Voor toegankelijk onderwijs! Voor een studentenloon!

Artikel door Emily (Namen) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

schuldenDe afgelopen decennia is de publieke financiering van het onderwijs steeds verder ondermijnd. Met de economische achtergrond waarbij het voor steeds meer mensen moeilijk is om de eindjes aan elkaar te knopen, wordt het tijd om het geld te zoeken waar het zit zodat kwaliteitsvol onderwijs voor iedereen toegankelijk wordt.

Chronische onderfinanciering van het onderwijs

Op 40 jaar tijd zijn de middelen per student gehalveerd en verdween ook een groot deel van de begeleiding. Het aandeel van het Bruto Binnenlands Product dat naar hoger onderwijs gaat, bedraagt nog amper 1,3% terwijl zelfs de Europese Unie aanbeveelt dat het 2% zou bedragen. Deze 2%-norm halen, is voor de regeringen in ons land geen prioriteit. Sommige normen zijn belangrijker dan andere…

Naast het tekort aan publieke middelen, zijn ook de studiekosten de pan uit gerezen. Vorig jaar is de schoolpremie nog eens met 15% verminderd, waardoor het stilaan een belachelijk bedrag wordt. Voor 6-11 jarigen bedraagt de schoolpremie 43 euro, voor 12-17 jarigen is dat 60 euro en voor 18-24 jarigen 80 euro. Als er recht is op een verhoogde kinderbijslag gaat het om lichtjes hogere bedragen.

Hierbovenop dreigt de indexering van de kinderbijslag te verdwijnen. De bevoegdheid hierover is geregionaliseerd terwijl niet alle middelen volgen. Terwijl de kinderbijslag al niet volstaat om de kosten te dekken, is ook de indexering ervan bedreigd. Verder zal de verhoging van het inschrijvingsgeld voor het hoger onderwijs van 600 tot 900 à 1.000 euro hard aankomen voor werkende gezinnen. En dan hebben we het nog niet over de kosten voor huisvesting, transport, boeken, …

Onzekerheid troef

De crisis zorgt ervoor dat steeds meer jongeren tot het OCMW veroordeeld zijn. In Brussel was er in 2012 een verdriedubbeling. De toevloed bij het OCMW en het gebrek aan middelen, zorgen ervoor dat er snel gezocht wordt naar alle opties om de kosten door te schuiven naar familieleden. Het maakt jongeren afhankelijk van hun familie, waarbij deze liefdadigheid zelfs gerechtelijk kan afgedwongen worden. Jongeren die wel een OCMW-uitkering genieten, moeten van deze instantie toelating krijgen vooraleer ze hogere studies mogen aanvatten.

Al deze elementen maken dat een groeiend aantal jongeren – niet enkel diegenen die van het OCMW afhangen – geen toegang meer heeft tot hogere studies. Maar ook de zoektocht naar een job waarmee jongeren financieel onafhankelijk kunnen zijn is niet evident. Een kwart van de jongeren onder de 25 jaar zit zonder werk en het duurt gemiddeld 8,9 maanden om werk te vinden. Dan hebben we het nog niet over de arbeidsvoorwaarden en lonen. Jongeren zonder werk zijn volgens de autoriteiten ofwel lui ofwel gaat het om fraudeurs. Er komen controles in de 7de en de 11de maand nadat de studies beëindigd zijn en nog voor er zelfs maar recht is op een vorm van uitkering. Die controles kunnen het recht op een uitkering meteen kelderen.

Een groot aantal jongeren dat het avontuur van hogere studies aangaat, doet dit niet met gelijke wapens. Het aantal aanvragen voor studiebeurzen is tussen 2010 en 2012 met een kwart toegenomen. Studenten zonder rijke ouders moeten vaak werken, niet enkel om wat zakgeld te hebben maar steeds meer om de studies te betalen en te leven.

In 2012 zijn de regels voor jobstudenten aangepast zodat het gemakkelijker wordt om naast de studies ook te werken. Het geeft aan dat dit als normaal wordt gezien. Studenten die in hun eigen financiering moeten voorzien, hebben aanzienlijk minder tijd voor hun studies. Ze zijn oververtegenwoordigd onder de gebuisde studenten. En het is niet altijd mogelijk om een jaar over te doen of een andere richting te kiezen, financieel is dat niet altijd haalbaar en als het OCMW het moet goedkeuren zijn er ook problemen.

Zo wordt het geleidelijk aan enkel voor jongeren met rijke ouders mogelijk om zich bij het studeren ook effectief op het schoolwerk te concentreren zonder zich zorgen te moeten maken over de 9.000 euro studiekosten per jaar. Jongeren komen dus niet gelijk aan de aftrap, ze komen in een onderwijs met twee snelheden. We moeten ons organiseren om dat te veranderen.

Voor financiële onafhankelijkheid, voor een studentenloon!

Opdat iedereen een echte keuze zou hebben om al dan niet hogere studies aan te vatten, is het nodig dat jongeren – maar ook minder jonge studenten – al hun tijd aan hun studies kunnen besteden. Daartoe moeten ze financieel onafhankelijk zijn. Het is onaanvaardbaar dat studiekosten en het gebrek aan middelen jongeren verhinderen om verder te studeren of hun ouders in de schulden duwen. Studieschulden zijn in de VS al aan het exploderen en ook in Europa is er een scherpe toename van.

In plaats hiervan moet het onderwijs volledig door de gemeenschap gefinancierd worden. We eisen naast gratis en degelijk onderwijs maar ook een studentenloon die hogere studies voor iedereen toegankelijk moet maken. Het zou alle studenten toelaten om alle kansen op goede resultaten te benutten maar ook om een degelijk leven te leiden zonder van de ouders afhankelijk te zijn. Hiervoor moeten we het geld zoeken waar het zit, niet in onze zakken, maar bij de bankiers, speculanten en kapitalisten.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie