kapitaal en investeringen naar andere oorden overbrengen, naar nieuwe ‘winstparadijzen’, en dat ze hiermee de Griekse economie verder saboteren?

Een tweede punt is misschien nog belangrijker. Voor de EU zijn de genoemde maatregelen als een rode lap die voor een stier wordt gehouden. Dit komt niet alleen door de onmiddellijke financiële belangen, maar ook omwille van politieke redenen.

De EU vertegenwoordigt de belangen van het Europese kapitaal dat gebruik wil maken van goedkope arbeidskrachten in Griekenland, de enorme rijkdommen van het land voor een appel en een ei wil opkopen (natuurlijke rijkdom, grond, publieke bedrijven, …) waarbij de werkenden uiteindelijk aan ‘Chinese voorwaarden’ werken.

Waarom zouden de EU en de ‘instellingen’ toelaten dat er opnieuw collectief overleg is, het minimumloon stijgt, de privatiseringen stoppen en de rijken belast worden, de plundering van de natuurlijke rijkdommen wordt gestopt, … als het dit ook allemaal kan tegenhouden met een eenvoudige ‘nein’ van Schäuble aangezien het akkoord dat door de regering van Syriza werd ondertekend deze macht effectief geeft aan Schäuble, de Duitse heersende klasse en de EU?

De toegevingen van Syriza zijn zo groot dat ze het programma van Thessaloniki ondermijnen. Het programma waarvan Syriza benadrukte dat er niet over onderhandeld kon worden en dat gemakkelijk zou gefinancierd kunnen worden los van gelijk welk “akkoord” met de crediteurs (een standpunt dat wij overigens van bij het begin betwist hebben).

De economie terug op een groeipad zetten

Het is goed mogelijk dat de instellingen Syriza zullen toelaten om een aantal maatregelen te financieren om de armoede en de ergste ellende als gevolg van het besparingsbeleid wat aan te pakken. Dat kan door in te stemmen met een beperkter primair begrotingsoverschot.

Dit zal echter het probleem van ‘onderontwikkeling’ en van de economische crisis niet oplossen. Het volstaat niet en het kan de economie niet terug op een groeipad brengen. Zonder groei, zullen de problemen van werkloosheid, veralgemeende armoede en het verdwijnen van sociale bescherming niet opgelost raken.

De leiding van Syriza moet het resultaat van het akkoord met de EU, ECB en IMF dan ook niet “vieren”. Syriza maakte zelf grote toegevingen en ondertekende een document dat de instellingen toelaat om over alles te beslissen wat de regering wil doen.

Het klopt dat de leiding van Syriza wel enige ruimte heeft bekomen om de positie van de hardst getroffen lagen wat te verbeteren. Dit geeft hoop aan de armsten, de werklozen, de armste gepensioneerden en de werkenden met lage lonen. Zo wordt een zekere ademruimte bekomen voor de regering. Maar het zal niet lang duren.

Op een bepaald ogenblik, eerder vroeger dan later, zal de regering de centrale uitdaging moeten aangaan, met name de economie terug op een groeipad brengen om oplossingen te kunnen bieden op de enorme sociale problemen die zich opstapelen. Het beleid dat hiervoor nodig is, wordt breed bediscussieerd onder de linkerzijde en zelfs onder brede lagen van de bevolking. Het gaat onder meer om de nationalisatie van de banken, arbeiderscontrole en –beheer, de nationalisatie van de sleutelsectoren van de economie, het opzetten van democratisch verkozen organen om de belangen van de meerderheid te dienen, … Dergelijke socialistische maatregelen zijn absoluut noodzakelijk en de enige manier om Griekenland uit de rampzalige crisis te halen. Een dergelijk beleid kan enkel doorgevoerd worden als het gepaard gaat met een internationalistische opstelling die beroep doet op solidariteit van de werkenden uit de rest van Europa zodat we doorheen het continent samen werken aan een gemeenschappelijk doel, met name de opbouw van een ‘alternatief Europa’, wat enkel een socialistisch Europa kan zijn.

Deze maatregelen betekenen een frontale botsing met het nationale en buitenlandse kapitaal en ook met de instellingen. Het betekent uit de eurozone gezet worden, waardoor er nood zal zijn aan controle op kapitaalbewegingen en een publieke controle op de buitenlandse handel om de economie te beschermen tegen aanvallen van de ‘markten’.

De bewegingen

Dat is het soort strijd dat nodig is opdat de Griekse samenleving het licht aan het einde van de tunnel kan zien.

De leiding van Syriza beweert dat deze confrontatie niet nodig is en dat er onderhandelingen mogelijk zijn waar beide partijen mee winnen. Het recente ‘compromis’ van de regering toont aan dat dit niet mogelijk is.

Er is tijd om van koers te veranderen. De komende weken en maanden zal de regering onder leiding van Syriza nog steeds op de massale steun van de Griekse bevolking kunnen rekenen, zeker indien de confrontatie met de instellingen wordt aangegaan. Maar zal dat ook gebeuren?

Deze kwestie is niet zozeer van belang voor de leiding van Syriza, maar wel voor de samenleving – de werkende klasse en de sociale bewegingen. De massabewegingen moeten niet wachten tot de regering “conclusies trekt” en vervolgens “beslist”. De werkende klasse en de sociale bewegingen moeten in strijd gaan voor hun rechten. Ze kunnen beginnen met wat Syriza al beloofde: een minimumloon van 750 euro, het stopzetten van precaire contracten, het stopzetten van het “verhuren van arbeidskrachten”, het invoeren van langdurige stabiele arbeidscontracten, de heropname van de afgedankte personeelsleden in de publieke sector, het stopzetten van de uitverkoop van de natuurlijke rijkdommen, het verwijderen van Eldorado Gold uit Halkidiki (de goudmijnen in het noorden van Griekenland) en de afschaffing van de eigendomstaks voor mensen met een laag inkomen.

Op deze manier kunnen de massabewegingen Syriza naar links duwen. Naarmate dit gebeurt, zal de kwestie van de euro zich onvermijdelijk stellen. De beslissing hierover moet door de Griekse bevolking zelf genomen worden, ofwel door een referendum ofwel door nieuwe verkiezingen. In beide gevallen hebben we geen twijfel over wat het resultaat zal zijn.

 

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie