100 jaar na de grote slachting blijft dreiging van oorlog

oorlog1Toen honderd jaar geleden de Eerste Wereldoorlog begon, werd propaganda gevoerd met het argument dat deze oorlog een einde zou maken aan oorlogen. Niets is minder waar gebleken. Honderd jaar later zien we de verschrikkingen in Gaza, Syrië, Afghanistan, Oekraïne, … Een wereldwijde oorlog staat misschien niet meteen op de agenda, de horror van oorlog en vernietiging blijft een dagelijkse realiteit voor miljoenen mensen.

Dossier door Geert Cool uit de septembereditie van ‘De Linkse Socialist’

Achteraf wordt gesteld dat de Eerste Wereldoorlog absurd was en ‘door niemand gewild.’ Het wordt aangegrepen om te zeggen dat we niet meer mogen toelaten dat er ooit zo’n oorlog komt. We? Het waren niet de arbeiders en hun gezinnen die belang hadden bij de oorlog. Na maandenlange hysterische propaganda was er even een opflakkering van steun voor de oorlog, maar deze verdween als sneeuw voor de zon naarmate de doden terugkwamen en alle oorlogsargumenten doorprikt werden.

De oorlog kwam niet uit het niets. Het was het falen van het systeem en alle instellingen ervan. De Russische revolutionair Trotski merkte in 1914 reeds op: “De oorlog van 1914 is de grootste ineenstorting, die de geschiedenis kent, van een economisch systeem, dat aan zijn eigen tegenstrijdigheden ten gronde gaat. Alle historische machten, wier taak het was, de burgerlijke maatschappij te leiden, uit haar naam te spreken, en haar uit te buiten, zij allen hebben door de oorlog van 1914, hun eigen rotheid uitgesproken.”

In essentie was de oorlog een strijd voor markten. De wereldwijde integratie van de economie had geen einde gemaakt aan de verschillende historische, economische, politieke, strategische belangen van de nationale heersende klassen. De oorlog was daar een tragische uitdrukking van. Zoals de meteen bij het begin van de oorlog vermoorde Franse socialist Jean Jaurès opmerkte: “Kapitalisme draagt oorlog in zich, zoals donkere wolken regen.”

Het waanidee van het ‘einde van de geschiedenis’ na de val van het Oostblok is vandaag verdwenen. We kregen geen welvaart en vrede, maar crisis en oorlogen. De strijd om toegang tot markten, grondstoffen, regionale macht en prestige blijft zorgen voor oorlogen. Gezien de mogelijke totale vernietiging en de sociale verhoudingen staat een wereldoorlog vandaag nog niet terug op de agenda, maar de horror en de barbarij van oorlog wel. Dat zit ingebakken in het kapitalisme.

Niet te vermijden?

Het was mogelijk om de Eerste Wereldoorlog te vermijden, maar dan had de arbeidersbeweging haar potentiële kracht moeten gebruiken. De leiding van de arbeiderspartijen en vakbonden besloot evenwel om de eigen burgerij te steunen in de oorlog. Het eerder verzet in woorden vanwege de socialistische partijen werd niet omgezet in daden.

De reden hiervoor lag onder meer bij een gebrekkig programma. In de periode van snelle opmars van de socialistische beweging in de decennia voor de oorlog werd een steeds groter onderscheid gemaakt tussen enerzijds de dagelijkse bekommernissen met de strijd voor onmiddellijke hervormingen en anderzijds het socialisme dat een doel voor een verre toekomst werd. De leiding werd meegetrokken in het kapitalistische systeem en kon in tijden van economische groei toegevingen bekomen, maar was niet voorbereid op moeilijker tijden. De Duitse socialist Karl Kautsky verklaarde in 1914: “De internationale kan geen doeltreffend instrument zijn in tijden van oorlog, het is in wezen een instrument voor tijden van vrede.” Voorheen erkende Kautsky het gevaar van oorlog maar voegde hij er net als andere socialisten aan toe dat de oorlog onvermijdelijk tot revolutie zou leiden.

De arbeidersbeweging had zich op korte tijd sterk georganiseerd. In plaats van deze kracht in te zetten om een socialistisch alternatief uit te bouwen, werd de autoriteit van de leiding gebruikt om het kapitalisme, met inbegrip van de barbarij die eigen is aan oorlog, te verdedigen. Meegezogen in de logica van het kapitalistische systeem zag de leiding van de socialistische beweging oorlog als een puur militair gegeven waarin klassenstrijd niet aan de orde was.

Socialistische leiders als Scheidemann, Sündekun en Parvus trokken naar de ‘zusterpartijen’ van de neutrale landen om hen van de politiek van de Duitse keizer te overtuigen. De vakbondsleiding laste alle stakingsacties af en kondigde aan dat in geen geval stakersvergoedingen zouden betaald worden. Niet alleen de internationale maar ook de socialistische standpunten werden beperkt tot tijden van vrede. Moest de internationale effectief zijn overgegaan tot gemeenschappelijke acties, met inbegrip van stakingsacties, dan had het de oorlog kunnen stoppen. De burgerij was bereid om zijn inwoners te laten afslachten om wat terrein op concurrenten te winnen, maar ze was tegelijk terecht doodsbang van een arbeidersrevolutie die haarzelf aan de kant zou schuiven.

Klassenstrijd stopt de oorlog

Volgens de leiding van de socialistische partijen moesten tijdens de oorlog de tegenstellingen tussen de arbeidersklasse en de kapitalisten aan de kant geschoven worden. Klassenstrijd was voor vredestijd, niet voor oorlogstijd. Toch was het net dit element dat het einde van de oorlog zou bespoedigen. De radicalisering en de beweging van onderuit – met onder meer de geslaagde Russische revolutie van 1917 – maakte het verderzetten van de grote slachtpartij zo goed als onmogelijk.

Deze radicalisering kwam niet uit de lucht vallen en het succes van de Russische revolutie evenmin. De oorlogsmoeheid trad al snel op, rond kerstmis 1914 was er een kortstondige vrede in de loopgraven met verbroedering tussen soldaten. Slechts een beperkte groep socialisten bleef zich van bij het begin van de oorlog ertegen verzetten. Het ging onder meer om de Russische bolsjewieken of Duitse socialisten rond Karl Liebknecht en Rosa Luxemburg. Zij erkenden dat de hoofdvijand zich in eigen land bevond en verzetten zich tegen de eigen heersers.

Vandaag kan dat voor linkse militanten evident klinken voor wat de Eerste Wereldoorlog betreft, maar inzake actuele oorlogen wordt al snel teruggevallen in het standpunt dat kant moet gekozen worden en dat verenigde arbeidersstrijd als antwoord utopisch of, erger nog, dogmatisch zou zijn. De actualiteit van oorlog, van Gaza tot Donetsk of Aleppo, zou mijlenver van arbeidersstrijd afstaan en de illusies in allerhande burgerlijke krachten duiken meteen weer op. De eigen burgerij wordt opgeroepen om de kastanjes uit het vuur te halen met een standpunt van vrede. Het doet denken aan de wanhopige oproepen van de socialistische partijen die alle hoop in hun eigen kapitalisten stelden met allerhande vredesoproepen. Veel verschil maakte dat niet, uiteindelijk was het toch die zogenaamd utopische klassenstrijd die voor het einde van de oorlog zou zorgen. Iets vriendelijk aan kapitalisten vragen is een methode die de arbeidersbeweging nog nooit iets heeft opgeleverd indien die vraag niet gepaard ging met een drukkingsmiddel die de kapitalisten raakt waar het pijn doet, in hun portemonnee bijvoorbeeld.

Voor vrede strijden, kan niet door het ene kapitalistische kamp te steunen tegen het andere. Het zal ook niet bekomen worden door alle hoop te vestigen op burgerlijke krachten. Massaal protest van onderuit is een eerste stap, maar zoals de oorlog in Irak in 2003 aantoonde volstaat dit niet. Toen trokken miljoenen mensen de straat op, maar ging de oorlog toch door. Acties van de arbeidersbeweging op de werkvloer, met stakingsacties en blokkades, kunnen oorlogsinspanningen stoppen. Het platleggen van de havens had in 2003 een verschil kunnen maken, net zoals een Europese algemene staking in 1914 dit had kunnen doen.

De horror van oorlog – van de Eerste Wereldoorlog tot Syrië, Irak, Gaza of Oekraïne vandaag – is een bloedig gevolg van het kapitalisme. Zolang het kapitalisme bestaat, zal deze tendens tot barbarij blijven opduiken. Om oorlog te vermijden, moeten we het kapitalisme bestrijden. Massale en onafhankelijke arbeiderspartijen die opkomen voor een internationalistisch socialistisch alternatief op het kapitalisme blijven de beste garantie tegen oorlog. Zij kunnen de basis leggen voor een socialistische wereld gebaseerd op een democratische planning van de economie waardoor er geen strijd voor markten en economische belangen meer is, een strijd die onvermijdelijk is binnen het kapitalisme en steeds tot conflicten blijft leiden.

Delen:
Printen:

Steun ons: plaats uw boodschap in onze mei-editie!

Voorpagina van De Linkse Socialist

Uw boodschap in onze mei-editie

Reacties zijn gesloten.