Bart De Wever, Ayn Rand en Friedrich Nietzsche – herauten van de kapitalistische reactie

COLUMN vanop links-socialisme.blogspot.be

Toen de nog zeer jeugdige regering Michel aantrad, blaakte ze van hard-rechts enthousiasme. O wat zouden ze de arbeidersbeweging – die ouderwetse, grotendeels Franstalige samenzwering van de collectivistische slechte smaak – een lesje leren. Jazeker. Manisch grijnslachend, als Theo “heeft iedereen mijn expansieve ego gezien” Francken. Ugh, de zin in Thatcheriaanse harde actie droop eraf. Geen provocatie was te vergezocht om deze burgerlijke en kleinburgerlijke tafelspringers tegen te houden. Wie deed hen wat? En wat dan nog, de georganiseerde arbeidersbeweging? Bring ‘em on! Dat zootje ongeregeld met die weifelende en weinig daadkrachtige, altijd naar compromissen hengelende leiding gingen deze jeugdige liberalen – of ze nu lid waren van Open VLD, MR of NVA – even bij de lurven nemen, uitbenen en vervolgens verpletterd in het stof achterlaten. Net als in de film. Jan Jambon en Bart De Wever als rechtse Rambo’s. Clint Eastwood indachtig, de spreekwoordelijke sigaret uit een mondhoek bengelend en de wijsvinger trigger happy. Driftig mikkend op alles wat nog van onze sociale rechten overbleef: steeds minder.

De Clint Eastwoods van Michel 1 – verdedigers van recht en orde in het diepst van hun gedachten – meenden dat de verkiezingen hen een sluitend mandaat voor deze kaalslag hadden gegeven. Toch langs Nederlandstalige kant. Van de MR moeten we zeggen dat liberale zelfkastijding bestaat en toekomst heeft. Zelfs de beroepsprovocateur bij uitstek, de man van wie je wist dat hij er altijd nog een schepje bovenop ging doen – Karel Van Eetvelt van het patronale drugskartel Unizo – keek even mistig op vanuit zijn neoliberale opiumkist. Was dit het zootje dat hij mede had gecreëerd? Een veelkoppige en extremistische draak? Een levende zweep van de contrarevolutie, waarvan zelfs leden van zijn patronale drugskartel begonnen te vrezen dat het qua provocatie misschien ietsje “té” was. Gewoon ietsje “té”, wat het driftig slopen der heilige huisjes betreft.

Over slimme en niet zo slimme ideologen

Naar verluidt kreeg Bart De Wever enkele jaren geleden het boek “Atlas Shrugged” van Ayn Rand cadeau van de patroonsorganisatie Voka. Waar bierbrouwers en andere creatieve geesten van het flexibel contract en de kelderende koopkracht thuis zijn. In die gift mogen we gerust iets symbolisch zien. Atlas Shrugged is de bijbel van de libertaire rechterzijde in de VS. De voetsoldaten van het ongereguleerde kapitalisme. Dat klinkt even afschrikwekkend als het er in een bedrijf uitziet. Als Atlas Shrugged de gemoedstoestand van onze patroons – en bij uitbreiding de NVA-kopstukken – samenvat, zijn we goed af! In dit boek beslist het naar verluidt creatieve deel van de natie – de ondernemers, uitvinders, intellectuelen en andere superieure geesten – om er op een mooie dag mee op te houden. Ze gaan in staking mensen. Want o wat hebben ze er genoeg van. Die ondernemers dan. Om dagelijks gejend te worden door de gedachte waar ze nu weer met hun geld naartoe zullen smijten. De beurs? Nog een luxejacht? Hoeveel sportbolides kan een mens bezitten voor het wrange kolder wordt? En wat krijgen ze ervoor terug? Friedrich Nietzsche, zelfverklaard filosoof van bankiers, slavenhouders, om de professionele slachter Leopold II niet te vergeten… wist het al: ressentiment, naijver en kwade gedachten. Terwijl de heersende klasse en haar intellectuele schandknaapjes alleen maar Dionysisch hun instincten uitleefden… in een sociaal-Darwinistische oefening waar je je niet druk om mocht maken. Thomas Piketty! Een Fransman met een air en een verkeerde kapper. De Pontius Pilatus van de economische evenwichtstheorie, die er misschien toch geen was. Een beschaafd orakel uit de lichtstad, dat ocharme enkel de superrijken kwam waarschuwen en de oude Marx op een aantal puntjes kwam verbeteren. Wie kon daartegen zijn?

De boodschap van Voka aan De Wever was duidelijk: maal er niet om dat die f*cking lastenverlagingen al 34 jaar niet werken, voer ze door in het kwadraat, want wij – en niet die simpele zielen van loontrekkenden – zijn de enige creatieve motor van groei en vooruitgang. De verziende elite! Toch minstens tot de volgende kwartaalcijfers. Zelfbegoocheling is soms alles. Vooral als het goed verdient. Dat het kapitalisme voor de meerderheid vierkant begint te draaien. Dat het water een groeiende groep financieel, op het vlak van werkdruk en qua balans werk-gezin stilaan aan de lippen staat? Dat pillenslikkerij een nationale volkssport is geworden? Dankzij Voka weten we nu dat de patroons er geen zier om geven. Atlas shrugged. “They don’t give a shit” – zou Rambo zeggen. Want zij zijn de mannen en in minderheid vrouwen die zich door rotsen klieven en het maatschappelijke pad effenen. Ook al leidt dat al meer dan 30 jaar naar groeiende armoede, ongelijkheid, instabiliteit, financiële zeepbellen en verdampende economische groei. “They don’t give a shit” en ze zijn bereid om ervoor te vechten, voor hun klasse. Tot bloedens toe, als we de werkloosheids- en inkomensstatistieken mogen geloven. En als je niet oppast, dreigen de Ubermenschen in staking te gaan – het patronale equivalent van een vakantie in Bermuda! Da’s de enige realiteit en al de rest is gevaarlijk idealisme waar je geen aandelen mee koopt. Mien, waar is mijn feestneus, en mijn return on capital?

Bij Ayn Rand ligt het goedpraten van het kapitalisme in zijn meest extreme vorm er vingerdik op. Dit is enkel ideologie voor de incrowd, voor de reeds overtuigden. Het is geen lokaas voor nietsvermoedenden. Het is een fopspeen voor believers. Zelfbedienende kapitalistische science fiction voor Bart De Wever, de NVA en andere liberalen. Revolterende kruideniers en KMO-bazen, met een legertje binnenhuisarchitecten en advocaten in hun zog. Kleinburgers die kost wat kost willen tonen dat ze erbij horen, bij de toastende burgerij. Die de ideologie van het kapitalisme toepassen met een jezuïtische overijver waar de echte burgerij soms van opkijkt. Die waarachtige elite heeft – in tegenstelling tot de kleinburgerlijke parvenu – wel een geheugen en weet dat haar klassevijand – de werkende bevolking en de jongeren (dat zijn wij, effectief) – onderschatten, soms nadelige gevolgen kan hebben. Lenin, de Russische marxist, stelde: in de politiek is het een groot gevaar om je eigen wensen voor waarheid te nemen. De partij, of partijen, en leiding van een klasse heeft belang bij een nuchtere inschatting van de krachtsverhoudingen.

Maar soms moet de heersende klasse ook een gok wagen, als de politieke kaarten de traditionele instrumenten hebben uitgehold. Ze ziet zich gedwongen, zoals nu met Michel 1, om de kleinburgerlijke Duitse herders los te laten. Maar liefst met een alternatief achter de hand. Als de rechtse provocateurs struikelen over stakingsactie kunnen ze nog, zonder verkiezingen, overschakelen naar een tripartite: liberalen, christendemocraten en sociaaldemocratie, die hetzelfde beleid trager en meer gefazeerd doorvoeren. Geen alternatief voor werkenden en jongeren.

De NVA en de liberalen die haar volgen zijn hun eigen propaganda gaan geloven. Met het geheugen van een witte muis hebben ze zowat elke laag van de maatschappij op stang gejaagd. Als je je wil bewijzen en in de salons van de burgerij wil meetellen, moet je het meteen goed doen. Hier vandaag, morgen misschien verdwenen. Je moet tonen dat de symbolen van de arbeidersbeweging tegen de vlakte gaan. De arrogante nieuwe middenklasse is gaan denken dat de oppervlakte van de klassenstrijd – en de dikwijls onduidelijke houding van de vakbondsleiding – de hele arbeidersklasse vertegenwoordigt. Ze ziet niet dat haar zweep hele nieuwe lagen in de klassenstrijd aan het opleiden is, die ze zelf zo gretig voert. Ook al komen we soms van ver en zijn er tradities van strijd verloren gegaan.

Rand was geen slimme ideologe. De Wever was dat in de verkiezingen wel, toch als geslepen tacticus. De NVA is erin geslaagd om te laten uitschijnen dat ze zogenaamd de “uitzonderingen die het systeem verzieken” ging aanpakken. In het Franstalige landsgedeelte werd een mens (1) gevonden die reeds zijn hele leven in de “hangmat” van de werkloosheid had verbleven. De NVA ging de langdurig werklozen, de asielzoekers, en – in haar retoriek – andere zogenaamde “profiteurs” aanpakken met haar besparingen. Dat was de teneur van de electorale campagne. Maak er een karikatuur van en val die aan. Dat werkte. Een groot deel van die NVA kiezers merkt nu dat ook zij bij die “profiteurs” worden gerekend. En zal deel zijn van het verzet tegen deze Thatcheriaanse regering.

Wat de NVA in de verkiezingen deed, was met succes een grote groep mensen uit de middengroepen en de loontrekkenden tegen hun materiële belangen in laten stemmen. Zo sterk kan ideologie, en de dominante ideologie in dit geval, soms zijn. Het voelt gewoon beter om te denken dat we eeuwig bij de economische “winnaars” zullen blijven horen, dan mogelijk tot de economische “verliezers” te worden gerekend. Ook al is dat onder het kapitalisme voor de meerderheid een illusie. Soms smaakt die tijdelijke illusie zoeter dan een realistischer perspectief. De NVA was de kampioen van dit burgerlijke egoïsme, dat veel verder reikt dan de burgerij zelf. Omdat de dominante ideologie die van de heersende klasse is. Hier belanden we bij die andere, meer filosofische, loopjongen van het burgerlijke individualisme – Friedrich Nietzsche.

Als de te expliciete Ayn Rand als burgerlijke ideologe onhandig is, dan is Nietzsche’s filosofie een meer uitgewerkte versie van de slimmere verkiezingscampagne van de NVA. Nietzsche ontwierp doelbewust een cultus van het “individu” en het burgerlijk “egoïsme” als hoogste doel van de maatschappij. Hij mobiliseerde zijn lezers voor de verheerlijking van de “sterken en de geslaagden” en haatte socialisten als de pest. Zeg nu zelf: hoort u ook niet liever bij de sterken, de geslaagden, de net iets mooiere en succesvolle exemplaren – als uniek product van uw onbegrensde wil en een handvol instincten? Dan bij de zwakken, de mislukten en de zieken? Dat fijnzinnige individu staat bij Nietzsche tegenover de “kudde”. Dat was eigenlijk 19e eeuwse codetaal voor de arbeidersbeweging, aangepast aan het gemoed van niet zo democratische kleinburgers met een slecht geweten. Voor de façade “vrije geesten”, in de praktijk gewonnen voor de onderdrukking van de arbeidersbeweging en haar rechten. Het lijkt soms de moderne burgerlijke media wel; leugen en verdraaiing als politieke methode incluis. Als je – wat Nietzsche beoogde – burgerlijke dictatuur, de antieke en zwarte slavernij, koloniale bloedbaden,… gaat rechtvaardigen, doe je dat beter met metaforen en een indirecte apologie. En je zet “instinctief individualisme” op je propagandistische doos. De “niet-ideologische” (lol!) intelligentsia is dan bereid om veel door de vingers te zien. Soms zelfs slavernij en de koloniale handentaks van Leopold II. Nietzsche was duidelijk een, eurm, handiger ideoloog dan Ayn Rand, en goddelozer dan Bart De Wever. Maar ondanks die nuanceverschillen: allemaal leden van de hard-rechtse club en meer of minder slimme ideologen van de kapitalistische reactie. En reden genoeg om ook Onze Club – numeriek onklopbaar, nog eens in de verf gezet door de nationale vakbondsbetoging – serieus te beginnen organiseren.

(pd)

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie